2.2 Ga je sparen of beleggen?

Hoofdstuk 2
Geld genoeg?

2.1 Hoe geef jij je geld uit?
2.2 Ga je sparen of beleggen?
2.3 Wie leent, maakt schulden
2.4 Geld moet rollen!
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

In deze les zitten 24 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 80 min

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 2
Geld genoeg?

2.1 Hoe geef jij je geld uit?
2.2 Ga je sparen of beleggen?
2.3 Wie leent, maakt schulden
2.4 Geld moet rollen!

Slide 1 - Tekstslide

Wanneer noemen we iets schaars in de ecnomie?

Slide 2 - Tekstslide

Wat is het tegenovergestelde van schaars?

Slide 3 - Tekstslide

Wat is welvaart ook alweer?

Slide 4 - Tekstslide

Wat is inflatie?
Oorzaken?
Gevolgen?

Slide 5 - Tekstslide

Wat is koopkracht?
De hoeveelheid goederen en diensten die je met je inkomen kunt kopen.

Slide 6 - Tekstslide

Waarom kunnen we niet alles maar kopen en alles maar doen?

Slide 7 - Tekstslide

Wat gaan we doen vandaag?

  • Leerdoelen paragraaf 2.2
  • Instructie 2.2
  • Aan de slag met paragraaf 2.2
  • Evaluatie van de leerdoelen
  • Afsluiten

Slide 8 - Tekstslide

Leerdoelen van vandaag:
  • Ik kan de drie spaarmotieven noemen en herkennen.
  • Ik kan de enkelvoudige rente berekenen.
  • Ik kan de samengestelde rente berekenen.
  • Ik weet wat het gevolg van inflatie is voor mijn spaargeld.
  • Ik kan kenmerken van beleggen noemen.

Slide 9 - Tekstslide

Spaar jij al? Zo ja, waarvoor?

Slide 10 - Tekstslide

Welke redenen kun je hebben om te sparen?
Spaarmotieven:
1. voor een doel
2. uit voorzorg
3. voor de rente

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Wat is het verschil tussen vaste en variabele rente?
Variabele rente kan op ieder moment door de bank worden aangepast. Bij een vaste rente (bij een spaardeposito bijvoorbeeld) staat de rente vast.

Slide 14 - Tekstslide

Enkelvoudige rente
Je krijgt ieder jaar alleen rente over het spaarbedrag.

Enkelvoudige rente=(rentepercentage : 100) x spaarbedrag x jaren 

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Samengestelde rente


of
Je krijgt rente over het spaarbedrag + de eerder bijgeschreven rente. 
Er is sprake van rente op rente.

Samengestelde rente=(rentepercentage : 100) x (spaarbedrag+bijgeschreven rente) 
Samengestelde rente = spaarbedrag x (1 + i) ^n
Let op: dit is rente + spaarbedrag

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Wat is beleggen?


Waarom zou je dat doen?

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide




Zijn er nog vragen?

Slide 22 - Tekstslide

Maken: opgaven 2.2

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide