Opschrijven: Minstens 4 woorden of onderdelen uit de tekst die je niet goed begrijpt of moeilijk vindt
Slide 15 - Tekstslide
Mythe
Mythe, van muthos: betekent letterlijk woord en verhaal Vertelling die een fundamentele waarheid bevat over de oorsprong, het doel en de zin van ons bestaan
"Fundamentele", "oorsprong", "zin van ons bestaan", wat staat hier nou eigenlijk?
Slide 16 - Tekstslide
Werkblad
Slide 17 - Tekstslide
Samenvatting
Slide 18 - Tekstslide
Zelfstandig werken
Lezen t/m Maken opdracht
Als je klaar bent:
Slide 19 - Tekstslide
Mythes en rituelen
Slide 20 - Tekstslide
Vorige keer
Spiegel van jezelf
Mythes
Begrippen
Huiswerk
Slide 21 - Tekstslide
Vandaag
Klassikaal: Voorbeelden van Mythes
Samenwerken: Daedalus en Icarus
Uitleg opdracht: je eigen mythe maken
Paragraaf 4: rituelen
Huiswerk
Slide 22 - Tekstslide
De elfjes
Slide 23 - Tekstslide
Deadalus en icarus
Lees vraag 6, 7 en 9 nog eens goed door
Geef samen antwoord op vraag 6, 7 en 9 maar laat het over de mens gaan in plaats over jezelf of Icarus.
Discussieer met elkaar: zit er een inspirerend persoon of idool in dit verhaal? Waarom wel of niet?
Slide 24 - Tekstslide
Je eigen mythe
Je maakt een eigen mythe
Deze mythe moet een boodschap hebben
Deze mythe vertelt een innerlijk verhaal
Je haalt inspiratie uit een andere mythe
Er komt een inspirerend persoon voor in je mythe
De mythe is ongeveer 200 woorden lang, langer mag altijd!
Inleveren: Uiterlijk maandag 28 maart 23:59 via ELO, MAGISTER
Slide 25 - Tekstslide
Zelfstandig werken: Huiswerk
Lezen/leren: Pagina 46 t/m 50
Maken: Opdracht 21 t/m 30 24 en 25 hoeven niet
Slide 26 - Tekstslide
Paragraaf 4: Belangrijke begrippen
Rites de passage
Bestaansrituelen
Gewone rituelen
Levensbeschouwelijke rituelen (en de 6 kenmerken)
Slide 27 - Tekstslide
Rituelen: Wat is een ritueel?
Een vaste gewoonte
Ritualis in het Latijn, betekent godsdienstig gebruik
Slide 28 - Tekstslide
Volgende keer
Snelhechter mee, alle werkbladen erin
Huiswerk (op Magister)
Slide 29 - Tekstslide
Vandaag
Huiswerk (vragen?)
Belangrijke begrippen
Rituelen bespreken
Zelfstandig werken
Slide 30 - Tekstslide
Vorige keer
Mythes (eigen mythe maken)
Huiswerk rituelen
Slide 31 - Tekstslide
Vooraf:
Zorg dat je snelhechter in orde is (heb je alle opdrachten?)
Zorg dat je huiswerk af is: opdracht 21 t/m 30 (24 en 25 niet)
Als je je eigen mythe volgende week hebt ingeleverd (via magister), dan opdracht printen en ook in de snelhechter stoppen
Slide 32 - Tekstslide
Ritueel
Een vaste gewoonte
Handeling die steeds terugkeert op bepaald tijdstip of bij bepaalde gelegenheid
Slide 33 - Tekstslide
Begrippen
Rites de passage: overgangs-ritueel, je kan ook spreken van een bestaansritueel. Je sluit een bepaalde periode in je leven af en treed weer toe in een nieuwe fase
Ritualis: Latijns woord, betekent Godsdienstig gebruik
Slide 34 - Tekstslide
6 kenmerken levensbeschouwelijk ritueel
Heeft een vast patroon
Bevat woorden, daden en symbolen
Vindt plaats bij een ervaring van levensbelang
Verwijst naar iets wat heel belangrijk is
Versterkt het gemeenschapsgevoel (groepsgevoel)
Het ritueel maakt mensen (weer) sterk
Slide 35 - Tekstslide
1. vast patroon
Kleding/muziek/voedsel
Bij bepaalde tijd of gebeurtenis komt het terug
Voorbeeld: Ramadan (islam)
Slide 36 - Tekstslide
2. bevat woorden, daden en symbolen
Combinatie inhoud en vorm
Inhoud: Er wordt iets gezegd
Vorm: Handeling en symbool
Gebruikmaken van zintuigen
Slide 37 - Tekstslide
3. vindt plaats bij ervaringen van levensbelang
Spelen een rol bij ervaringen die je diep raken
Samen met anderen ordenen, delen en betekenis geven (zin) van de ervaring
Verbinden eigen ervaringen met ritueel
Wat belangrijk is wordt herdacht of gevierd
Slide 38 - Tekstslide
Slide 39 - Video
4. Verwijst naar wat heel belangrijk is
Vaak is dit het Goddelijke
Kun je vaak duidelijk zien bij godsdienstige rituelen (verwijzen naar God, danken hem en tonen respect)
Slide 40 - Tekstslide
5. Versterkt het gemeenschapsgevoel
Verbonden voelen met groep (en God)
Bevestigen waarden en normen van de groep
Gevoel onderdeel te zijn van de groep, zorgen ervoor dat het doorgaat (continueert)
Slide 41 - Tekstslide
Slide 42 - Video
6. Maakt mensen (weer) sterk
Geeft mensen houvast en kracht
Bijvoorbeeld bij erge gebeurtenissen kracht geven om verder te gaan (zoals een herdenking)
Slide 43 - Tekstslide
Slide 44 - Video
Gewoon ritueel
Rites de passage
Levens- beschouwelijk ritueel
Tanden poetsen
voor het slapen gaan
Ramadan
Beschuit met muisjes eten bij een kraamvisite
Begrafenis
Oranje aandoen tijdens koningsdag
1 minuut stilte houden tijdens een dodenherdenking
Slide 45 - Sleepvraag
Zelfstandig werken
Lezen/leren bladzijde 52 t/m 57
Maken opdracht 31, 36, 37, 38, 39, 40 en 41
Extra belangrijk: Opsommingen zoals de 3 kenmerken van een symbool, de 3 verschillen tussen een teken en symbool, enz.
Klaar? Verder met de opdracht 'eigen mythe'
Slide 46 - Tekstslide
Vandaag
Vorige keer
Feesten
Tekens en symbolen
Organisaties
Oefentoets
Slide 47 - Tekstslide
Feesten
Samenkomst ter gelegenheid positieve gebeurtenis of gedenkdag
Rituelen spelen belangrijke rol
Voorbeelden: Kerst, Divali, Pesach
Slide 48 - Tekstslide
Teken en symbolen
Een teken heeft maar één betekenis, een symbool meerdere
Een teken staat los van datgene waar het naar verwijst, een symbool niet
Symbolen wijzen naar fundamenten van ons bestaan
Slide 49 - Tekstslide
Symbolen
Meestal tastbaar
Snel duidelijk hoe je denkt over bepaalde dingen in het leven