Criminaliteit H1+2 (Quiz)
1 / 13
Lesduur is: 45 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Waar hebben regels altijd mee te maken?
A
Criminaliteit
B
Het wetboek van Strafrecht
C
Waarden
Slide 2 - Quizvraag
Delicten bestaan uit overtredingen en misdrijven.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 3 - Quizvraag
Overtreding
Misdrijf
Licht vergrijp
Max. levenslang
Betrokkenheid officier van Justitie
Géén criminaliteit
Slide 4 - Sleepvraag
A
Dreigen met een aanslag in een tweet is een overtreding.
B
Dreigen met een aanslag in een tweet is een Misdrijf.
Slide 5 - Quizvraag
Iets is pas criminaliteit als het in het Wetboek van Strafrecht staat.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 6 - Quizvraag
Normvervaging is een voorbeeld van een overtreding.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 7 - Quizvraag
A
Dit artikel gaat over materiële schade.
B
Dit artikel gaat over immateriële schade.
C
Dit artikel gaat over beide.
Slide 8 - Quizvraag
Tijdsgebonden criminaliteit
Plaatsgebonden criminaliteit
Slide 9 - Sleepvraag
Het Wetboek van Strafrecht
A
beschrijft strafbare gedragingen.
B
geeft regels voor het strafproces.
C
vormt formeel recht.
D
hoort bij privaatrecht
Slide 10 - Quizvraag
Misdrijven
Sleep de strafbare feiten naar de juiste categorie
Overtredingen
moord
wildplassen
diefstal
fietsen zonder licht
mishandeling
vandalisme
hacken
rijden onder invloed
Slide 11 - Sleepvraag
'Misdaad blijft verborgen. Slecht 3% van de seksuele delicten wordt aangegeven. '
bron: CBS
Hoe weet CBS dit? Met elke gegevens hebben ze de aangiftes vergeleken?
bron: CBS
Hoe weet CBS dit? Met elke gegevens hebben ze de aangiftes vergeleken?
A
daderenquêtes
B
slachtofferenquêtes
C
politiestatistieken
D
rechtbankstatistieken
Slide 12 - Quizvraag
Welke soort statistieken of onderzoek zal het beste beeld geven van de omvang van internetfraude?
A
daderenquêtes
B
slachtofferenquêtes
C
politiestatistieken
D
rechtbankstatistieken
