4VMW SO begrippen H1+H2
1 / 16
Lesduur is: 30 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Het beeld dat iemand van zichzelf heeft, noemen we: [...A...] . Daarnaast hebben we [...B...], het beeld dat mensen hebben van een groep.
timer
0:20
A
A = persoonlijke identiteit,
B = sociale identiteit
B
A = sociale identiteit,
B = collectieve identiteit
C
A = persoonlijke identiteit,
B = collectieve identiteit
D
A = collectieve identiteit
B = sociale identiteit
Slide 2 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Opvoeding is een voorbeeld van het proces van [...A...] . Op het moment dat je je de cultuur eigen maakt, spreken we van het [...B...] van een cultuur.
timer
0:20
A
A = socialisatie,
B = verwerven
B
A = verwerven,
B = overdragen
C
A = acculturatie,
B = overdragen
D
A = socialisatie,
B = internaliseren
Slide 3 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Als je als nieuwe immigrant in Nederland komt wonen en integreert, spreken we van het proces van [...A...} . Door gesprekken met de nieuwe migrant aan te gaan, kunnen burgers functioneren als [...B...] .
timer
0:20
A
A = enculturatie,
B = actoren
B
A = enculturatie,
B = socialisatoren
C
A = acculturatie,
B = socialisatoren
D
A = acculturatie,
B = enculturaties
Slide 4 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Geef de definitie van de volgende begrippen (H1):
A. socialisatiefunctie 'Gedragsregulatie';
B. Tegencultuur; C. KC Cultuur; D. KC Individualisering;
E. Cultureel kapitaal
A. socialisatiefunctie 'Gedragsregulatie';
B. Tegencultuur; C. KC Cultuur; D. KC Individualisering;
E. Cultureel kapitaal
timer
5:00
Slide 5 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
Geef de definitie van de volgende begrippen (H2):
A. Symbolische hulpbronnen (soort soc. ongelijkh.);
B. Positietoewijzing; C. KC Macht; D. KC Samenwerking;
E. Cognitieve machtsbronnen
A. Symbolische hulpbronnen (soort soc. ongelijkh.);
B. Positietoewijzing; C. KC Macht; D. KC Samenwerking;
E. Cognitieve machtsbronnen
timer
5:00
Slide 6 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
Bij secundaire socialisatie gaat het om mensen die de waarden en normen van de groep overnemen, zij schikken zich naar de cultuur die daar heerst.
timer
0:15
A
Juist
B
Onjuist
Slide 7 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
De Japanse kimono is een voorbeeld van een immaterieel aspect van cultuur.
timer
0:15
A
Juist
B
Onjuist
Slide 8 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Nature-aanhangers geloven dat bepaalde kenmerken aangeboren zijn.
timer
0:15
A
Juist
B
Onjuist
Slide 9 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Een element van het hoofdconcept verandering is de mogelijkheid om ontwikkelingen in de samenleving te beïnvloeden.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 10 - Quizvraag
Het hoofdconcept verandering verwijst naar richting en tempo van ontwikkelingen in de samenleving en de (on)mogelijkheden deze te beïnvloeden.
Het dilemma van de collectieve actie lost zichzelf op.
timer
0:15
A
Juist
B
Onjuist
Slide 11 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Karl Marx ziet culturele verschillen als de oorzaak van conflict.
timer
0:15
A
Juist
B
Onjuist
Slide 12 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Het kernconcept conflict heeft als elementen 'actoren stemmen hun handelen op elkaar af' en 'om eigen doelen te behalen'.
timer
0:15
A
Juist
B
Onjuist
Slide 13 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Het kernconcept sociale ongelijkheid heeft als elementen 'verschillen tussen mensen' en 'ongelijke verdeling van schaarse en hooggewaardeerde zaken'.
timer
0:15
A
Juist
B
Onjuist
Slide 14 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Wat is het verband tussen de volgende begrippen?
Socialisatoren - Sociale identiteit
Socialisatoren - Sociale identiteit
timer
1:00
Slide 15 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
Wat is het verband tussen de volgende begrippen?
Macht - Gezag
Macht - Gezag
timer
1:00
Slide 16 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
