3.4 hefbomen

Opdracht 31
A. 
B. 
C.
D. 
E. 
F. 
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 25 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Opdracht 31
A. 
B. 
C.
D. 
E. 
F. 

Slide 1 - Tekstslide

Opdracht 31
A. De motoren verbruiken brandstof. Dit wordt omgezet in uitlaatgassen. 

Slide 2 - Tekstslide

Opdracht 31
B.  Fz = m x g
m = 60 000 kg
Fz = 60 000 × 9,8 = 588 000 N 

Slide 3 - Tekstslide

Opdracht 31
C.  De pijl is 1,8 cm lang. 1 cm komt dus overeen met 588000 / 1,8 = 327 000 N

1 cm   ≙ 327 000 N

Slide 4 - Tekstslide

Opdracht 31
D. De pijl van de motorkracht = 1,4 cm, dit is dus 1,4 × 327 000 = 457 000 N. 

In werkelijkheid is die kracht veel kleiner!   

Slide 5 - Tekstslide

Opdracht 31
E. Op grote hoogte is de wrijvingskracht een stuk kleiner, dus ook de benodigde motorkracht.

Slide 6 - Tekstslide

Opdracht 31
F. Het stijgen kost ook veel extra kracht. Voordat het vliegtuig helemaal boven is, moet de landing al weer worden ingezet.

Slide 7 - Tekstslide

2.4 hefbomen

Slide 8 - Tekstslide

Leerdoelen

  • Je kent de betekenis van de begrippen: Hefboom, arm, draaipunt & hefboomwet.   
  • Je kunt de hefboomwet toepassen

Slide 9 - Tekstslide

Voorbeelden van Hefbomen
  • Kruiwagen 
  • Kurkentrekker
  • Schaar
  • Tang
  • steekwagen
  • Flessenopener

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Wat is nou een hefboom?
Een hefboom maakt dat je door de arm langer te maken, een minder grote kracht nodig hebt om iets omhoog te krijgen. 

Slide 12 - Tekstslide

Hefbomen
De kruiwagen draait om het draaipunt
De arm voor de zwaartekracht op de kruiwagen is korter dan de arm voor de spierkracht. 
Je hoeft dus minder spierkracht te leveren om de kruiwagen op te tillen. 

Slide 13 - Tekstslide

Hefbomen
De spierkracht is 4x zo klein als de zwaartekracht.
De arm van de spierkracht is 4x zo groot als de arm van de zwaartekracht. 
Het product van arm en kracht is dus voor beide gelijk. Dit is de hefboomwet. 

Slide 14 - Tekstslide

Hefboomwet
.
.
.
F is kracht in Newton
r is de arm in Meter

Slide 15 - Tekstslide

Voorbeeld [3] blz. 60

Slide 16 - Tekstslide

Voorbeeld [3] blz. 60
.


Formule: F1 x r1 = F2 x r2   of   Fz x rz = Fs x rs
Gegeven: 
rz = 2,0 m
rs = 4,1 m
m = 1,2 x 10^3 kg = 1200 kg
Stap 1: Bereken Fz.  Fz = m x g. Dus Fz = 1200 x 9,8 = 11760 N
Stap 2: Vul de formule in.  11760 x 2,0 = Fs x 4,1
Fs = (11760 x 2,0) : 4,1 = 5737 N.    Het antwoord is dus Fs = 5,7 x 10^3 N

Slide 17 - Tekstslide

Toepassingen van hefbomen
We gebruiken hefbomen dus om met weinig spierkracht een grote kracht uit te op een voorwerp. 

Om de kist te openen moeten we een grote kracht uit oefenen op de deksel. Als we de spierkracht verder van het draaipunt uitoefenen, hoeven we minder kracht te zetten om de kist open te krijgen. 



Slide 18 - Tekstslide

De arm bepalen
Om de arm van een kracht te bepalen, moet je eerste de werklijn tekenen. 

De arm is dan de afstand van het draaipunt, loodrecht op de werklijn.

Slide 19 - Tekstslide

Zelfstandig werken
Maken: paragraaf 2.4 blz.62  vanaf opdracht 33.
Hoe: fluisterend overleggen
Hulp: vinger opsteken
Tijd: ....
klaar: Nakijken
timer
1:00

Slide 20 - Tekstslide

Leerdoelen
  • Je kent de betekenis van de begrippen: Hefboom, arm, draaipunt & hefboomwet.
  • Je kunt de hefboomwet toepassen

Slide 21 - Tekstslide

Voorbeelden van Hefbomen
  • Kruiwagen 
  • Kurkentrekker
  • Schaar
  • Tang
  • steekwagen
  • Flessenopener

Slide 22 - Tekstslide

Hefboomwet
.
.
.
F is kracht in Newton
r is de arm in Meter

Slide 23 - Tekstslide

Voorbeeld

Slide 24 - Tekstslide

Zelfstandig werken
Maken: paragraaf 3.4 blz.62  vanaf opdracht 33.
Hoe: fluisterend overleggen
Hulp: vinger opsteken
Tijd: ....
klaar: Nakijken
timer
1:00

Slide 25 - Tekstslide