Leçon 4 Parler Français + overhoring

BONJOUR LA CLASSE!!!

Aujourd'hui c'est :









Et demain?
Et hier? (c'était)
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

BONJOUR LA CLASSE!!!

Aujourd'hui c'est :









Et demain?
Et hier? (c'était)

Slide 1 - Tekstslide

PROGRAMME:


* parler Français


* questions en classe


* LessonUp overhoring


* leren voor de so

Slide 2 - Tekstslide

Questions en français!
Je peux aller aux toilettes, s'il vous plaît?
Madame, j'ai une question.
Je ne
comprends pas!
J'ai oublié mes livres.
Je (n')ai (pas) fait mes devoirs.
Je suis malade.
Pourriez-vous expliquer plus? 

Slide 3 - Tekstslide

Note: (=noteer) dans ton cahier:

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

J'ai oublié mon livre = ik ben mijn boek vergeten

j'ai oblié mes livres = ik ben mijn boeken vergeten

Slide 6 - Tekstslide

= Ik begrijp het niet

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

On a des devoirs?=hebben we huiswerk?

Slide 9 - Tekstslide

Even oefenen:

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

1) Vertaal : sortir
A
bestaan
B
uitgaan
C
vallen
D
passen

Slide 14 - Quizvraag

2) Vertaal: une bonne affaire
A
een aanbieding
B
een koopje
C
een vrijwilliger
D
een winkel

Slide 15 - Quizvraag

3) Vertaal: een lange rok
A
une jupe longue
B
une jupe courte
C
l'argent de poche
D
la langue

Slide 16 - Quizvraag

4) Vertaal: en ville
A
het model
B
de dag
C
wij kopen
D
in de stad

Slide 17 - Quizvraag

5) Vertaal: sportschoenen
A
des baskets
B
les baskets
C
baskets
D
le baskets

Slide 18 - Quizvraag

6) Vertaal: vervolgens
A
commander
B
peut-être
C
ensuite
D
parce que

Slide 19 - Quizvraag

7) zij houdt niet van
A
Elle n'aime pas
B
bon marché
C
commander
D
une bonne idée

Slide 20 - Quizvraag

8) Vertaal: Het is mooi weer!
A
Il va bien avec..
B
Il fait beau!
C
beaucoup de choix
D
elle n'aime pas

Slide 21 - Quizvraag

9) Vertaal: het jack
A
des bottes
B
la vendeuse
C
une soeur
D
le blouson

Slide 22 - Quizvraag

10) Vertaal: à l'aise
A
zaterdag
B
op je gemak
C
hoort u (dat)?
D
hij lijkt op

Slide 23 - Quizvraag

11) vertaal: de verkoopster

Slide 24 - Open vraag

12) Dat is leuk

Slide 25 - Open vraag

EINDE

Slide 26 - Tekstslide

Les devoirs 
 semaine 16:


VOORBEREIDEN >>>>>>

Slide 27 - Tekstslide