dag 4

Nieuwe woorden thema 14
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Nieuwe woorden thema 14

Slide 1 - Tekstslide

lukken
  • je probeert iets en het gaat goed
  • lukken <---> mislukken
  • zin: Ik probeerde je te bellen, maar het is niet gelukt

Slide 2 - Tekstslide

de manier
  • hoe je iets doet of hoe iets gebeurt
  • de manier -  de manieren
  • zin: Je kunt op verschillende manieren je veters strikken.

Slide 3 - Tekstslide

nadenken
  • langer denken over iets
  • werkwoord
  • ik denk na - wij denken na
  • zin: Ik wil misschien verhuizen. Ik ga er goed over nadenken

Slide 4 - Tekstslide

natuurlijk
  • ja hoor
  • dat begrijpt iedereen, dat is heel vaak zo
  • zin: Wil je me helpen? Natuurlijk!
  • zin: Natuurlijk is de trein weer te laat! 

Slide 5 - Tekstslide

oefenen
  • iets maar weer proberen, net zo lang tot je het kunt
  • werkwoord
  • ik oefen - wij oefenen
  • zin: Zij oefent elke dag op de piano. 

Slide 6 - Tekstslide

het onderwerp
  • dat waarover iets gaat
  •  zin: Wat is het onderwerp van dit boek? 

Slide 7 - Tekstslide

Als ik veel ...... en veel .......
dan gaat het me ..........
4
A
oefen - nadenk - lukken
B
nadenk - oefen - lukken
C
manier - nadenk - nadenken
D
nadenken - oefenen - lukken

Slide 8 - Quizvraag

Maak een zin met:
Werkwoord: oefenen
/ mijn broer
4
timer
1:30

Slide 9 - Open vraag

4
timer
1:30
Wat gaat jou zeker lukken in je leven?

Slide 10 - Woordweb

A - Hij denkt heel veel na.
B - Denk jij heel veel na?
C - Wij denken na heel veel.
4
A
A - fout B - goed C - fout
B
A - fout B - fout C - fout
C
A - goed B - goed C - fout
D
A - fout B - goed C - goed

Slide 11 - Quizvraag

A -Mijn zus krijgt een medaille.
B - Krijgt jij een medaille?
C - Jij geeft een medaile aan mij.
4
A
A - fout B - fout C - goed
B
A - fout B - goed C - fout
C
A - goed B - fout C - fout
D
A - goed B - fout C - fout

Slide 12 - Quizvraag

Geef antwoord met een goede zin.
Wat is een "goede manier" op school?
4

Slide 13 - Open vraag