Les 3 medicatie

leerdoelen 

  • De student kan vertellen welke toedieningen vormen er zijn.
  • De student kan de regel van 5 bij het uitdelen van medicatie benoemen.
  • De student  kan vertellen wat te doen bij fout signaleren. 
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
Zorg en WelzijnMiddelbare schoolMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

leerdoelen 

  • De student kan vertellen welke toedieningen vormen er zijn.
  • De student kan de regel van 5 bij het uitdelen van medicatie benoemen.
  • De student  kan vertellen wat te doen bij fout signaleren. 

Slide 1 - Tekstslide

De vorige lessen
wat weet je nog ?

Slide 2 - Woordweb

Huiswerk 
Opdrachten 1-2-6-9  
Moeilijke worden uit het filmpje ? 

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

Vragen ?
  •  Hoe heeft het incident kunnen gebeuren? 
  • Hoe had je dit incident kunnen voorkomen?

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Video

Bijwerkingen van medicijnen

  • Bijsluiter
  • Alert op zijn
  • Rapporteren

Veel voorkomende bijwerkingen:

  • Overgevoeligheidsreacties
  • Beïnvloeding van het dagelijks functioneren
  • Gewenning
  • Resistentie
  • Medicijnverslaving ( slaap medicatie, opiaten)
  • Onderlinge beïnvloeding




Slide 7 - Tekstslide

Wat gaan we doen deze les

  • medicatie algemeen 
  • Observatie en bijwerkingen
  • Redenen van toedieningswijze  
  • Administratie bij medicatie delen 
  • Regels en samenwerken 
  • Fout en wat nu!
  • Zie ook reader Handreiking medicatiebeleid GHZ.

Slide 8 - Tekstslide

soorten medicijnen

Slide 9 - Tekstslide

toediening niet vermalen 
Medicijnen die niet mogen worden vermalen hebben vaak een vertraagde afgifte; achter de generieke naam staat dan;
  • retard ( vetraagd)
  • SR ( slow release)
  • ZOC (zero onder control)
  • FO ( filmomhuld)
  • EC (enteric coated)
  • MGA( met gereguleerde afgifte MSR ( maag apresistent

Slide 10 - Tekstslide

Toedieningswijze geneesmiddelen 
  • Via de mond oraal (drankjes, tabletten)
  • Via de darmen rectaal(zetpil ingebracht via de anus)
  • Via de huid cutaan (crème, zalf)
  • Via de slijmvliezen (oogdruppels, inhalatoren of spray via mond/inademing)
  • Per injectie (onderhuids sc , in een spier im of bloedvat iv )

Slide 11 - Tekstslide

Toedieningswijzen
  • Enteraal (oraal, rectaal, sublinguaal)
  • Parenteraal (transdermaal bv pleister, injectie sub/im/iv) vlgd les 
  • Lokaal (oog-/oor druppels,  inhalatie)

Slide 12 - Tekstslide

Toedieningswijze 
Entraal 
Perenteraal 
lokaal 

Slide 13 - Sleepvraag

Oraal
A
Medicijnen via de Anus
B
medicijnen via de huid
C
medicijnen via een spuit
D
Medicijnen via de Mond

Slide 14 - Quizvraag

Rectaal
A
Medicijnen via de longen
B
medicijnen via de huid
C
medicijnen via de anus
D
medicijnen via de mond

Slide 15 - Quizvraag

inhalatie
A
Medicijnen via de longen
B
medicijnen via de huid
C
medicijnen via de anus
D
medicijnen via de mond

Slide 16 - Quizvraag

leerdoelen 

  • welke toedieningen vormen ken je nog ?
  • Wat is regel van  5 bij het uitdelen van medicatie. 
  • Wat te doen bij een fout maken of signaleren. 

Slide 17 - Tekstslide

Opdrachten Boom boek Mensen 

Slide 18 - Tekstslide

Dan mogen jullie naar Ina  
zijn er nog vragen?

Slide 19 - Tekstslide

Opdrachten eDition 
Klassen Code:
  •  ammz2a: 9LIX9CEF / Y7JQ9M65 
  • ammz2B:WEZHRU9L
Opdrachten hoofdstuk 10 
Bevoegd en bekwaam 
Opdracht 10.30 = af ronden 
Medicijnen 1: 
van voorschrijven tot toedienen  
Opdracht 10.31= afronden 
Opdracht  10- 32 = huiswerk 


Slide 20 - Tekstslide