8.2 deel 2

Wat leuk dat je aardrijkskunde hebt gekozen.

Aan het eind van deze les kan je uitleggen wat de gevolgen zijn van globalisering voor de voedselproductie.
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Wat leuk dat je aardrijkskunde hebt gekozen.

Aan het eind van deze les kan je uitleggen wat de gevolgen zijn van globalisering voor de voedselproductie.

Slide 1 - Tekstslide

Lesprogramma
- Huiswerk bespreken
- Terugblik
- Uitleg
- Zelfstandig aan het werk

Slide 2 - Tekstslide

In hoeverre heb je het gevoel dat je de lesstof kent?

Ik ken §8.1 en §8.2...
A
Vrij goed
B
Voldoende
C
Matig
D
Onvoldoende

Slide 3 - Quizvraag

Bekijk in je werkboek de begrippen van §8.1 en §8.2. Welke begrippen begrijp je (nog) niet?

Slide 4 - Open vraag

Vragen over het huiswerk?

Slide 5 - Tekstslide

Eerst een terugblik op §8.2
Waar hadden we het ook alweer over?

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Video

De wereldbevolking zal waarschijnlijk niet verder groeien dan 10 miljard omdat?
A
De natuur dan hard zal ingrijpen met veel natuurrampen
B
Het aantal kinderen dat erbij komt niet langer meer groeit
C
We kunnen niet meer mensen voeden,dus hongersnood en doden

Slide 8 - Quizvraag

Als de wereld bevolking toch 11 miljard wordt dan komt dat doordat:
A
Er toch meer kinderen worden geboren
B
omdat mensen ouder worden

Slide 9 - Quizvraag

Het urbanisatietempo in Nederland ligt hoger dan het urbanisatietempo in Nigeria
A
Waar
B
Niet waar

Slide 10 - Quizvraag

Verdieping 8.2

Slide 11 - Tekstslide

Bevolkingsdiagrammen (B142)
De vorm vertelt jou iets over de ontwikkeling van de bevolking. Met name het geboortecijfer. Zie je een driehoek (pyramide) dan krijgen 2 mensen bijvoorbeeld 4 kinderen. De bevolking neemt toe. Heb je een urn, dan heb je eigenlijk een driehoek op de kop. Twee mensen hebben dan 1 kind. Er is ontgroening en vergrijzing. Heb je een granaat dan zie je een vierkant onderaan. Twee mensen hebben dan twee kinderen. De bevolking is stabiel

Slide 12 - Tekstslide

Demografische transitie (B143)
Elk land gaat door dit transitiemodel. Vroeger hadden alle landen hoge geboortecijfers en hoge sterftecijfers. Op een gegeven moment ontdekken we dat goede hygiene zorgt dat kinderen blijven leven net zoals bij schoon drinkwater. Ook krijgen we steeds meer medicijnen en blijven mensen leven. Het sterftecijfer daalt (fase 2). Pas veel later gaan mensen minder kinderen krijgen vanwege de pil en het condoom. Ook willen vrouwen minder kinderen om carriere te kunnen maken. Het geboortecijfer daalt (fase 3). Fase 4 is een laag geboortecijfer en laag sterftecijfer. De bevolking groeit bijna niet meer. Wanneer het geboortecijfer nog verder zakt, en de vergrijzing heel groot word, dan kom je in fase 5.

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Video

In welke fase van het demografisch transitiemodel zit Nederland? Leg je antwoord uit!

Slide 15 - Open vraag

Wat zijn de kenmerken van de 1 fase uit het demografisch transitemodel?

Slide 16 - Open vraag

Een land waar vergrijzing hoog is zit in fase 5 van het demografisch transitiemodel
A
Goed
B
Fout

Slide 17 - Quizvraag

Landen met een hoge vruchtbaarheidscijfer hebben een piramide als bevolkingsdiagram
A
goed
B
fout

Slide 18 - Quizvraag

Huiswerk
Maak de invulsamenvatting van 8.2 (zie ook teams)
Leer begrippen 8.1 en 8.2 
Opdracht 1 van Keuzemenu B (optie)

Slide 19 - Tekstslide