M2b 2022, herhalingsles moeilijke onderdelen PW 2

Start
We gaan over 2 minuten starten.
Ik wil dat het compleet stil is, zodat ik kan vertellen wat we vandaag gaan doen.

CAMERA AAN, MICROFOON UIT
timer
2:00
1 / 39
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

In deze les zitten 39 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Start
We gaan over 2 minuten starten.
Ik wil dat het compleet stil is, zodat ik kan vertellen wat we vandaag gaan doen.

CAMERA AAN, MICROFOON UIT
timer
2:00

Slide 1 - Tekstslide

24 January 2022
Nieuw onderwerp (herhaling vorig jaar):
- hoofdtelwoorden - rangtelwoorden

Herhaling onderwerpen:
- 1 t/m 90 onregelmatige werkwoorden
- bijvoeglijke naamwoorden - bijwoorden
- genitive - meervoud

Slide 2 - Tekstslide

Doel docent deze les:
Zo min mogelijk aan het woord zijn i.v.m. keelpijn

Slide 3 - Tekstslide

Bestuderen
Je krijgt 2 minuten om de volgende slide zo goed mogelijk in stilte te bestuderen. Vervolgens krijg je hier opdrachten over. 

Slide 4 - Tekstslide

Hoofdtelwoorden
"gewoon" tellen: 1, 2, 3, 4 etc. 
Uit je hoofd leren: 1 t/m 20 en tientallen
Vervolgens kun je alles maken met de onderstaande regels. 

tussen de tientallen:
21 t/m 29, 31 t/m 39, 41 t/m 49, 51 t/m 59, 61 t/m 69, 71 t/m 79, 81 t/m 89, 91 t/m 99 
[tiental]-[1-9] 
VB: 99 = ninety-nine
Hooftelwoorden
"gewoon" tellen: 1, 2, 3, 4 etc.

Uit je hoofd leren: 1 t/m 20 en tientallen
Vervolgens kun je alles maken met de onderstaande regels. 

tussen de tientallen:
21 t/m 29, 31 t/m 39, 41 t/m 49, 51 t/m 59, 61 t/m 69, 71 t/m 79, 81 t/m 89, 91 t/m 99 
[tiental]-[1-9] 
VB: 99 = ninety-nine

timer
2:00

Slide 5 - Tekstslide

Hoe schrijf je 32 voluit?

Slide 6 - Open vraag

Hoe schrijf je 44 voluit?

Slide 7 - Open vraag

Hoe schrijf je 18 voluit?

Slide 8 - Open vraag

Hoe schrijf je 98 voluit?

Slide 9 - Open vraag

Bestuderen
Je krijgt 2 minuten om de volgende slide zo goed mogelijk in stilte te bestuderen. Vervolgens krijg je hier opdrachten over. 

Slide 10 - Tekstslide

Rangtelwoorden
Uit je hoofd leren: 1-20 rangtelwoorden, tientallen als hoofdtelwoord
Vervolgens kun je alles maken met de onderstaande regels. 

tussen de tientallen:
21 t/m 29, 31 t/m 39, 41 t/m 49, 51 t/m 59, 61 t/m 69, 71 t/m 79, 81 t/m 89, 91 t/m 99 
[tiental hoofdtelwoord]-[1-9 rangtelwoord] 
VB: 99 = ninety-ninth 
tiental 20, 30, 40, 50, 60, 70, 80, 90:
hoofdtelwoord – y +ieth
VB: twenty-y+ieth = twentieth 
Rangtelwoorden
Uit je hoofd leren: 1-20 rangtelwoorden, tientallen als hoofdtelwoord
Vervolgens kun je alles maken met de onderstaande regels. 

tussen de tientallen:
21 t/m 29, 31 t/m 39, 41 t/m 49, 51 t/m 59, 61 t/m 69, 71 t/m 79, 81 t/m 89, 91 t/m 99 
[tiental hoofdtelwoord]-[1-9 rangtelwoord] 
VB: 99 = ninety-ninth 

tiental 20, 30, 40, 50, 60, 70, 80, 90:
hoofdtelwoord – y +ieth
VB: twenty-y+ieth = twentieth 
timer
2:00

Slide 11 - Tekstslide

Hoe schrijf je 8ste voluit?

Slide 12 - Open vraag

Hoe schrijf je 72e voluit?

Slide 13 - Open vraag

Hoe schrijf je 65e voluit?

Slide 14 - Open vraag

Hoe schrijf je 12e voluit?

Slide 15 - Open vraag

1

Slide 16 - Video

03:39
Hoe goed ken je de onregelmatige werkwoorden al?
A
Perfect!
B
Goed!
C
Redelijk.
D
Slecht

Slide 17 - Quizvraag

Noem de 3 rijen van het onregelmatige werkwoorden 'gaan'. Schrijf het op met streepjes ertussen, vb: break-broke-broken

Slide 18 - Open vraag

Noem de 3 rijen van het onregelmatige werkwoorden 'schudden'. Schrijf het op met streepjes ertussen, vb: break-broke-broken

Slide 19 - Open vraag

Noem de 3 rijen van het onregelmatige werkwoorden '(ver)sturen'. Schrijf het op met streepjes ertussen, vb: break-broke-broken

Slide 20 - Open vraag

Noem de 3 rijen van het onregelmatige werkwoorden 'liggen'. Schrijf het op met streepjes ertussen, vb: break-broke-broken

Slide 21 - Open vraag

Bijvoeglijke naamwoorden & bijwoorden
Een bijv. nw. zegt iets over een zelfst. nw. (woord waar je de/het/een voor kan zetten)

a beautiful car
a polite woman
a delicious meal

Slide 22 - Tekstslide

Bijvoeglijke naamwoorden & bijwoorden
Een bijwoord zegt iets over:
1. een werkwoord
He drives slowly.

2. een bijvoeglijk naamwoord
An extremely beautiful person

3. een ander bijwoord
She sings really beautifully.

Slide 23 - Tekstslide

Bijvoeglijke naamwoorden & bijwoorden
1 uitzondering die je moet kennen:
good = bijv. nw.
well = bijw.

He is a good tennis player.
He plays tennis well

Slide 24 - Tekstslide

Vul de juiste vorm in: It's ___ (awful) cold outside.

Slide 25 - Open vraag

Vul de juiste vorm in: That is my
___ (beautiful) car.

Slide 26 - Open vraag

Vul de juiste vorm in: She is a really ___ (good) hockey player.

Slide 27 - Open vraag

Vul de juiste vorm in: He climbed up the ladder ____ (careful).

Slide 28 - Open vraag

Vul de juiste vorm in: They spoke ____ (quiet) because the baby was asleep.

Slide 29 - Open vraag

Genitive
Genitive = bezit
[eigenaar]'s/' [bezit]

Woorden die niet eindigen op een sisklank: 's. VB: John's bike.
Woorden die eindigen op een sisklank -> 's/'. VB: Kars's/Cars' bike
Meervoudsvormen die eindigen op een sisklank -> '

Slide 30 - Tekstslide

Meervoud
standaardregel +s                    VB: bike - bikes
eindigend op sisklank +es          VB: class - classes
medeklinker + y = -y +ies           VB: baby- babies
klinker + y = +s                             VB: boy - boys
+f/+fe = -f/-fe +ves                    VB: life - lives

Uitzonderingen (!):
child – children, tooth – teeth,  sheep – sheep, man – men,  foot – feet, mouse - mice, woman – women, fish – fish,  person - people                         


Slide 31 - Tekstslide

Omschrijf in eigen woorden het verschil tussen my friends' house en my friend's house

Slide 32 - Woordweb

Vertaal: mannen en vrouwen

Slide 33 - Open vraag

Vertaal: de tuin van mijn ouders

Slide 34 - Open vraag

Vertaal: de katten van Lars

Slide 35 - Open vraag

Vertaal: de tanden van Mary

Slide 36 - Open vraag

Hoe goed ging de grammatica van deze herhalingsles?
😒🙁😐🙂😃

Slide 37 - Poll

Welke acties ga je nog ondernemen op basis van de herhaling tot nu toe?

Slide 38 - Woordweb

Planning: les morgen
Hind -> na de les even blijven

Slide 39 - Tekstslide