Voortdurend
controleren van begripDenk hierbij aan:
- Het bieden van denktijd (schoudermaatjesoverleg)
- Het geven van willekeurige beurten (m.b.v. beurtenstokjes)
- Het monitoren van de antwoorden (d.m.v. wisbordjes)
Het geven van feedback gericht op succes
1. Goede antwoord herhalen.
2. Incompleet antwoord aanvullen en het goede antwoord voor de hele groep benoemen.
3. Bij een fout antwoord op weg helpen en zeggen ‘ik kom zo bij je terug’. Na een goed antwoord van een andere leerling te hebben gehoord, nog eens de beurt geven. Complimenteren bij goed antwoord.
4. Bij fout antwoord voorzeggen en letterlijk laten herhalen. Op de lijst zetten voor de verlengde instructie.
5. Als twee leerlingen een fout antwoord geven, opnieuw instructie geven.
Lesdoel
Concept, vaardigheid, context