Je weet dat de ruimte van een verhaal bij kan dragen aan spanning en sfeer.
Je weet wat concrete en abstracte motieven zijn, en dat ze samenhangen met de betekenislaag.
Je weet wat een 'thema' is.
Je weet wat de 'hamvraag' is.
Slide 3 - Tekstslide
Ruimte
Niet alleen locaties, ook bijv. het weer en seizoenen
Draagt bij aan sfeer (en spanning)
Parallel: bijv. liefdesverdriet en regen
Contrast: bijv. liefdesverdriet en heerlijk weer
Slide 4 - Tekstslide
Thema en motieven
Wat is ook alweer een belangrijk doel van Literatuur?
Aan het denken zetten over diepere betekenislaag > het gaat over meer dan alleen de personages en gebeurtenissen.
Dit noemen we het thema= het onderwerp, in één woord, waarover de schrijver jou aan het denken wil zetten.
Motieven zijn verhaalelementen die je op het spoor kunnen zetten van deze diepere betekenislaag/ het thema.
Slide 5 - Tekstslide
Motieven
Concreet: komen expliciet terug in het verhaal
Bijv.: een kleur, voorwerp, dier dat steeds terugkomt
Symbolen: getallen, voorwerpen, dieren, kleuren met een vaste betekenis (rood = passie en liefde, witte duif = vrede)
Abstract: komen niet letterlijk terug in het verhaal (bijv. dood, onmacht, schaamte)
Concreet: zwart | abstract: dood | thema: vergankelijkheid
Slide 6 - Tekstslide
Hamvraag
'De hamvraag' betekent 'de cruciale vraag'
Het is de vraag waar het allemaal om draait
Bijv.: Onderwerp: problematische relatie ouder en kind Thema: loyaliteit (van kind naar ouder) Hamvraag: hoe ver reikt jouw loyaliteit als kind naar je ouders?
Slide 7 - Tekstslide
Aan de slag
Zie classroom: vragen bij 'het kistje;
Lees eerst de vragen van de opdracht
Lees het korte verhaal 'het kistje'
Beantwoord de vragen (mag in tweetallen)
10 minuten
Daarna in groepjes van vier jullie antwoorden vergelijken
Slide 8 - Tekstslide
Klaar?
Oefenen spelling
Eerst: 7.2 minimaal 3 opdrachten > 70%
Daarna verder oefenen met 7.1, 7.2, 7.3, 7.7 of 7.8
Slide 9 - Tekstslide
Vooruitblik
Volgende les: werkwoordspelling 7.2, 3 opdrachten min > 70%
Dinsdag 26 september: so Spelling & Formuleren (zie leerstof Magister)
Woensdag 27 september: boek 1 uit + boekopdracht in de les
Toets in de toetsweek: proza & poëzie
Proza: begrippen uit reader proza kennen en kunnen toepassen
Poëzie: soorten rijm, beeldspraak & stijlfiguren en vaste dichtvormen kennen en kunnen toepassen