Rivieren - les 1

Rivieren
Thema A
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Rivieren
Thema A

Slide 1 - Tekstslide

Waarom dit onderwerp?
- Nederland = rivierengebied - hoe past ons leven zich daarop aan?

- Belangrijke waterbronnen die veranderen door bv. hogere temperaturen - welke gevolgen heeft dat?

Slide 2 - Tekstslide

Waar krijgen rivieren hun water van?

Slide 3 - Open vraag

Grootste rivier van Nederland?
(als in: meeste water)
A
Rijn
B
Maas
C
IJssel
D
Oranjekanaal

Slide 4 - Quizvraag

Wat gaan we leren?
- Waar water in de rivier vandaan komt, en waar het heen gaat

- Waarom het begin van de rivier er vaak heel anders uit ziet dan het midden of het eind

- Hoe wij in Nederland hebben leren leven met het water
> Excursie naar de IJssel om voorbeelden hiervan te zien

Slide 5 - Tekstslide

In deze les
- De context voor rivieren: de waterkringloop

- De verschillende soorten rivieren die we onderscheiden

Slide 6 - Tekstslide

Waterkringloop
Hoeveelheid water(damp) op aarde: altijd hetzelfde.

Een druppel/deeltje water verplaatst zich constant in wat we de waterkringloop noemen. >>

Waarom gebeurt dat?

Slide 7 - Tekstslide

Wat gebeurt er als water wordt opgewarmd (door bv. de zon)?

Slide 8 - Open vraag

Warm genoeg water -> verdamping.

Warme lucht stijgt -> koelt hoog in de lucht af -> waterdamp wordt waterdruppels.

Water gaat van gas naar vloeibaar.

Slide 9 - Tekstslide

Hoe heet een overgang van gas naar vloeibaar?
A
Verdampen
B
Sublimeren
C
Condenseren
D
Smelten

Slide 10 - Quizvraag

Na het condenseren zie je de druppels als wolken.

Als water uit zee verdampt, in de lucht condenseert, en boven zee valt als neerslag, zien we de
korte waterkringloop. >>

Wolken kunnen ook boven land gaan.

Slide 11 - Tekstslide

Waar kan water terecht komen als er boven land neerslag valt?

Slide 12 - Open vraag

Opties:
- Rivieren
- Sneeuw op een gletsjer
<< In de bodem (grondwater)

Zoek op online/in je basisboek:
Wat betekent dat woord
evapotranspiratie?

Slide 13 - Tekstslide

Evapotranspiratie betekent...

Slide 14 - Open vraag

Evapotranspiratie
Water van land komt weer in de lucht door:
- Evaporatie (verdamping uit rivier, meer etc.)
- Transpiratie (verdamping uit bomen en planten)

Uiteindelijk: terug naar zee. Dit is de lange waterkringloop.

Slide 15 - Tekstslide

Zelf aan de slag
Teken: de korte en lange waterkringloop.
Gebruik: basisboek nummer 92

Laat deze begrippen zien in de tekening:
Verdamping, condensatie, neerslag, grondwater, evaporatie, transpiratie

Naam erop + inleveren.
Klaar => open de opdrachten in Teams en begin aan opdracht 1 en 2.
timer
10:00

Slide 16 - Tekstslide

Rivieren
Rivieren krijgen hun water van:
- Neerslag (regenrivieren)
- Smeltende gletsjers (gletsjerrivieren) >>
- Beide (gemengde rivieren)

Slide 17 - Tekstslide

Beekjes/stroompjes stromen richting een grote rivier.

Alles samen = stroomstelsel.
<< Elke rivier: eigen stroomgebied.

Grens daartussen (vaak gebergtes) heet een waterscheiding.

Slide 18 - Tekstslide

Wat hebben we geleerd?
- Hoe water zich verplaatst in de waterkringloop

- Welke soorten rivieren er zijn

- Wat het stroomgebied van een rivier is

- Veel moeilijke begrippen

Slide 19 - Tekstslide

Verwerking
Afmaken: waterkringloop.

Bij deze les horen opdrachten:
Thema A, opdr. 1 en 2.

Maak de opdrachten in je schrift.
Wat niet af is in de les, is huiswerk.
Basisboek:
- B92 Waterkringloop
- B93 Grondwater
- B94 Rivieren
(B119 Gletsjers)

Slide 20 - Tekstslide