In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 30 min
Onderdelen in deze les
Ze gaan ervoor!
H.9 Activerend opleiden
Mini-les
door
Gerjan Dijk en Marriele Horsman
Slide 1 - Tekstslide
Introductie:
Welkom
Thema: H.9 activerend opleiden: Ze gaan ervoor.
Planning: Uitleg motivatie.
Inloggen LessonUp middels studentpin
Doel: Herkennen 2 vormen motivatie.
Nut: Je vaardigheden kunnen benutten om studenten te motiveren.
Slide 2 - Tekstslide
Wat gebruik je in je lessen om je studenten te motiveren?
Positieve feedback
Humor
Ruilbeloningen
Afwisseling en uitdaging
Slide 3 - Poll
Motivatie en het resultaat
Motivatie is de energie waardoor en waarmee we bewegen (Vinke, 2004)
Motivatie is de bereidheid om je ergens voor in te zetten. Het hangt af van de moeilijkheidsgraad hoeveel energie mensen er in moeten steken.
Motivatie is de drive om ergens aan te beginnen en dat proces tot een einde te brengen.
Resultaat van motivatie is doel na inzet behalen.
Slide 4 - Tekstslide
Factoren voor motivatie
Die motivatie is afhankelijk van verschillende factoren:
- de situatie
- eerdere ervaringen
- zelfbeeld
- persoonlijkheid
- stemming en lichamelijke gesteldheid
- wijze van attributie
- behoefte
Slide 5 - Tekstslide
Weet jij wat extrinsieke motivatie is?
Slide 6 - Poll
Weet jij wat intrinsieke motivatie is?
Slide 7 - Poll
Intrinsieke en Extrinsieke Motivatie
Bij Intrinsieke motivatie vindt de student een bepaald onderwerp of vaardigheid interessant en wil graag leren om daarin te groeien, veel inspanning leveren wordt niet erg gevonden en vaak gaan ze zelf op zoek naar aanvullende informatie. Deze student stelt meer diepte vragen en heeft een oplettende houding en een grote actiebereidheid.
Slide 8 - Tekstslide
Intrinsieke en Extrinsieke Motivatie
Bij extrinsieke motivatie komt de student in beweging omdat ze door iets anders worden aangezet. Ze doen iets omdat ze dat voor of van een ander moeten doen. De motivatie is hier op basis van straf en beloning. Ze worden bijvoorbeeld alleen doordat er anders consequenties volgen geprikkeld. Ook waardering van onder andere de docent of collega's kan onder extrinsieke motivatie vallen.
Slide 9 - Tekstslide
Eigen praktijkvoorbeeld
Gerjan en Marriele
Slide 10 - Tekstslide
Wat valt onder intrinsieke motivatie?
Intrinsieke motivatie:
Slide 11 - Sleepvraag
Resultaten
Resultaat = capaciteit x motivatie x gelegenheid
Voorbeeld: Een student wil graag boer worden en het bedrijf van zijn ouders overnemen. Echter deze jongeman heeft totaal geen vee gevoel en inzicht in verzorging.
Hij voldoet dus niet aan het triademodel.
Boer willen worden maar geen veegevoel
Slide 12 - Tekstslide
Deze student haalt dus niet het beoogde resultaat. De manier waarop mensen attribueren (oorzaken toekennen) kun je verdelen in twee typen:
Externe attributie en Interne attributie.
Slide 13 - Tekstslide
EXTERNE EN INTERNE ATTRIBUTIE
Bij externe attributie komt de oorzaak van een niet gewenst resultaat door andere invloeden dan de student.
Voorbeeld als iemand zijn toets niet haalt,
ligt het aan de te hoge temperatuur in het lokaal,
harde muziek van buitenaf, of de vraagstelling was te moeilijk.
en daarna 2 voorbeelden
Uitleg ad hand van voorbeeld eigen schuld en iedereen zijn schuld
Slide 14 - Tekstslide
Externe en Interne attributie
Bij interne attributie zoek je de oorzaken van een niet behaald resultaat bij jezelf.
Voorbeeld: Wanneer iemand zakt voor een examen, wordt de oorzaak al snel gezocht in niet genoeg geleerd of het examen was te moeilijk voor mij en ik had me niet genoeg voorbereid.
Slide 15 - Tekstslide
Stimulatie
Het kan zijn dat je studenten moet stimuleren en inspireren om tot de juiste motivatie te komen.
Dit kan op 3 manieren:
Behoeftegericht
Taakgericht
Persoonsgericht
Slide 16 - Tekstslide
Piramide van Maslow
Behoeftegericht
Studenten kunnen niet komen tot de hoogste trap in de piramide als een onderliggende trap niet voltooid is.
1: eten, drinken, slapen, onderdak
2: behoefte aan veilig gevoel
3: acceptatie, geliefd worden
4: respect van anderen, status
5: kwaliteit ontwikkelen, persoonlijke groei
Slide 17 - Tekstslide
Wat is taakgericht stimuleren?
Rolmodel zijn
Ruilbeloning uitloven
Afwisseling in werkvormen
Effectief feedback geven
Voorbeelden uit de praktijk geven
Slide 18 - Sleepvraag
Taakgericht stimuleren
Dit doe je door je student in te laten zien dat de taak betekenisvol kan zijn en ze het hiermee het verschil kunnen maken.
Slide 19 - Tekstslide
Persoonsgericht stimuleren
Dit kun je doen door goed te kijken naar de talenten en de kwaliteiten van de student en ze hier en daar uit te dagen om deze vaardigheden in te zetten.
Slide 20 - Tekstslide
Kun je 5 behoeftes van een student benoemen om tot resultaat te komen?
Slide 21 - Woordweb
Weet jij wat extrinsieke motivatie is?
Slide 22 - Poll
Weet jij wat intrinsieke motivatie is?
Slide 23 - Poll
Als een student zegt na het behalen van een voldoende voor een lastige toets. Dit resultaat heb ik verdiend. Valt dit dan onder:
A
Externe attributie
B
Intrinsieke motivatie
C
Interne attributie
D
Extrinsieke motivatie
Slide 24 - Quizvraag
Als een student uit zichzelf informatie opzoekt en meer doet dan noodzakelijk is dit dan?