7.3 Nederland en de EU

7.3 Nederland en de EU
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

7.3 Nederland en de EU

Slide 1 - Tekstslide

Voorkennis testen

Slide 2 - Tekstslide

Hoeveel landen zitten er in de EU?
A
27
B
28
C
29
D
30

Slide 3 - Quizvraag

In de EU is er sprake van vrij verkeer van personen
A
Waar
B
Niet waar

Slide 4 - Quizvraag

Alle landen van de EU zitten ook in de EMU?
A
Waar
B
Niet waar

Slide 5 - Quizvraag

Waar staat de afkorting EMU voor?
A
Europa Maakt Uitjes
B
Europese Monetaire Unie
C
Europese Management Unie
D
Europese Monopolie Unie

Slide 6 - Quizvraag

Welke van de volgende stellingen is waar?
A
De ECB streeft naar een inflatie van ongeveer 2% per jaar?
B
De ECB heeft geen mogelijk om nieuwe bankbiljetten om de markt te brengen.
C
Er is geen vrij verkeer van kapitaal in de EU

Slide 7 - Quizvraag

Doel van de EU

Slide 8 - Tekstslide

De EU heeft een interne (gemeenschappelijke) markt 
- Vrij verkeer van goederen en dienst
- Vrij verkeer van personen
- Vrij verkeer van kapitaal

Slide 9 - Tekstslide

Wat is Harmonisatie?

Slide 10 - Tekstslide

Harmonisatie in de EU moet leiden tot:
- Dezelfde consumentenrechten voor alle EU-burgers.
- Dezelfde milieu- en veiligheidseisen aan producten.
- Dezelfde accijns- en btw-tarieven in iedere EU-lidstaat. 

Slide 11 - Tekstslide

Europese Monetaire Unie (EMU)
- Geen risico prijsstijging door wisselkoers.
- Prijzen makkelijk te vergelijken.
- Geen kosten voor omwisselen geld.

Slide 12 - Tekstslide

Wat is koopkracht?

Slide 13 - Tekstslide

Behoudt de euro z'n waarde?
De belangrijkst taken van de ECB:
- Zorgen voor prijsstabiliteit van de euro.
- Het rentepeil bepalen 
- In omloop brengen van nieuwe biljetten.

Slide 14 - Tekstslide

Ga aan de slag met
De opdrachten van paragraaf 7.3
De volgende opdrachten hoeven niet:
- 1, 5, 9
timer
10:00

Slide 15 - Tekstslide