Mythen en start rituelen 1ga 19b

• Levensbeschouwing
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 1

Doelen:

Terugblik vorige lessen

Mythen: 

Wat zijn mythen

Eigen kennis testen 

Vorige lessen

• Wat zijn inspirerende personen?
• Waarin verschillen zij van idolen? 
• De geschriften Heilige boeken en bronnen

 Belangrijke geschriften pag. 39 

worden ook bronnen genoemd

of 

heilige boeken 

1 christendom

2 Islam

Wat is de goede volgorde? Van oud naar jong. Het antwoord geef je bij de volgende dia.

3 Jodendom

1= bijbel 2 = Koran 3 = TeNaCH Wat is de goede volgorde van oud naar het jongste

1. 3-2-1
2. 1-2-3
3. 2-3-1
4. 3-1-2

terugblik 

1. Wat is het verschil tussen een inspirerende persoon en een idool?
2.  opdrachten 8-9-10 bespreken

Mythe

Wat is een mythe? pag. 40 en 41

Mythe is afgeleid van het Griekse Muthos = woord, verhaal. 

1. Mythe is een vertelling die gaat over de oorspong, het doel en de zin van het menselijk bestaan. 

2. Mythen roepen bij mensen levensvragen op

3. In mythen staat altijd een God of goden centraal.

Wat is een mythe?

Mythen moet je niet letterlijk nemen, het is niet persé echt gebeurd

4. Mythen zijn verhalen met een diepere betekenis, een boodschap. 

5. Mythen bevatten veel 'beeldtaal'.

6. Ze geven een verklaring voor wat de mensen in hun tijd niet begrijpen.

Waarom zijn mythen belangrijk?

1. Ze geven een verklaring voor wat de mensen in hun tijd niet begrijpen
2. In mythen staat altijd een God of goden centraal.
3. Mythen bevatten veel 'beeldtaal'
4. Mythen moet je niet letterlijk nemen, het is niet persé echt gebeurd

Ontstaan van mythen

• Eenvoudige stammen
• Geen wetenschap
• Verklaring geven voor hetgeen wat men niet begreep
  

Eerste maanlanding
Neil Armstrong

1. Mythe
2. Historisch feit (Echt gebeurd)
3. Geen van beide

King Arthur

1. Mythe
2. Historisch feit (echt gebeurd)
3. Geen van beide

Zeus

1. Mythe
2. Historisch feit (echt gebeurd)
3. Geen van beide

huiswerk 

1. Lezen pag 40 en 41 Opdrachten 14 en 15 maken 
2. Opdrachten 16 en 19 en 20 maken, v.a. pag. 43

Doelen

• Terugblik mythen. Vergelijking maken tussen de Islam en het jodendom/christendom
• Wat is het verschil tussen rituelen en gewoontes 

De vorige les

1. Huiswerkopdrachten 14-15-16-19-20 bespreken

Het verhaal over Abraham, pag. 42.
Is dit verhaal wel of geen mythe.
Leg je antwoord uit met een van de kenmerken uit de aantekeningen van de vorige les.

Abraham/Ibrahim

Lees de tekst op pag. 44. Maak opdracht 19, Gebruik hierbij ook de opdracht 16 die je al gemaakt hebt. 

Na 5 min bespreken. 

intro rituelen 

Gewoonte

rite de passage

levensbeschouwelijk ritueel

Rituelen in het kort

• Gewoonte
• Rite de passage = overgangsrituelen
• Levensbeschouwelijk ritueel

lees pag. 46 Noem een gewoonte van jezelf.

huiswerk 

lezen blz. 48, 49 en 50

maken opdrachten: 26,  28, 

Beantwoord de volgende vragen in je schrift. 

• Waar ging het ritueel over? Wat was de betekenis
• Wie voerden het ritueel uit?
• Hoe werd het ritueel uitgevoerd?
• Wie waren er nog meer bij?
• Hoe oud was je?
• Wat heeft de meeste indruk op je gemaakt?
• Hoe kijk je nu tegen het ritueel aan? 

aantekening par. 4, pag. 47 levensbeschouwelijke rituelen

• heeft een vast patroon
• woorden, daden, symbolen
• ervaringen van levensbelang
• verwijst naar iets wat belangrijk is
• versterkt het geenschapsgevoel
• maakt mensen weer sterk

Bij de Islam wordt het offerfeest gevierd.
Noem een ritueel bij dat offerfeest.

Feesten

• blz 52.
• maken 31, 32, 33

symbolen

• een symbool verwijst naar iets of iemand, wat van waarde is.

drie kenmerken

• een symbool is meestal tastbaar
• een symbool maakt snel duidelijk hoe je denkt over belangrijke dingen in het leven.
• een symbool maakt herkenning mogelijk

symbool en teken

symbolen                                                                                    tekens

meerdere betekenissen                                                       een betekenis

is onderdeel van datgene waarnaar  het verwijst    staan los van datgene waarnaar het verwijst

verwijzen naar de fundamenten van ons                     verwijzen nooit naar het hogere maar zijn er

bestaan en verwijzen naar het hogere                          om praktische zaken van het leven te regelen

gemeenschappelijke levensbeschouwingen

lees blz. 56

maak opdracht 35 t/m 38