Les 5.2

 Today
  • Check homework exercises

  • Explain grammar:  future
       -  will
       -  to be going to
       -  present continuous
       -  present simple
  • Quizizz about grammar
  • Work on homework exercises


     
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 11 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

 Today
  • Check homework exercises

  • Explain grammar:  future
       -  will
       -  to be going to
       -  present continuous
       -  present simple
  • Quizizz about grammar
  • Work on homework exercises


     

Slide 1 - Tekstslide

Check homework 
Exercise 25 & 26
WB page 51
WB page 19-20
Herhaling exercise 5

Slide 2 - Tekstslide

Please take your notebook in front of you!

Slide 3 - Tekstslide

Future
In het Nederlands:
toekomende tijd


1)  will
2)  to be going to
3)  present continuous
4)  present simple

Slide 4 - Tekstslide

Will
Vorm:

will (not) + hele werkwoord
I think we will win the lottery.

Gebruik:

  • voorspelling waarvoor GEEN bewijs is
  • beloftes, iemand iets aanbieden, aankondigen en besluiten
I promise I will do my chores later this afternoon.

Slide 5 - Tekstslide

To be going to
Vorm:

am/are/is + (not) going to + hele werkwoord
It isn't going to rain today. The sky is blue.

Gebruik:

  • voorspelling waarvoor je WEL bewijs hebt
  • aangeven dat iemand in de toekomst iets van plan is
I am going to call him later this week.

Slide 6 - Tekstslide

Present continuous
Vorm:

am/are/is (not) + hele werkwoord + -ing
I am meeting Sarah for lunch next Monday.

Gebruik:

  • afspraken in de nabije toekomst waarvan de tijd en/of plaats al vast staan
My parents are leaving for Italy next month.

Slide 7 - Tekstslide

Present simple
Vorm:

hele werkwoord  OF  shit-rule (+s bij he/she/it)
The train leaves in 5 minutes.

Gebruik:

  • vaststaande gebeurtenissen die onderdeel zijn van een dienstregeling, rooster of ander schema
The supermarket opens at 8 o'clock.

Slide 8 - Tekstslide

Future
In het Nederlands:
toekomende tijd


1)  will
2)  to be going to
3)  present continuous
4)  present simple

Slide 9 - Tekstslide

           Quizizz
future

Slide 10 - Tekstslide

Work on homework
Done?

  • Extra grammar practice online
  • Study irregular verbs
  • Work on a different subject
  • Read a book




    Do: Exercise 25 & 26 (WB page 19-20)

    Do: Herhaling exercises 5 (WB page 51)

    Slide 11 - Tekstslide