B2B Semaine 46 leçon 2

1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Vertaal: j'ai mangé
A
ik eet
B
ik zal eten
C
ik heb gegeten
D
ik ga eten

Slide 6 - Quizvraag

Vertaal: je mange
A
ik eet
B
ik at
C
ik heb gegeten
D
ik ga eten

Slide 7 - Quizvraag

Vertaal: tu parles
A
jij praat
B
jij zal praten
C
jij gaat praten
D
jij hebt gepraat

Slide 8 - Quizvraag

Vertaal: elle a parlé
A
zij gaat praten
B
zij heeft gepraat
C
zij praat
D
zij zal praten

Slide 9 - Quizvraag

Slide 10 - Tekstslide

on va parler du passé composé:

de voltooid tegenwoordige tijd

Slide 11 - Tekstslide

de passé composé 
gebruik je om gebeurtenissen te beschrijven die in het verleden gebeurd zijn....

Slide 12 - Tekstslide

voorbeeld:

Wij hebben gisteren sushi gegeten
Zij heeft een nieuwe computer gekocht.
Ik ben naar de bioscoop geweest

Slide 13 - Tekstslide

net als in het Nederlands heb je in het Frans nodig:

een hulpwerkwoord (hebben of zijn)
en
een voltooid deelwoord

Slide 14 - Tekstslide

in het Frans gaat dat op dezelfde manier:
hulpwerkwoord = avoir of être
+
voltooid deelwoord

Slide 15 - Tekstslide

hoe maak je het voltooid deelwoord?
très simple!

regelmatige werkwoorden op -er:
parler > parlé
regarder > regardé
écouter > écouté

Slide 16 - Tekstslide

BELANGRIJK!

Voor een passé composé heb je dus altijd 2 dingen nodig:
een hulpwerkwoord
en
een voltooid deelwoord

Slide 17 - Tekstslide

regarde la vidéo suivante:

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Video

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

vul het juiste antwoord in
Elle ............ses grands-parents (visiter)

Slide 27 - Open vraag


vul nu het juiste antwoord in:
Mon frère ................dans un café (travailler)

Slide 28 - Open vraag

vul nu het juiste antwoord in
Nous ................une pizza (manger)

Slide 29 - Open vraag

vul het juiste antwoord in:
Pierre et Marie .............les livres (trouver)

Slide 30 - Open vraag