H6 Werken in een kwekerij

1 / 36
volgende
Slide 1: Tekstslide
mens en maatschappijVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 1

In deze les zitten 36 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Wat hebben jullie tijdens de vorige les geleerd?

Slide 2 - Woordweb

Wat gaan wij vandaag leren?
Jullie leren over het werken op een Kwekerij.
Jullie leren welke verschillende soorten kwekerijen er zijn.
Jullie leren over de werkzaamheden op een kwekerij.

Slide 3 - Tekstslide

Wat is een kwekerij?
Een kwekerij is een bedrijf waar planten gekweekt worden.
Het is een plek waar jonge plantjes worden gebracht.
Via een kwekerij worden plantjes verkocht aan andere bedrijven, zoals groothandels en veilingen.
Een ander woord voor kweken is telen.

Slide 4 - Tekstslide

Soorten kwekerijen
bomen en heesters ( boomkwekerij).
sierplanten ( plantenkwekerij).
bloembollen ( bollenkwekerij).
groen ( groente kwekerij).
kruiden ( kruidenkwekerij).

Slide 5 - Tekstslide

Een kas ( glastuinbouw)
Een kas is een glazen huis waar planten in groeien.
De kweker kan daar zelf voor het juiste temperatuur zorgen.


Slide 6 - Tekstslide

Werkzaamheden kwekerij
Stekken maken
Stekken is een manier om planten te vermeerderen zonder gebruik te maken van zaad.
Je snijdt een deel van moerplant af.
Je stopt het stekje in een stekbak met potgrond.
De stek groeit tot een nieuwe plant als je hem goed verzorgt.

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Video

Zaaien
Als je zaait, gaat het zaad na een poosje ontkiemen.
Uit de zaden ontwikkelen zich kleine kiemplantjes.
Wanneer de plantjes groter zijn ga je ze verspenen ( plantjes eruit halen en apart terug in de grond op een andere plek.

Slide 9 - Tekstslide

Oogsten
Wanneer de planten de gewenste grootte en kwaliteit bereikt hebben, is het tijd  voor de oogst. 
Dit kan met machines en met de hand.

Slide 10 - Tekstslide

Sorteren
Nadat producten geoogst zijn, ga je de producten uitzoeken.
Elk product heeft zijn eigen manier van sorteren.
Dit doe je op:
 Maat, grootte en kwaliteit.

Slide 11 - Tekstslide

Onkruid bestrijden
Waar planten groeien, groeit onkruid.
Onkruid neemt licht en voedingsstoffen weg voor andere planten.
Onkruid haal je weg door te wieden of schoffelen. Sommige kwekers maken gebruik van chemische middelen dit zijn gewasbeschermingsmiddelen. 

Slide 12 - Tekstslide

Duurzame teelt
De kweek werkt dan zo min mogelijk met chemische gewasbeschermingsmiddelen en kunstmest. 
Je herkent deze kwekerijen aan een keurmerk. 

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Video

Slide 15 - Video

Slide 16 - Video

Wat is een kwekerij?

Slide 17 - Open vraag

Wat is een kwekerij?
A
Plek waar planten stuk gemaakt worden
B
Een plek waar planten verkocht worden.
C
Een kwekerij is een bedrijf waar planten gekweekt worden.
D
Een plek vol water.

Slide 18 - Quizvraag

Welke soorten kwekerijen zijn er?

Slide 19 - Open vraag

Wat zie je op de afbeelding?
A
Een afbeelding
B
Een plaatje
C
Een keurmerk
D
Verschillende keurmerken.

Slide 20 - Quizvraag

Welke soorten kwekerijen zijn er?
A
bloembollen ( bollenkwekerij). groen ( groente kwekerij). kruiden ( kruidenkwekerij).
B
bomen en heesters ( boomkwekerij). sierplanten ( plantenkwekerij).
C
groen ( groente kwekerij).
D
bomen en heesters ( boomkwekerij). sierplanten ( plantenkwekerij). bloembollen ( bollenkwekerij). groen ( groente kwekerij). kruiden ( kruidenkwekerij).

Slide 21 - Quizvraag

Wat is een ander woord voor kweken?

Slide 22 - Open vraag

Wat is een ander woord voor kweken?
A
kweken/ telen
B
telen
C
iets maken
D
kweken

Slide 23 - Quizvraag

Hoe noem je een kwekerij dat alleen tomaten kweekt?

Slide 24 - Open vraag

Hoe noem je een kwekerij dat alleen tomaten kweekt?
A
Tomatenkwekerij
B
Bloembollen kwekerij
C
Kwekerij
D
Tomatensoep

Slide 25 - Quizvraag

Hoe noem je de voorbeelden op de afbeelding?

Slide 26 - Open vraag

Wat betekent duurzame teelt?

Slide 27 - Open vraag

Wat betekent duurzame teelt?
A
Chemische producten
B
Heeft een keurmerk
C
De kweek werkt dan zo min mogelijk met chemische gewasbeschermingsmiddelen en kunstmest. Je herkent deze kwekerijen aan een keurmerk.
D
Heeft geen keurmerk en chemische teelt.

Slide 28 - Quizvraag

Op welke twee manieren kun je oogsten?

Slide 29 - Open vraag

Op welke manier kun je oogsten?
A
Met machines
B
Met machines en de hand
C
Met een schep
D
Met een schoffel

Slide 30 - Quizvraag

Wanneer kun je oogsten?
A
Wanneer de planten de gewenste grootte en kwaliteit bereikt hebben, is het tijd voor de oogst.
B
Wanneer je de planten net hebt ingezaaid.

Slide 31 - Quizvraag

Het is niet erg dat er onkruid groeit tussen de planten.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 32 - Quizvraag

Chemische gewasbeschermingsmiddelen is goed voor de groei van planten.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 33 - Quizvraag

Wat is een kas
A
Een kas is een glazen huis waar planten in groeien. De kweker kan daar zelf voor het juiste temperatuur zorgen.
B
Geld
C
Een huis met planten
D
een kweker die zorgt dat alles op temperatuur is.

Slide 34 - Quizvraag

Wat heb je tijdens deze les geleerd?

Slide 35 - Open vraag

Vooruitblik
Tijdens de volgende les gaan jullie een Toets maken over de vorige hoofdstukken.

Slide 36 - Tekstslide