10.2 en start criminaliteit

• Maatschappijleer
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 4

Deze les:

Afronden hoofdstuk 10 en dus het boek politiek!

Herhalen vrijdag....

Wat zijn de twee knelpunten waarom mensen geen vertrouwen meer hebben in de politiek?

Worden er weleens dingen besloten terwijl het volk er eigenlijk niet mee eens is?

HW check van hoofdstuk 10:

 1, 2, 3 , 12, 15 en 16

het is niet goed als burgers zich niet betrokken voelen bij de politiek...

Waarom niet?

Wat zouden we kunnen veranderen zodat mensen zich wél meer betrokken gaan voelen?

Ideeën om mensen meer betrokken te laten voelen:

Invoeren van een referendum

Voordeel: kiezers hebben direct invloed op een politiek besluit, het draagvlak wordt groter

Nadeel: Politici worden buitenspel gezet, besluitvorming duurt langer!

Stemplicht

Om mensen meer verbonden te laten voelen zou een stemplicht ingevoerd moeten worden!

= dat alle kiezers tjidens verkiezingen verplicht zijn te stemmen!

Gekozen burgemeester en minister-president

Door wie worden die nu gekozen?

Door ons?

als ze door het volk gekozen worden zou het ze dichter bij elkaar brengen

Regionale kandidaatstelling

Meer bevoegdheden voor het parlement

Deregulering

Regelgeving dicht bij de burger

Leerdoel

Waarom zou stemplicht ervoor kunnen zorgen dat het volk zich meer betrokken voelt bij de politiek?

Welke nadelen kent een referendum?

Nu maken:

4, 5, 6, 7, en 8 bladzijde 115

Om 10:55 controleer ik hoe ver iedereen is :) 

T/m 8 moet af zijn!

- Oortjes mag - Overleggen mag op een laag geluidsniveau !

Huiswerk voor vrijdag

Van hoofdstuk 10: 4 t/m 11, 13 en 14

Vanmiddag meenemen je blauwe criminaliteit boek!!!!

Starten met criminaliteit!

Leerdoel

Aan het eind van deze les kun je uitleggen waarom criminaliteit tijdsgebonden is

Aan het eind van deze les kun je vertellen hoe een strafbaar feit in het Wetboek van Strafrecht wordt genoemd

Welke regels op school ken je?

Welke regels die voor iedereen in Nederland gelden ken je?

Geschreven en ongeschreven regels

                                 Ongeschreven regels staan nergens op papier!

                                                   Geschreven regels zijn vastgelegd!

Regels komen voort uit normen en waarden!

Dus waarde = iets wat je belangrijk vindt in het leven

Rechtsregels verschillen per land!

Het is dus PLAATSGEBONDEN!

Homohuwelijk...

Wapens...

Abortus...

Rechtsregels veranderen met de tijd! Het is TIJDSGEBONDEN!

Vreemdgaan was tot 1970 strafbaar!

In 2000 is het verbod op prostitutie opgeheven!

Waar denk je aan bij Crimineel gedrag???

Criminaliteit

= het geheel van gedragingen dat door de wet strafbaar is gesteld

Wet overtreden = een strafbaar feit plegen

Ook wel een DELICT

Stel 1 vraag over iets dat je deze les nog niet zo goed hebt begrepen

Nu maken van 1.1 Criminaliteit op bladzijde: 7 

Opgave 1 t/m 4 en opgave 9!

Om 14:10 controleer ik hoe ver je bent met hoofdstuk 10 

(wat je vanmorgen hebt gedaan, en hoe ver je bent met 1.1 van criminaliteit)

Weinig gedaan? 14:20 tot 15:10 bij mij extra opgaven maken.

Leerdoel

Aan het eind van deze les kun je uitleggen waarom criminaliteit tijdsgebonden is

Aan het eind van deze les kun je vertellen hoe een strafbaar feit in het Wetboek van Strafrecht wordt genoemd

Huiswerk vrijdag!

Opdrachten af bij 1.1: 1 t/m 4, 9, 10 en 12

Vrijdag

Herhalen maandag 1.1!

Samen lezen 1.2 soorten criminaliteit

Samenvatting uitdelen

In tweetallen aan de slag

Kennischeck

HW check 1.1

Opgave 1 t/m 4, 9, 10 en 12

Niks gemaakt? en straks niet werken?

Blijven werken gezellig tot 15:00

Leerdoel

Aan het eind van deze les kun je uitleggen waarom criminaliteit tijdsgebonden is

Aan het eind van deze les kun je vertellen hoe een strafbaar feit in het Wetboek van Strafrecht wordt genoemd

Samen lezen 1.2 op bladzijde 8

Lees en markeer mee!

Maken in tweetallen: Opdracht 14!

Bespreken na 8 minuten!

Uitdelen: samenvatting van hoofdstuk 1.1 en 1.2

Deze leren is huiswerk voor maandag!!

Nu maken: 

opgave 5 6 7 en 8!

Dit is af om 14:15!

14:15 leerdoel check!!

Leerdoel

Aan het eind van deze les kun je uitleggen wat het verschil is tussen een overtreding en een misdrijf

Je kunt nu voorbeelden noemen van misdrijven die onder: veelvoorkomende criminaliteit vallen!

Huiswerk volgende keer:

1.2 criminaliteit opgaven 5 t/m 8! (Heb je al af)

11, 13 15 en 16