Kader 3 paragraaf 2.3

Sociale huurwoningen
  • Huurwoningen met een maandhuur tot ongeveer € 740. Deze zijn eigendom van woningcorporaties.

  • Woningcorporatie is een organisatie die zich richt op het beheren en verhuren van betaalbare woonruimte.

  • Als de huur hoger is dan € 763,47 hebben we het over huurwoningen in de vrije sector.
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Sociale huurwoningen
  • Huurwoningen met een maandhuur tot ongeveer € 740. Deze zijn eigendom van woningcorporaties.

  • Woningcorporatie is een organisatie die zich richt op het beheren en verhuren van betaalbare woonruimte.

  • Als de huur hoger is dan € 763,47 hebben we het over huurwoningen in de vrije sector.

Slide 1 - Tekstslide

Onroerendzaakbelasting
Als je een koopwoning hebt, moet je onroerendzaakbelasting (ozb) aan de gemeente betalen.

De OZB is een klein percentage van de WOZ-waarde van je woning.

WOZ = Wet onroerendezaakbelasting.

de gemeente stelt dit vast 

Slide 2 - Tekstslide

Wat is de woningmarkt ?
A
De vraag naar woningen
B
De totale vraag naar woningen en het totale aanbod van woningen
C
Het totale aanbod van woningen
D
De vraag naar woningen en het aanbod van woningen

Slide 3 - Quizvraag

De ouders van Samantha zoeken op internet naar een niet al te dure woning. Is hier sprake van vraag of aanbod?
A
Vraag op de woningmarkt
B
Aanbod op de woningmarkt
C
Op de woningmarkt is geen vraag en aanbod

Slide 4 - Quizvraag

De woningmarkt bestaat uit:
A
huurwoningen
B
koopwoningen
C
huur- en koopwoningen
D
geen van de antwoorden

Slide 5 - Quizvraag

De WOZ-waarde van een huis is door de gemeente vastgesteld op € 190.000. Onroerende zaakbelasting (ozb) is op 0,129% van de WOZ-waarde gesteld. Dat is voor dit huis dus…
A
€ 245,-
B
€ 245,10
C
€ 246,-
D
€ 246,10

Slide 6 - Quizvraag

Als je een koopwoning hebt moet je ozb betalen. Wat betekent deze afkorting?
A
onroerende zaakbelasting
B
onroerende ziekenbelasting
C
onroerende zakenbedrag
D
ongelukken zaakbedrag

Slide 7 - Quizvraag

Wat is geen gemeentelijke heffing ?
(T2 vraag)
A
huursubsidie
B
rioolbelasting
C
afvalstoffenheffing
D
onroerende zaakbelasting

Slide 8 - Quizvraag

Hoe heten de twee soorten huurwoningen in Nederland?
A
Speciale huur en sociale huur
B
open sector en vrije sector
C
Sociale huur en vrije sector
D
huurwoning en vrije woning

Slide 9 - Quizvraag

Wat is het voordeel van het huren van in de sociale sector?
A
Je mag zelf je huis kiezen.
B
Je krijgt huursubsidie.
C
Je krijgt een woning die je kunt betalen.
D
Je mag deze woning zelf verbouwen.

Slide 10 - Quizvraag

Woningen met een lage huur, noem je
A
Vrije sector woningen
B
Lage huur woningen
C
Sociale huurwoningen
D
B- woningen

Slide 11 - Quizvraag

Wat is een voordeel van het huren van een woning?
A
Je hoeft het niet schoon te maken
B
Je hoeft geen huur te betalen
C
Je hoeft de tuin niet netjes te houden.
D
Als het dak lekt, hoef jij het niet te maken.

Slide 12 - Quizvraag

Huur valt onder
A
Vaste lasten
B
Reserveringsgeld
C
Huishoudelijke uitgaven
D
Incidentele uitgaven

Slide 13 - Quizvraag

Zijn de leerdoelen duidelijk geworden?
😒🙁😐🙂😃

Slide 14 - Poll

Vond je de uitleg duidelijk?
Ja!
Nee, ik heb nog vragen
Ja, maar ik weet niet zeker of ik het goed begrijp
Een beetje, moet het thuis nog doornemen

Slide 15 - Poll