§4 - Rechtszaak

                     §4 - Rechtszaak
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijleerMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

In deze les zitten 16 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

                     §4 - Rechtszaak

Slide 1 - Tekstslide

Officier van Justitie
  • aanklager (namens het Openbaar Ministerie)

  • leidt het opsporingsonderzoek

  • beslist of de verdachte naar de rechter gaat

  • eist in een strafzaak en bepaalde straf 

  • zorgt dat de straf wordt uitgevoerd

Slide 2 - Tekstslide

Wel of niet naar de rechter?


  • Seponeren =niet vervolgen

  • Schikken of transactie =boete geven


  • Vervolgen =rechtszaak

Slide 3 - Tekstslide

Proces-verbaal
Dit proces-verbaal wordt opgestuurd naar de Officier van Justitie. Hij besluit wat er met jouw zaak moet gebeuren. Hij kan kiezen uit:
- seponeren: ‘ de zaak vernietigen” / “ in de prullenbak gooien”
- schikking / geldboete
- vervolgen: er komt een rechtszaak

Slide 4 - Tekstslide

Dagvaarding
Als je voor de rechter moet verschijnen krijg je een dagvaarding: een brief waarin staat waar, waarom en wanneer je voor de rechter moet verschijnen.

Rechters in NL zijn onafhankelijk: zij mogen, binnen de grenzen van de wet, hun eigen beslissingen nemen. 

Slide 5 - Tekstslide

Hoe verloopt een rechtszaak
1. Opening: rechter: controle gegevens van verdachte
2. Aanklacht: Officier van Justitie: verdachte hoort waar hij van verdacht wordt
3. Verhoor verdachten: rechter, OvJ, advocaat
4. Verhoor getuigen: rechter, OvJ, advocaat
5. Officier van Justitie probeert schuld verdachte aan te tonen
6. Advocaat probeert onschuld verdachte aan te tonen
7. Verdacht heeft laatste woord
8. Vonnis: rechter: verdachte krijgt te horen of hij schuldig is en welke straf hij krijgt.

Slide 6 - Tekstslide

Vrouwe Justitia
afwegen voor- of tegenargumenten
straf
onpartijdigheid, onafhankelijk

Slide 7 - Tekstslide

Wie is wie?

  1. Verdachte
  2. Rechter
  3. Advocaat
  4. Getuige(n)
  5. Pers
  6. Publiek
  7. Officier van Justitie
  8. Griffier
Officier van Justitie
Getuige(n)
Verdachte
Advocaat
Griffier
Rechter
Pers
Publiek

Slide 8 - Tekstslide


1. 
De opening



Controleren van jouw gegevens

Slide 9 - Tekstslide


2. 
De aanklacht


De officier van justitie leest de aanklacht (=tenlastelegging) voor

Slide 10 - Tekstslide


3. 

Het getuigenverhoor



Mensen die iets gehoord of gezien hebben dat met de zaak te 

maken kan hebben. Getuigen mogen niet liegen.

Slide 11 - Tekstslide


4. 
Het verhoor van de verdachte


Eerst zelf vertellen wat er is gebeurd. Dan ondervragen de rechters, de officier van justitie en je eigen advocaat jou.

Slide 12 - Tekstslide


5. 

Het requisitoir



De officier van justitie zet na de ondervragingen alles nog even op een rijtje en komt met de strafeis

Slide 13 - Tekstslide


6. 
Het pleidooi



Jouw advocaat gaat jou verdedigen en vraagt om vrijspraak of een lichte straf. Soms doet de verdachte zelf zijn verdediging

Slide 14 - Tekstslide


7. 
Het laatste woord



Als verdachte heb je altijd het laatste woord. Je kunt ook nog iets zeggen over de strafeis van de officier

Slide 15 - Tekstslide


8. 

De uitspraak



De rechter vertelt of je schuldig of onschuldig bent en welke straf hij wil geven. Meestal is de uitspraak of het vonnis pas later

Slide 16 - Tekstslide