Lezen toetsvoorbereiding 1

Lezen toetsvoorbereiding 
Deze week hebben we 3 x een half uurtje les.

We kijken naar de huiswerkopdrachten.

Daarna gaan we met LessonUp de theorie toetsen!!
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 20 min

Onderdelen in deze les

Lezen toetsvoorbereiding 
Deze week hebben we 3 x een half uurtje les.

We kijken naar de huiswerkopdrachten.

Daarna gaan we met LessonUp de theorie toetsen!!

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe ga je leren voor de toets?

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Tips
Leer de theorie van de paragrafen.
Bekijk de uitlegfilmpjes.
Oefen met de opdrachten / teksten in het boek en online.

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe bepaal je welke leesstrategie je gebruikt?

Slide 4 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat wordt er bedoeld met 'oriënterend lezen'?

Slide 5 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is globaal lezen?
A
Je leest de gehele tekst zorgvuldig door.
B
Je leest alleen de titel.
C
Je leest alleen het slot.
D
Je leest de inleiding en het slot en de kernzinnen van de alinea's.

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat doe je bij zoekend lezen?

Slide 8 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het leesdoel van de leesstrategie ‘precies lezen'?
A
Je wilt weten met wat voor tekst je te maken hebt.
B
Je wilt de tekst begrijpen.
C
Je wilt de tekst onthouden.
D
Je hebt een vraag en die wil je snel beantwoorden.

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een amuserend leesdoel?
A
Voor je plezier lezen
B
iemand overtuigen
C
iets nieuws leren
D
iets studeren

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is je leesdoel bij een instructieve tekst?
A
Iemands mening te weten komen
B
Leren hoe je iets moet doen
C
Antwoord krijgen op vragen over een onderwerp

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het leesdoel van het plaatje die je ziet?
A
Informeren
B
Amuseren
C
Activeren
D
Overtuigen

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is je leesdoel bij een informatieve tekst?
A
iemands mening te weten komen
B
leren hoe je iets moet doen
C
antwoord krijgen op vragen over een onderwerp

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


Wat is jouw leesdoel bij deze tekst?
A
Ik wil lezen voor mijn plezier.
B
Ik wil meer weten over het ontstaan van strips.
C
Ik wil graag stap voor stap een strip teken.
D
Ik wil weten hoe strips gemaakt worden.

Slide 14 - Quizvraag

Begeleide inoefening
Laat uw leerlingen eerst individueel de vraag beantwoorden. Dit kan d.m.v. een wisbordje/kladblaadje, maar ook door gebruik te maken van een laptop, tablet of telefoon. 
U heeft in deze fase de tijd om te observeren hoe uw leerlingen deze vragen aanpakken. Indien leerlingen nog uitvallen, kunt u aan de instructietafel gericht aan de slag met verschillende tekstsoorten, doelen van schrijvers, en leesdoelen van de lezer. U kunt hiervoor de remediëringsbladen gebruiken (strategie 1, 2 en 7).
Wat is het doel van dit recept?
A
Informeren
B
Overhalen/aansporen
C
Amuseren
D
Uitleg geven

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Definitie

De definitie van dit woord =
A
een opsomming van gegevens
B
een beschrijving van het uiterlijk
C
een omschrijving van een mening
D
een precieze omschrijving van een term

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

In het middenstuk (de kern) van de tekst wordt:
A
stap voor stap het onderwerp van de tekst uitgewerkt.
B
De tekst van verschillende kanten bekeken.
C
Overzicht gemaakt door het gebruik van tussenkopjes en alinea's.
D
Antwoorden, A, B en C zijn alle drie goed.

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

In het slot van een tekst...
A
...staat vaak veel informatie over het onderwerp (hoe, waarom of wat e.d.)
B
...wordt het belangrijkste van de tekst nog een keer herhaald.
C
..staat waarom je nieuwsgierig wordt om verder te lezen
D
...wordt het onderwerp van de tekst ingeleid.

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een tekst heeft altijd een slot.
A
waar
B
niet waar

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een kernzin?
A
De kernzin is de titel van een alinea
B
De kernzin is de langste zin van een alinea
C
De kernzin geeft het belangrijkste van een alinea
D
De kernzin geeft de bijzaken van een alinea

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waar staat een kernzin en wat betekent de kernzin?
A
Vooraan in de alinea en het is de belangrijkste zin van de alinea
B
Vooraan in de alinea en het is de minder belangrijkste zin van de alinea
C
Achteraan in de alinea en het is de belangrijkste zin van de alinea
D
Middenin de alinea en het is de belangrijkste zin van de alinea

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de kernzin?
A
Je kunt er dieren verzorgen.
B
Kortom: er is genoeg te beleven op de kinderboerderij.
C
Je kunt ze voeden, borstelen en hun stal schoonmaken.
D
Meestal is er wel een medewerker die je van alles over de dieren kan vertellen.

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is geen kenmerk van een alinea?
Een alinea
A
begint op een nieuwe regel
B
heeft een titel
C
vertelt iets over een deelonderwerp van de tekst
D
laat de regel inspringen

Slide 23 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe ga je leren voor de toets?

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Tips
Leer de theorie van de paragrafen.
Bekijk de uitlegfilmpjes.
Oefen met de opdrachten / teksten in het boek en online.

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies