Toetsvragen maken over natuurrampen in Japan

Toetsvragen maken over natuurrampen in Japan

Leerdoelen

Aan het einde van deze les kun je: de belangrijkste informatie over natuurrampen in Japan samenvatten en toetsvragen over dit onderwerp formuleren.

Introduceer de leerdoelen en leg uit hoe deze doelen bereikt gaan worden.

Wat weet je al over natuurrampen in Japan?

Natuurrampen in Japan

Japan staat bekend om zijn vele natuurrampen, waaronder aardbevingen, tsunami's en tyfonen.

Geef een korte inleiding over het onderwerp.

Belangrijke feiten

Japan ligt op de Ring van Vuur, waardoor het een van de meest seismisch actieve gebieden ter wereld is. Het land heeft veel ervaring met aardbevingen en heeft daarom een ​​zeer geavanceerd waarschuwingssysteem. Ook zijn er veel preventieve maatregelen genomen om de impact van rampen te verminderen.

Presenteer belangrijke feiten over natuurrampen in Japan.

Soorten natuurrampen

De meest voorkomende natuurrampen in Japan zijn aardbevingen, tsunami's en tyfonen. Deze rampen hebben vaak grote gevolgen voor de bevolking en de economie.

Beschrijf de verschillende soorten natuurrampen die in Japan voorkomen.

Gevolgen van natuurrampen

Natuurrampen kunnen leiden tot verwoesting van huizen en gebouwen, stroomuitval, overstromingen en aardverschuivingen. Ook kunnen er veel slachtoffers vallen.

Beschrijf de gevolgen van natuurrampen voor de bevolking en de economie.

Toetsvragen formuleren

Formuleer zelf 3 toetsvragen over natuurrampen in Japan.

Laat de leerlingen zelf toetsvragen formuleren en bespreek deze klassikaal.

Feedback

Bespreken de toetsvragen met de leerlingen en geef feedback op de gestelde vragen.

Geef feedback op de toetsvragen en bespreek de antwoorden klassikaal.

Samenvatting

Natuurrampen komen veel voor in Japan en hebben vaak grote gevolgen voor de bevolking en de economie. Het is belangrijk om te weten hoe je jezelf kunt beschermen en wat je moet doen in geval van een ramp.

Sluit de les af met een samenvatting van de belangrijkste informatie.

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.

Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.

Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.