Examen

Verbanden oefenen & schrijven opfrissen


Klas 4 



1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Verbanden oefenen & schrijven opfrissen


Klas 4 



Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Video

Tekstverbanden en signaalwoorden
oorzaak-gevolg
middel-doel
uitspraak-reden
uitspraak-tegen-stelling
uitspraak-voorbeeld
doordat
want
Zo
daarmee
namelijk
echter
zodat
om te...
bijvoorbeeld

Slide 3 - Sleepvraag

Sleep de signaalwoorden naar de bijpassende signaalwoorden. 
opsomming
voorbeeld
tegenstelling
conclusie
onder andere
bovendien
kortom

daarom 
zo
dus
toch
ten eerste
echter 

Slide 4 - Sleepvraag

Sleep de verbanden naar de juiste signaalwoorden
maar, daarentegen
Bijvoorbeeld, neem nou
Ten eerste, als laatste, ABC
Eerst, vervolgens, daarna
Doordat, waardoor
Tijdsvolgorde
Oorzaak- gevolg
Opsomming
Tegenstelling
Voorbeeld

Slide 5 - Sleepvraag

Welk tekstverband geeft het signaalwoord aan?
Sleep de signaalwoorden naar het goed tekstverband.
voorwaarde
oorzaak - gevolg
tijdsvolgorde
indien
nadat
doordat
dadelijk
waardoor
tenzij

Slide 6 - Sleepvraag

Welk tekstverband geeft het signaalwoord aan?
Sleep de signaalwoorden naar het goed tekstverband.
opsomming
tegenstelling
samenvatting
echter
maar
ook
samenvattend
daarnaast
kortom

Slide 7 - Sleepvraag

Welk tekstverband geeft het signaalwoord aan?
Sleep de signaalwoorden naar het goed tekstverband.
middel-doel
oorzaak-gevolg
uitspraak-vergelijking
uitspraak-reden
waarmee
hetzelfde
doordat
zoals
om ... te
daarom
want
omdat

Slide 8 - Sleepvraag

Tekstdoel is
A
activeren
B
amuseren
C
overtuigen
D
informeren

Slide 9 - Quizvraag

Wat is het tekstdoel?
A
informeren
B
overtuigen
C
activeren
D
amuseren

Slide 10 - Quizvraag

Tekstdoel?
A
informatie geven
B
mening geven / overtuigen
C
overhalen
D
vermaken

Slide 11 - Quizvraag

Wat is het tekstdoel?
A
Instrueren
B
Informeren
C
Overtuigen
D
Activeren

Slide 12 - Quizvraag

Tekstdoel?
A
instrueren
B
amuseren
C
overtuigen
D
informeren

Slide 13 - Quizvraag

Tekstdoel?
A
informeren
B
activeren
C
instrueren
D
amuseren

Slide 14 - Quizvraag

Schrijven

Slide 15 - Tekstslide

Hoe sluit je een zakelijke brief/mail af (slotformule)?

Slide 16 - Open vraag

Welke aanhef is goed?
A
Geachte P. Helder,
B
Geachte heer P. Helder,
C
Geachte heer Helder,

Slide 17 - Quizvraag

Wat is een voorbeeld van een zakelijke brief/mail (er zijn meerdere antwoorden goed)?
A
sollicitatiebrief
B
uitnodiging
C
brief aan je oma
D
klachtenbrief

Slide 18 - Quizvraag

De inleiding van een zakelijke brief mag met 'ik' beginnen.
A
Ja
B
Nee

Slide 19 - Quizvraag

Hoeveel alinea's moet je zakelijke brief minimaal hebben?
A
2
B
3
C
4
D
5

Slide 20 - Quizvraag

Hoe begin je de aanleiding?
A
Deze mail schrijf ik, omdat
B
Ik schrijf deze mail naar aanleiding van
C
Ik schrijf deze mail, omdat
D
Naar aanleiding van ... schrijf ik deze mail

Slide 21 - Quizvraag

Welke teksten moet je in je examen kunnen schrijven?
A
brief, e-mail, opstel
B
brief, e-mail, artikel
C
brief, verhaal, opstel
D
brief, verhaal, artikel

Slide 22 - Quizvraag

Uit hoeveel alinea's bestaat een artikel minimaal?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 23 - Quizvraag