In deze les zitten 16 slides, met interactieve quiz en tekstslides.
Onderdelen in deze les
Communicatie & organisatie
Periode 4
Slide 1 - Tekstslide
Vandaag
Uitleg periode 4
Weekoverzicht
Beginnen met opdracht 1: versterken van eigen kracht
Vragen?
Slide 2 - Tekstslide
Periode 4
Bestaat uit 2 opdrachten:
Versterken van eigen kracht Les 1 tot en met les 3
Korte lijntjes in 1 oogopslag Les 4 tot en met 6
Slide 3 - Tekstslide
Weekoverzicht
1A
Slide 4 - Tekstslide
Weekoverzicht
1B
Slide 5 - Tekstslide
Weekoverzicht
1C
Slide 6 - Tekstslide
Eigen kracht van de cliënt
Slide 7 - Woordweb
Eigen kracht
Eigen kracht
Wanneer de term ‘eigen kracht’ in alle eenvoud wordt bekeken komt het neer op ‘eigen kunnen’: dat wat iemand zelf kan. Dit kan wijzen op iemand alleen, maar ook op een persoon in relatie tot zijn omgeving. Wat kan iemand zelf of samen met zijn omgeving bedenken als oplossing van problemen en situaties waarin hij verkeert? En wat kan iemand dan zelf of samen met zijn omgeving doen?
Eigen regie
Eigen regie betekent dat iemand zijn leven zelf bepaalt en zelf
beslissingen neemt. Dit betekent niet dat iemand ook alles zelf
moet kunnen doen. Iemand die bijvoorbeeld zwaar gehandicapt is of oud, en zichzelf niet meer kan aankleden, kan wel zelf beslissen wat hij aan wil, door wie hij wordt aangekleed en hoe laat. Het gaat hier om het zelf bepalen, niet om zelf doen
Slide 8 - Tekstslide
Eigen kracht.
Helpende vragen bij het versterken van de eigen kracht zijn gericht op de volgende onderwerpen:
Persoonlijke eigenschappen: ik ben …
Talenten en vaardigheden: ik kan …
Zingeving: ik wil …
Krachten en mogelijkheden in de omgeving: ik heb ...
Kennis en ervaring: ik weet …
Slide 9 - Tekstslide
Opdracht 1: eigen kracht.
Je gaat in dit beroep in gesprek met cliënten. Als professional ga je in gesprek over de leefgebieden van de cliënt: zingeving, wonen, financiën, sociale relaties, lichamelijke gezondheid, psychische gezondheid, werk en activiteiten.
In de klas gaan jullie je verdiepen in de acht leefgebieden van Movisie. Wat zijn deze leefgebieden en welk cijfer geef ik mezelf voor elk leefgebied?
Slide 11 - Tekstslide
Opdracht 1: eigen kracht.
Opdracht: leefgebiedenwijzer
Je voert deze opdracht individueel uit:
Je beschrijft in een verslag alle acht leefgebieden (met een cijfer) en gebruikt daarvoor de vragen die staan in het PDF- leefgebiedenwijzer.
Per leefgebied verwerk je minimaal 5 vragen. Deze beantwoord je uitgebreid.
Slide 12 - Tekstslide
Opdracht 1: eigen kracht.
Criteria verslag:
Het verslag heeft een voorkant en voldoet aan de algemene eisen (inleiding, inhoudsopgave, bronnenlijst) van een verslag. Op de voorkant beschrijf je om welke opdracht het gaat, je naam, klas, de docent en de datum.