Blok 7: Wondverzorging

Kleine wonden





       
           
             schaafwond                           snijwond                                    wond door splinter

1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
Zorg en WelzijnMiddelbare schoolvmboLeerjaar 4

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Kleine wonden





       
           
             schaafwond                           snijwond                                    wond door splinter

Slide 1 - Tekstslide

Wat doe je bij een kleine wond?
  • Spoel de wond schoon met lauw stromend water. Indien nodig nabehandelen met alcohol 70%.
  • Droog de omgeving voorzichtig met een schone doek. 
  • Zit er na het spoelen nog oppervlakkig vuil (zoals steentjes of glas) in de wond? Gebruik dan een pincet om dit te verwijderen. 
  • Dek een kleine wond af met steriel kompres, snelverband of schone doek. Zorg ervoor dat het verband niet over de wond schuift of eraf kan vallen. 

Slide 2 - Tekstslide

Wat voor soort wond is dit?

Slide 3 - Open vraag

Grote wonden





       
           
     
   diepe snijwond                                bijtwond                                 steekwond
                                                                                                                                                                                  

Slide 4 - Tekstslide

Wat doe je bij een grote open wond?

  • Ernstige bloeding: druk uitoefenen en huisarts of 112 bellen
  • Voorwerp: grote voorwerpen in de wond laten zitten en 112 bellen
  • Grote wonden direct afdekken, zonder met water te spoelen

Slide 5 - Tekstslide

wat doe je als het een grotere wond is
A
Niets
B
belt je moeder
C
huisarts of 112
D
spoelen en desinfecteren

Slide 6 - Quizvraag

De huisarts bellen
Je hoeft niet de huisarts te bellen
Je krijgt de wond goed schoon
Je hebt een wond aan je gezicht
Je hebt je gestoken met een groot voorwerp
Je hebt een wond aan je knieën
Je bent gebeten
Je kunt botten of spieren zien
De wond geneest niet

Slide 7 - Sleepvraag

Waarom spoel je een wond?
A
zodat het bloed weg is
B
zodat het vuil er uit spoelt
C
om de ontsteking weg te spoelen
D
anders plakt de pleister niet

Slide 8 - Quizvraag

(Bijt)wond
Contact met de huisarts opnemen
i.v.m. Rabies ( hondsdolheid) of tetanus

Slide 9 - Tekstslide

Hoe heet het soort wond die ontstaat door bevriezing?
A
Chemische wond
B
Mechanische wond
C
Stralingswond
D
Thermische wond

Slide 10 - Quizvraag

Dit verband gebruik je om snel een ernstig bloedende wond te verbinden.
A
dekverband
B
snelverband
C
wonddrukverband
D
pleister

Slide 11 - Quizvraag

welke temperatuur heeft het water bij het spoelen van een wond
A
warm
B
koud
C
heet
D
lauwwarm

Slide 12 - Quizvraag

Wat voor wond zie je hier?
A
Brandwond
B
Schaafwond
C
Doorligwond
D
Snijwond

Slide 13 - Quizvraag

Plekken doorligwonden (decubitus)

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Noem vier verschillende wonden.
timer
0:30

Slide 16 - Open vraag

Wat is dit voor wond?
A
Snijwond
B
Brandwond
C
Schaafwond
D
Schuifwond

Slide 17 - Quizvraag

Een leerling heeft zich flink in haar hand gesneden met een flyer. Wat voor wond is dit?

Slide 18 - Open vraag

Splinter verwijderen
  • Maak een splinterpincet steriel met sterilon of alcohol 70 %.
  • Verwijder de splinter in de lengterichting van de huid.
  • Spoel de wond schoon met lauw stromend water, of een ontsmettingsmiddel.
  • Droog de omgeving van de wond met een schone doek en plak evt. af met een pleister.
  • Indien de splinter te diep in de huid zit, neem contact op met de huisarts.

Slide 19 - Tekstslide

Gesloten blaar
  • Prik de blaar NIET door!!
  • Dek de blaar af met een pleister. 
  • Let erop dat de pleister ruim over de blaar zit, er geen plooien zijn en niet kan gaan schuiven.
  • Vervang na ongeveer een dag.

Open blaar
  • Maak de wond schoon.
  • Dek de wond af met een steriel (niet verklevend) verband.
  • Let erop dat de pleister ruim over de blaar zit, er geen plooien zijn en niet kan gaan schuiven.
  • Vervang na ongeveer een dag.

Slide 20 - Tekstslide