Verhaalsommen kerst

• Rekenen
• Basisschool
• Groep 5

Verhaalsommen kerst

Merel koopt 6 kaartjes voor het ballet "De Notenkraker". Eén kaartje kost 12 euro. Hoeveel moet ze betalen?

Elise maakt kerstkransen en verkoopt die voor het goede doel. Ze verkoopt 14 kerstkransen. Eén kerstkrans kost 7 euro. Hoeveel geld heeft ze verdiend?

De elfjes hebben 624 kerstkoekjes gebakken. Ze stoppen er steeds 4 in een zakje. Hoeveel zakjes kunnen ze vullen?

Op de kerstmarkt worden 10 kerstbomen verkocht. Eén kerstboom kost 20 euro. Hoeveel geld heeft de verkoper gekregen?

Juf pakt cadeautjes in voor de klas. Voor elk cadeautje heeft ze 30 cm papier nodig. Ze heeft een rol van 300 cm. Hoeveel cadeautjes kan ze hiermee inpakken?

De kerstman heeft 8 rendieren. Ieder rendier eet 2 kilo rendiermos per dag. Hoeveel eten ze in totaal in 1 dag?

Alex koopt kerst cadeaupapier voor 3 euro per rol. Hij heeft 9 rollen nodig om al zijn cadeaus in te pakken. Hoeveel moet hij betalen?

Mike gaat kerstsokken kopen. Eén paar sokken kost 3 euro. Mike heeft 21 euro in zijn portemonnee. Hoeveel sokken kan hij kopen?

Emma koopt kerstballen. Ze kosten 3 euro per pakje en Emma koopt 6 pakjes. Hoeveel moet Emma betalen?

De kerstman heeft 24 kilo rendiervoer. In elke voerbak doet hij 4 kilo. Hoeveel voerbakken kan hij vullen?

Roel heeft 8 rondjes geschaatst. Elk rondje is 400 meter. Hoeveel meter heeft Roel geschaatst?

Freek koopt 14 nieuwe kerstmutsen. Eén kerstmuts kost 7 euro. Hoeveel moet Freek betalen?

De kerstman gaat kerstsokken vullen. In elke sok stopt hij 4 cadeautjes. Hij heeft 36 cadeautjes bij zich. Hoeveel sokken kan hij vullen?

Ik wil peperkoekmannetjes kopen. Ik heb 12 euro in mijn portemonnee. 1 Mannetje kost 2 euro. Hoeveel kan ik er kopen?