Expliciete directe instructie

1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
Zorg en WelzijnHBOStudiejaar 4

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Directe instructie

Slide 2 - Woordweb

Opdracht 1
• Schrijf op wat je vandaag allemaal hebt gedaan tijdens de rekenles, in chronologische volgorde.
• Schrijf op wat het doel van je rekenles was.
• Noteer achter de activiteiten (vraag 1) een D als deze activiteit een directe relatie had met het behalen van je lesdoel.
• Bespreek in tweetallen de uitkomst:
- Wat is de verhouding tussen doelgerichte en niet-doelgerichte activiteiten?
- Met welke bedoeling heb je de niet-doelgerichte activiteiten met jouw leerlingen gedaan?



Slide 3 - Tekstslide

Opdracht 1
• Hebben jouw leerlingen het lesdoel behaald?

• Hoe weet je dat?

• Waren er leerlingen bij die het lesdoel niet gehaald hebben?
• Wat heb je daarmee gedaan?




• Wat heb je daarmee gedaan?

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Controle van begrip (Cvb)
Je stelt cvb-vragen 
• over het lesdoel dat je met de kinderen deelt,  
• tijdens het activeren van de voorkennis,
• tijdens de uitleg van de leerstof,
• tijdens de begeleide inoefening en
• tijdens de lesafsluiting.

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Met welk doel stel je controle van begrip-vragen?

Slide 8 - Open vraag

Denktijd: Schoudermaatjes-overleg
Willekeurige beurten: Beurtenstokjes
Antwoorden monitoren: Wisbordjes, Lessonup/Mentimeter/Kahoot

Slide 9 - Tekstslide

Feedback
1. Ik herhaal het goede antwoord.
2. Ik vul aan en benoem het goede antwoord voor de hele groep.
3. Bij een fout antwoord op weg helpen en zeggen ‘ik kom zo bij je terug’. Na een goed antwoord van een andere leerling te hebben gehoord, nog eens de beurt geven.
Complimenteren bij goed antwoord. 
Bij fout antwoord voorzeggen en letterlijk laten herhalen. Op de lijst zetten voor de verlengde instructie.
4. Als twee leerlingen een fout antwoord geven, opnieuw instructie geven.

Slide 10 - Tekstslide

Lesdoel
* Doelgericht i.p.v. activiteitgericht
* Alle leerlingen krijgen de kans om succesvol mee te doen 
* Controle van het resultaat
* Duidelijkheid
* Haalbaar hoger niveau

Slide 11 - Tekstslide

Lesdoel
Concept
(hoofdgedachte, zelfstandig naamwoord)

Vaardigheid
(techniek, werkwoord)

Context
(situatie, niet altijd benoemd)
 

Slide 12 - Tekstslide

Voorbeeld
Ik kan een samenvatting van een krantenartikel schrijven

Concept: 
Vaardigheid:
Context:

Slide 13 - Tekstslide

Voorbeeld
Wat is er mis?

Kinderen leren de letter S 

Slide 14 - Tekstslide

Opdracht 2
Ik kan driehoeken herkennen tussen andere vormen.
- Concept:
- Vaardigheid:
- Context:

Ik kan de gemiddelde snelheid van een voertuig berekenen.
- Concept:
- Vaardigheid:
- Context:


Slide 15 - Tekstslide

Ik kan de coördinaten van een schip aflezen bij het spel Zeeslag.
- Concept:
- Vaardigheid:
- Context:


Ik kan de waarden van enkelvoudige romeinse cijfers aangeven.
- Concept:
- Vaardigheid:
- Context:

Ik kan de buurgetallen opzoeken van getallen t/m 10 m.b.v de getalrij.
- Concept:
- Vaardigheid:
- Context:






Ik kan uitleggen wat de overeenkomsten en verschillen zijn tussen scharreleieren en biologische eieren. 
- Concept:
- Vaardigheid:
- Context:

Slide 16 - Tekstslide

Opdracht 3
Neem de handleiding van rekenen voor je opengeslagen op de volgende rekenles die je gaat geven.

- Bekijk de beschreven doelen.
- Welke doelen zijn nieuw voor de leerlingen?

- Welk doel zou je kiezen als lesdoel? 
Kun je eventueel meerdere doelen combineren tot één nieuw doel?
Let hierbij goed op de verwerkingsopdrachten uit het werkboek.

- Onderstreep het concept (rechte lijn) en de vaardigheid (golflijntje).  

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Video

Tot nu toe...
Voortdurend controleren van begrip
Denk hierbij aan:
- Het bieden van denktijd (schoudermaatjesoverleg)
- Het geven van willekeurige beurten (m.b.v. beurtenstokjes)
- Het monitoren van de antwoorden (d.m.v. wisbordjes)
Het geven van feedback gericht op succes 
1. Goede antwoord herhalen
2. Incompleet antwoord aanvullen en het goede antwoord voor de hele groep benoemen.
3. Bij een fout antwoord op weg helpen en zeggen ‘ik kom zo bij je terug’. Na een goed antwoord van een andere leerling te hebben gehoord, nog eens de beurt geven.  Complimenteren bij goed antwoord.  
4. Bij fout antwoord voorzeggen en letterlijk laten herhalen. Op de lijst zetten voor de verlengde instructie.
5. Als twee leerlingen een fout antwoord geven, opnieuw instructie geven.
Lesdoel
Concept, vaardigheid, context

Slide 19 - Tekstslide

Het delen van het lesdoel met de leerlingen
1. Presenteer het lesdoel (op het bord, op een werkblad)
2. Leerlingen laten praten over het lesdoel (warming up): Aan elkaar vertellen
3. Controle van begrip 

Denk bij het delen van het lesdoel aan:
- Visuele ondersteuning
- Klassikaal hardop lezen van het doel
- Moeilijke woorden expliciet laten uitspreken en bespreken

Slide 20 - Tekstslide

Voorbeeld
Lesdoel: Ik kan getallen t/m 10 splitsen

Slide 21 - Tekstslide

Geef (positieve) feedback op het gegeven voorbeeld door je collega (make her or him feel good!)

Slide 22 - Open vraag

Onderwijzen van het belang van het lesdoel
1. Kies een moment in de les (zo gauw de leerlingen het concept en de vaardigheid begrijpen);
2. Geef verschillende redenen (persoonlijke redenen, van belang voor het 'echte' leven, van belang voor het leren op school);
3. Vraag de leerlingen om aanvullende redenen;
4. Stel CVB-vragen over het belang van het lesdoel.

Slide 23 - Tekstslide

Verschillende redenen
Persoonlijk:
'Als je weet dat 1/8 kleiner is dan 1/4, kun je het grootste stuk taart kiezen';
'Als je de voorrangsregels kent, neem je veiliger deel aan het verkeer';
'Als je de oppervlakte kunt berekenen, weet je hoeveel tegels je moet bestellen bij het aanleggen van je tuin'.

Slide 24 - Tekstslide

Van belang voor het 'echte' leven
'Het is handig om de hoofdsteden van de provincies te kennen zodat je je goed kunt oriënteren als je op reis bent';
'Het is handig om te weten hoe alfabetische volgorde werkt zodat je snel kunt zien of je naam voorkomt op een lijst';
'Als je iets tussen aanhalingstekens ziet staan, weet je dat dit een uitspraak is van iemand'.

Slide 25 - Tekstslide

Van belang voor het leren op school
'Je moet de tafels kennen omdat je in het volgend blok staartdelingen gaat leren maken';
'Je moet snel woorden goed leren lezen, zodat je een goede score op de DMT kunt halen';
'Als ik een zin kan ontleden, dan kan ik later beter een andere taal leren'.

Slide 26 - Tekstslide

Lesdoel: Ik kan de buurgetallen benoemen van de getallen t/m 10
Noem voorbeelden van het belang van dit lesdoel voor het 'echte' leven.

Slide 27 - Open vraag

Activeren van voorkennis (AVV)
Verbinding tussen wat leerlingen al weten (opgeslagen in het lange termijngeheugen) en de nieuwe leerstof die wordt onderwezen.

Opgeslagen kennis (voorkennis) wordt opgehaald uit het langetermijngeheugen en in het werkgeheugen geplaatst. De nieuwe leerstof kan zo worden vastgehaakt aan reeds aanwezige kennis (een nieuwe verbinding wordt gemaakt).

Laat leerlingen nadenken over het onderwerp (niet het lesdoel) in het algemeen.
Voorbeeld: Bij een les over het berekenen van rentepercentages kun je de leerlingen vragen op de wisbordjes te schrijven (of in woordweb van lesson up) wat ze weten over Sparen.

Belangrijk: Geef eerst zelf een voorbeeld voor je de kinderen naar voorbeelden vraagt.

Slide 28 - Tekstslide

Drie stappen
1. Kiezen welke voorkennis je activeert
- Eigen ervaringen
- Oud leerdoel
Haak aan bij
- Concept
- Vaardigheid

2. Denken en delen
Eigen ervaringen: laten beschrijven/verwoorden (middels wisbordjes of schoudermaatjesoverleg)
Oud leerdoel: CVB-vragen stellen na eerst zelf een voorbeeld te hebben gegeven.

3. Verbinden met de nieuwe leerstof
Expliciet uitleggen wat het verband is tussen wat de leerlingen al weten en wat ze deze les gaan leren.

Slide 29 - Tekstslide

Eigen ervaringen of oud leerdoel
Eigen ervaringen: Laat leerlingen nadenken over hun persoonlijke kennis en ervaringen die verband houden met het lesdoel;

Opfrissen oud leerdoel: Behandel kort een leerdoel dat al eerder is onderwezen en dat nodig is voor het goed kunnen begrijpen van het nieuwe lesdoel. Bijvoorbeeld bij een les over provinciehoofdsteden eerst kort de provincies herhalen.
Stel CVB-vragen.

Slide 30 - Tekstslide

Kies concept of vaardigheid waar je de voorkennis aan gaat koppelen

- Ik kan de belangrijkste vormen van recreatie benoemen die in Drenthe voorkomen;
- Ik kan mijn zelfgeschreven tekst indelen in alinea's;
- Ik kan twee kommagetallen met elkaar vermenigvuldigen.

Slide 31 - Tekstslide