In deze les zitten 29 slides, met tekstslides en 4 videos.
Lesduur is: 30 min
Onderdelen in deze les
3.4 De waterkringloop
Slide 1 - Tekstslide
leerdoelen van vandaag
1. Je kan de drie vormen die water kan hebben benoemen
2. Je kan uitleggen hoe de waterkringloop werkt
3. Je kan uitleggen hoe wolken ontstaan en dat daaruit neerslag valt.
Slide 2 - Tekstslide
Fases van water
vloeibaar
(water)
vaste stof (ijs)
gas (waterdamp)
Slide 3 - Tekstslide
Korte waterkringloop:
Het water verdampt, vormt zich tot een wolk (condenseren). Daarna regent die weer leeg in zee.
Lange waterkringloop:
Het water verdampt, vormt zich tot een wolk (condenseren). Door de wind wordt de wolk verplaatst tot aan deze bergen, hier valt het in de vorm van sneeuw/hagel op de bergen. Door het smelten van de sneeuw, komt het water via de rivieren of grondwater terug bij de zee. (Duurt lang!)
Slide 4 - Tekstslide
Overgangen
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Video
Kringloop van water
Waterkringloop = het proces waarbij zeewater na verdamping uit zee via wolken, neerslag, grondwater en rivieren weer terug naar zee stroomt.
Korte waterkringloop
Water verdampt vanaf zee, en condenseert tot een wolk. Daarna regent die wolk direct boven de zee weer uit.
Lange waterkringloop
Water verdampt vanaf zee, en condenseert tot een wolk. Door de wind wordt deze wolk verplaats richting de bergen. Hier regent de wolk uit. Door rivieren en of grondwater komt na lange tijd het water weer terug in de zee.
Slide 7 - Tekstslide
Waterkringloop
Slide 8 - Tekstslide
Lange Waterkringloop
1) Water verdampt uit de zee/rivieren/meren + transpiratie uit planten/mensen/dieren (verdamping + transpiratie = evapotranspiratie) 2) Water stijgt op en koelt af, ze gaan daardoor condenseren en verandert in wolken.
3) de wolken verplaatsen zich.
4) Water valt als neerslag (regen/sneeuw) boven land. (Bij bergen door stuwing) 5) Water komt in ijskappen(gletsjers), grondwater (infiltratie) of meren terecht. 6) Water stroomt langzaam (duizenden/miljoenen jaren) terug naar zee
Slide 9 - Tekstslide
Korte waterkringloop:
Het water verdampt, vormt zich tot een wolk (condenseren). Daarna regent die weer leeg in zee.
Lange waterkringloop:
Het water verdampt, vormt zich tot een wolk (condenseren). Door de wind wordt de wolk verplaatst tot aan deze bergen, hier valt het in de vorm van sneeuw/hagel op de bergen. Door het smelten van de sneeuw, komt het water via de rivieren of grondwater terug bij de zee. (Duurt lang!)
Slide 10 - Tekstslide
Vragen?
Slide 11 - Tekstslide
Hoe ontstaan wolken? Wie?
Slide 12 - Tekstslide
Wolkenvorming
Zeewater verdampt en stijgt op
Hoger in de lucht koelt de waterdamp af
Waterdamp gaat condenseren Kleine druppeltjes en die vormen ze grotere druppels
Wordt de druppel te zwaar: NEERSLAG!
Slide 13 - Tekstslide
Slide 14 - Video
Drie soorten neerslag
Stuwingsregens
Frontale regens
Stijgingsregens
Slide 15 - Tekstslide
soorten neerslag
Neerslag ontstaat vaak omdat wolken moeten stijgen, hierbij horen drie situaties:
Warme lucht stijgt op. Hoe hoger, hoe kouder. De waterdamp gaat condenseren, waardoor er stijgingsregens ontstaan.
Wanneer de lucht tegen een berg waait, wordt de lucht gedwongen om op te stijgen, koelt af en condenseert. Hierdoor ontstaan: stuwingsregens.
Op de breedte waar Nederland ligt, botst warme lucht tegen koude lucht vanuit de polen, door die botsen wordt de warme lucht gedwongen op te stijgen. Met als gevolg dat er rond Nederland vaak frontale regen is.
Slide 16 - Tekstslide
Slide 17 - Video
Soorten neerslag
Stuwingsregens
Lucht wordt tegen de berg omhooggestuwd (loefzijde)
De lucht koelt af.
De waterdamp condenseert en het gaat regenen =stuwingsregen.
Aan de andere kant ligt de lijzijde .
Daar daalt de lucht en warmt op.
Hier blijft het droog = regenschaduw
Slide 18 - Tekstslide
Stuwingsregens
Slide 19 - Tekstslide
Soorten neerslag
Stijgingsregens:
Warme lucht is licht en stijgt op.
De lucht koelt af.
De waterdamp zal vervolgens gaan condenseren.
Er ontstaan wolken.
Komt waar voor?
Slide 20 - Tekstslide
Stijgingsregen
Slide 21 - Tekstslide
3. Frontale regen
- Komt veel voor op gematigde breedte
- Warme lucht uit lage breedte botst met koude lucht uit hoge breedte
- Warme lucht is lichter dan koude lucht
- Warme lucht wordt gedwongen om op te stijgen
- De warme lucht koelt af en er ontstaat neerslag
Slide 22 - Tekstslide
Frontale regen:
Koude en warme lucht ontmoeten elkaar op gematigde breedte.
Warme lucht wordt gedwongen op te stijgen > frontale regen.
Slide 23 - Tekstslide
Frontale regen
Slide 24 - Tekstslide
Frontale regen
Slide 25 - Tekstslide
Controle
Welke soort neerslag zal in Nederland het meest voorkomen?