4 mavo Tekstverbanden-signaalwoorden

Tekstverbanden en signaalwoorden
mavo 4 
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Tekstverbanden en signaalwoorden
mavo 4 

Slide 1 - Tekstslide

TEKSTVERBANDEN

Zorgen ervoor dat

woorden, zinnen en alinea's

met elkaar samenhangen.

Slide 2 - Tekstslide

SIGNAALWOORDEN

Aan een

signaalwoord

zie je met

welk tekstverband

je te maken hebt.

Slide 3 - Tekstslide

We hebben Martijn gevraagd de spelregels van handbal uit te leggen omdat hij dat goed kan. Daarnaast heeft hij ruime ervaring als handbalcoach.
___________
A
Opsomming
B
Tegenstelling
C
Tijdsvolgorde
D
Oorzaak - gevolg

Slide 4 - Quizvraag

Welk tekstverband geeft het signaalwoord aan?
Sleep de signaalwoorden naar het goed tekstverband.
voorwaarde
oorzaak - gevolg
tijdsvolgorde
indien
nadat
doordat
dadelijk
waardoor
tenzij

Slide 5 - Sleepvraag

We begonnen met een handjevol mensen. Daarna meldden zich een aantal vrijwilligers. Nu is ons gebouw al te klein.
________
___________
___
A
Opsomming
B
Tegenstelling
C
Tijdsvolgorde
D
Oorzaak - gevolg

Slide 6 - Quizvraag

Ik ben van mening dat we dit verslag anders moeten opstellen, maar daar denkt mijn klasgenoot anders over.
______
A
Opsomming
B
Tegenstelling
C
Tijdsvolgorde
D
Oorzaak - gevolg

Slide 7 - Quizvraag

Wat moet je wel of niet doen bij het schrijven van een samenvatting?
WEL
NIET
Op zoek gaan naar bijzaken
Op zoek gaan naar hoofdzaken
voorbeelden noemen
Schrijven in steekwoorden
Hele zinnen maken
let op signaalwoorden
Schrijf de hele tekst over
De tekst lezen
Opzoek gaan naar de kernzin
De tekst korter omschrijven

Slide 8 - Sleepvraag

De jongens in mijn klas leggen de lat niet al te hoog. Neem bijvoorbeeld Lex. Hij gaat altijd voor een 5,5.
_____________
A
Toelichting (voorbeeld)
B
Voorwaarde
C
Vergelijking
D
Oorzaak - gevolg

Slide 9 - Quizvraag

Mijn oom kwam in een lange file terecht. Daardoor kwam hij te laat op de receptie.
__________
A
Toelichting (voorbeeld)
B
Voorwaarde
C
Vergelijking
D
Oorzaak - gevolg

Slide 10 - Quizvraag

Signaalwoord
Verwijswoord
omdat 
dus
hoewel
en
hij 
zij
die
dat

Slide 11 - Sleepvraag

Vergeleken met vorig jaar zijn de schoolonderzoeken nu een stuk beter gemaakt.
_________________
A
Toelichting (voorbeeld)
B
Voorwaarde
C
Vergelijking
D
Oorzaak - gevolg

Slide 12 - Quizvraag

Sleep de verbanden naar de juiste signaalwoorden
timer
1:00
maar, daarentegen
Bijvoorbeeld, neem nou
Ten eerste, als laatste, ABC
Eerst, vervolgens, daarna
Doordat, waardoor
Tijdsvolgorde
Oorzaak- gevolg
Opsomming
Tegenstelling
Voorbeeld

Slide 13 - Sleepvraag

Als jij alles voor mij inpakt, koop ik iets lekkers voor onderweg.
___
A
Reden
B
Voorwaarde
C
Conclusie
D
Doel - middel

Slide 14 - Quizvraag

Sleep de signaalwoorden naar de bijpassende signaalwoorden. 
opsomming
voorbeeld
tegenstelling
conclusie
onder andere
bovendien
kortom

daarom 
zo
dus
toch
ten eerste
echter 

Slide 15 - Sleepvraag

Omdat het klimaat snel verandert, gaat het waterschap de dijken in een hoog tempo ophogen.
________
A
Reden
B
Vergelijking
C
Conclusie
D
Doel - middel

Slide 16 - Quizvraag

Tekstverbanden en signaalwoorden
oorzaak-gevolg
middel-doel
reden
tegen-stelling
voorbeeld
doordat
want
Zo
daarmee
namelijk
echter
zodat
om te...
bijvoorbeeld

Slide 17 - Sleepvraag

Om op tijd bij de visboer te zijn, wil Jan de fiets van zijn broer lenen.
____
A
Reden
B
Chronologie
C
Conclusie
D
Doel - middel

Slide 18 - Quizvraag

Signaalwoorden 
van voorbeeld
Signaalwoorden 
van voorwaarde
Signaalwoorden van opsomming
Signaalwoorden van samenvatting
Signaalwoorden van oorzaak&gevolg
Signaalwoorden van tegenstelling
Signaalwoorden van tijd
Signaalwoorden van plaats
waarin
vervolgens
echter
omdat
kortom
ten tweede
mits
bijvoorbeeld
als
zoals
al met al
vervolgens
hierdoor
want
maar
daarentegen
ook

Slide 19 - Sleepvraag

Signaalwoorden van tegenstelling
Signaalwoorden van opsomming
Signaalwoorden van reden
maar
ook
ten eerste
toch
want
echter
vervolgens
omdat

Slide 20 - Sleepvraag

Het is al laat, dus moet Karim hard fietsen.
____
A
Reden
B
Opsomming
C
Conclusie
D
Doel - middel

Slide 21 - Quizvraag