Procentsommen

1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

In deze les zitten 15 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Welkom 4 Kader
Procentsommen
Economie
Mark Barnhoorn 
29-02-2024

Slide 2 - Tekstslide

Programma
- Welkom
- Leerdoelen
- Theorie over procenten
- Drie soorten procentsommen behandelen
- Oefenen met sommen
- Aan de slag en bespreken

Slide 3 - Tekstslide

Leerdoelen
Aan het einde van deze presentatie:

  •  Weet je wat procenten zijn
  • Welke drie soorten procentsommen er zijn
  • Je zelfstandig aan de slag kan met het oefenen van procenten

Slide 4 - Tekstslide

Procenten
Woord uit het Latijns en betekent per honderd
1% betekent eigenlijk 1 van de 100

Het zijn eigenlijk net breuken maar dan met een %-teken
5% =     5                  
            100
Of als een kommagetal schrijven 
5% =  0,05         75%=  0,75           100%= 1          (Daarom doen wij vaak X 100)

Slide 5 - Tekstslide

Procentensom 1
1. Een percentage ( procent) van een bedrag

"Je wilt weten hoeveel procent het getal is van een bedrag".
Getal : 100  X  aantal % = antwoord.

stap 1: rekenen naar 1%
stap 2: vermenigvuldigen met het  aantal % 

Slide 6 - Tekstslide

Voorbeeld
Leon krijgt 2% rente over zijn spaargeld van €1200,-. 

vraag: hoeveel rente krijgt Leon? 
formule:  Getal/100 X aantal % = antwoord

stap 1: 1200 / 100= 12 ( 1% van 1200)
stap 2: 12 X 2 = 24

Slide 7 - Tekstslide

Procentsom 2
2. Bedrag uitdrukken in procenten

- Zelf uitrekenen hoeveel procent iets is. 
"Hoeveel is een deel van het geheel?"
Geheel is altijd 100%


Slide 8 - Tekstslide

Voorbeeldsom
Van de 30 leerlingen zijn er 16 meiden in de klas. vraag: hoeveel procent van de klas zijn jongens?
 

Formule: Deel/Geheel X 100 %=
deel: 14 jongens
geheel is de klas = 30 leerlingen
14/30 X 100% = 46,67%

Slide 9 - Tekstslide

Procentsom 3
gebruiken wij vaak in de economie, voor stijging of daling van een afgelopen periode. 

In de vraag staat altijd: "Procenten, toename/afname"

(Nieuw-oud) : Oud X 100 = ..% stijging/daling

Slide 10 - Tekstslide

voorbeeld

Afgelopen week werden er 153.957 besmettingen geregistreerd bij de GGD. twee weken geleden waren dat er 110.558.
Met hoeveel procent zijn de aantal besmettingen gestegen ten opzichte van twee weken geleden?

(Nieuw-oud) : Oud X 100 = ..% stijging/daling
(153.957-110.558) : 110.558 X 100= 39,3% gestegen!


Slide 11 - Tekstslide

Oefenen
Hilde wilt een nieuwe tv kopen, ze ziet een mooie Samsung Smart tv voor 800 euro. Vanwege het schrikkeljaar, biedt Mediamarkt haar een kortingsbedrag van 15%. 

Gevraagd: hoeveel kost de tv van Hilde? 
(Je hoeft geen rekening houden met de btw)
timer
3:00

Slide 12 - Tekstslide

Oefenen 2
Als een jas oorspronkelijk €150 kost en nu wordt verkocht voor €120, wat is dan het percentage van de oorspronkelijke prijs dat de nieuwe verkoopprijs vertegenwoordigt?
timer
5:00

Slide 13 - Tekstslide

Oefenen 3
Een lokale supermarkt, genaamd "Frisse Markt", heeft in 2020 een jaarlijkse omzet van €800.000 behaald. Door een toename van de concurrentie in de buurt en de COVID-19-pandemie daalde de omzet in 2021 naar €720.000.
Wat is de procentuele stijging/verandering van 2020 naar 2021?

Slide 14 - Tekstslide

Aan de slag
oefenblad met verschillende procentsommen (Classroom)
Klaar? oefenen met Examenkracht (Magister ELO)


Slide 15 - Tekstslide