§2.1 Molecules and Atoms

§2.1 Macro and micro level
Chapter 2: Building blocks of substances
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

§2.1 Macro and micro level
Chapter 2: Building blocks of substances

Slide 1 - Tekstslide

Learning Objectives 2.1.
  • What the macro level and the micro level is
  • That most substances consist of molecules
  • What the different phases look like on a micro level
  • Difference at the micro level between pure substances and mixtures
  • Why models are needed in chemistry

Slide 2 - Tekstslide

Perspective on learning objectives by
  • knowing that molecules are made up of atoms.
  • explaining the difference between elements and compounds.
  • representing molecules using molecular formulae.
  • giving the systematic names of molecules.
  • describing the difference at the micro level between a separation method, a phase transition and a chemical reaction.

Slide 3 - Tekstslide

Remember the particle model?
 

Slide 4 - Tekstslide

Chemical Reactions...

Molecules are broken down and new molecules are formed.

A reaction can be written down as an equation or process:
molecules go in (reactants), different molecules come out (products).



 



Slide 5 - Tekstslide

the 
alphabet 
of 
chemistry

Slide 6 - Tekstslide

Het alfabet and the PT:

Alphabet
PT
Letter
Atom/Element
Word
Molecule
Sentence
Substance
Story
Materials
Atoms in a molecule are connected by atomic bonds (bonds between atoms)

Slide 7 - Tekstslide

Elements in the periodic table
We know about 118 different kinds of atoms, aka 118 elements
Every element has its own name and symbol 

Practise the names and symbols in table 1!
 


Slide 8 - Tekstslide

d

Elements
Based on one kind of atom or molecules with one kind of atom (pure)


ggg
g


Compounds
Molecules containing more than one kind of atom.

Slide 9 - Tekstslide

Molecules can be drawn but they can also be given a molecular formula.



Slide 10 - Tekstslide

Naming compounds - Nomenclature, systematic

  1. First element of compound keeps its own name
  2. Second element gets -ide at the end 
  3. Greek numbering words are used to indicate how many of each element is in the formula
N2O = dinitrogen oxide                      CCl = carbon tetrachloride 
  

Slide 11 - Tekstslide

Greek:
number
mono-
1
di-
2
tri-
3
tetra-
4
penta-
5
hexa
6
hepta-
7
octa-
8
Name: index comes first
Formula: symbol comes first, followed by index
Never start a name with mono

Slide 12 - Tekstslide

Practise:
Give the name:
1. N2O5
2. P2I4
3. S2Cl2


Give the formula:
1. phosphorous trichloride
2. dinitrogen monoxide
3. diphosphorous pentaoxide

Slide 13 - Tekstslide

Moleculen en atomen zijn onzichtbaar klein. Als je zuiver water (H2O), zuivere alcohol (C2H6O) en keukenzout (NaCl) met elkaar in een glas mengt, krijg je een heldere, kleurloze oplossing.

Hoeveel soorten atomen zitten er in dat glas?
A
1
B
3
C
5
D
vele miljoenen

Slide 14 - Quizvraag

Moleculen en atomen zijn onzichtbaar klein. Als je een theelepel zuivere suiker oplost in een glas zuiver water, ontstaat een heldere suikeroplossing.

Hoeveel soorten moleculen zitten er in dat glas?
A
1
B
2
C
3
D
miljoenen

Slide 15 - Quizvraag

Verbinding
Element
H2
CH4
Cl2
HF
C6H12O6
Na

Slide 16 - Sleepvraag


A
scheiding
B
faseovergang
C
chemische reactie

Slide 17 - Quizvraag


A
scheiding
B
faseovergang
C
chemische reactie

Slide 18 - Quizvraag


A
scheiding
B
faseovergang
C
chemische reactie

Slide 19 - Quizvraag


A
scheiding
B
faseovergang
C
chemische reactie

Slide 20 - Quizvraag


A
scheiding
B
faseovergang
C
chemische reactie

Slide 21 - Quizvraag