K1-W6 Professionele gesprekken voeren 3-4

Vandaag
-Inchecken & successen delen!
-Vragen?
- Overzicht eindopdrachten
- K1-W6 Professionele gesprekken
- Coachingsgesprekken 3-4
- Anita > Kjelle, Kim
Odilia > Azra, Britt

1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
WelzijnMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Vandaag
-Inchecken & successen delen!
-Vragen?
- Overzicht eindopdrachten
- K1-W6 Professionele gesprekken
- Coachingsgesprekken 3-4
- Anita > Kjelle, Kim
Odilia > Azra, Britt

Slide 1 - Tekstslide

Hoe zit je hier vandaag?
A
B
C

Slide 2 - Quizvraag

Slide 3 - Tekstslide

Vragen?

Slide 4 - Tekstslide

Overzicht eindopdracht
Via mail gestuurd

Kan je hier iets mee?

Slide 5 - Tekstslide

Professionele gesprekken voeren.

Slide 6 - Tekstslide

K1-W6 
Doel:
Je past gesprekstechnieken toe tijdens een professioneel gesprek.

Slide 7 - Tekstslide

Hoe goed ben jij in een gesprek?
In de zorg is goede communicatie misschien 
wel het belangrijkste. 

Je praat voortdurend met cliënten en met collega's. 

Daarnaast vraagt de zorg om heldere afspraken en overleg. 

Slide 8 - Tekstslide

Communicatie heeft de volgende doelen:

  • Elkaar willen bereiken: je wilt de ander iets vertellen of vragen.
  • Zorgen voor meer contact, een betere omgang met elkaar.
  • Elkaar beter leren kennen en beter begrijpen.
  • Betere samenwerking.
  • Zorgen voor betere zorg en dienstverlening.
  • Een goed gesprek, een dialoog (een tweespraak, een samenspraak) dus luisteren en spreken.

Slide 9 - Tekstslide

Wat zijn volgens jullie ingrediënten voor een goed gesprek

Slide 10 - Open vraag

Een goed gesprek heb je als:
  • De tijd neemt.
  • Contact maakt en actief luistert.
  • Je kunt verplaatsen in het standpunt van de ander.
  • Uitgaat van gelijkwaardigheid, zorgt voor ‘tweerichtingsverkeer’.
  • Kunt zeggen wat je op je hart hebt.
  • Niet denkt tegen anderen (geen 'ja, maar…') maar samen denkt (‘ja, en…').
  • Niet zoekt naar een beslissing of oplossing.
  • Bewust bent van je lichaamshouding, je lichaamstaal.
  • Je bewust bent van je positie, je rol.
  • Rekening houdt met de privacy van de ander.
  • Open vragen stelt

Slide 11 - Tekstslide

Wat voor soort professionele gesprekken voeren jullie in je werk?

Slide 12 - Open vraag

Professionele gesprekken in de zorg

  • intakegesprek
  • kennismakingsgesprek
  • introductiegesprek
  • adviesgesprek
  • helpend gesprek
  • slechtnieuwsgesprek
  • evaluatiegesprek
  • probleemoplossend gesprek
  • steunend-structurerend gesprek

Slide 13 - Tekstslide

Een goede voorbereiding is het halve werk.....
Hoe kun je je goed voorbereiden op een professioneel gesprek?

Slide 14 - Open vraag

Professioneel gesprek
Een professioneel gesprek is opgebouwd uit drie fases:
  • opstartfase: ontvangst, aansluiten bij de zorgvrager, structuur aanbieden, doel bespreken
  • hoofdfase: tot de kern komen, afhankelijk van het type gesprek
  • afrondingsfase: afronding aankondigen, samenvatten, afspraken weergeven, ervaringen delen, afscheid

Slide 15 - Tekstslide

Open vraag 
  • Begint vaak met een vragend voornaamwoord: wie, welke, hoe, wat, wanneer, waarom?
  • Gesprek kost tijd.
  • Meer informatie.
Gesloten vraag
  • Kan met ja/nee of slechts een beperkt aantal keuzeopties beantwoord worden.
  • Efficiënt bij korte, specifieke vragen.
  • Weinig informatie.

Slide 16 - Tekstslide

Wondervraag
  • Hoe zou uw situatie zijn als er een wonder zou gebeuren die alle problemen oplost?
  • Stimuleert zelfoplossend vermogen van de cliënt.
  • Je richt je op de oplossing, niet op het probleem.
Reflecterende vraag
  • 'U maakt zich zorgen, klopt dat?'
  • Reflecteren is het gevoel van de ander proberen weer te geven.

Slide 17 - Tekstslide

Schaalvraag
  • 'Op een schaal van 1 tot 10, hoeveel pijn heeft u?'
  • 'Wat is er nodig om van een 4 een 5 te maken?'
  • Je kunt een cliënt bewust maken van vooruitgang en je maakt concreet hoe je vooruitgang kan boeken.
Copingvraag
  • 'Hoe lukt het u om zo goed om te gaan met deze situatie?'
  • Je vraagt hoe een cliënt omgaat met de situatie waarin hij zich bevindt.

Slide 18 - Tekstslide

Suggestieve vraag
  • 'U wilt zeker geen koffie meer hè?'
  • Jouw eigen mening of idee zit verweven in de vraag.
  • Je stuurt de cliënt naar een bepaald antwoord toe.
  • Ben je eigenlijk wel geïnteresseerd in de mening van de ander?
Dubbele vraag
  • 'Hoe gaat het met u? Wilt u dat ik de ramen open zet?'
  • Kan verwarrend zijn voor de cliënt.




Slide 19 - Tekstslide

Communicatietip 1

Slide 20 - Tekstslide

Communicatietip 2

Slide 21 - Tekstslide

Communicatietip 3

Slide 22 - Tekstslide

Communicatietip 4

Slide 23 - Tekstslide

Communicatietip 5

Slide 24 - Tekstslide

Communicatietip 6

Slide 25 - Tekstslide

Communicatietip 7

Slide 26 - Tekstslide

Communicatietip 8

Slide 27 - Tekstslide

Oefenen
groepjes van 4 of 5
Oefening met daarin verschillende casussen
Kies als groepje welke casus je wilt oefenen
Doe het volgens de stappen op het formulier
Koppel punt 7 terug in de groep

Slide 28 - Tekstslide

Afsluiting
Volgende week > graag nadenken over een situatie in de praktijk die jij lastig vond of waarvan je dacht hoe kan dit. 
Hier gaan we mee aan de slag.

Coaching:
Anita > Kjell en Kim
Odilia > Azra en Britt

Slide 29 - Tekstslide