H 1.1. + 1.2 (herhaling/verdieping)

Maatschappijwetenschappen
Herhaling & verdieping
H 1.1 + 1.2
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijwetenschappenMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quiz en tekstslides.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Maatschappijwetenschappen
Herhaling & verdieping
H 1.1 + 1.2

Slide 1 - Tekstslide

Deze les
- Herhaling en verdieping lesstof
- Leren & oefenen a.d.h.v. een documentaire

Slide 2 - Tekstslide

HERHALING
Actief herinneren (1)
zónder lesboek

Slide 3 - Tekstslide

timer
10:00

Slide 4 - Tekstslide

Actief herinneren (2)
  • Houd je lesboek gesloten
  •  Schrijf op een leeg papier de volgende begrippen:
    - Identiteit (KC) ..............
    - Socialisatie (KC) .............
    - Vorming (HC) ..........
    - Referentiekader ........
  • Probeer je actief te herinneren wat de definitie van deze begrippen is (=leren!)
    door dit op te schrijven achter de definitie


Slide 5 - Tekstslide

Verdieping
Toepassen van alle begrippen in een (nieuw / andere) context

Kijkvragen op formulier: 
- lees de vragen door
- maak tussentijds aantekeningen
- werk na het kijken verder uit

Slide 6 - Tekstslide

Maatschappijwetenschappen
Week 2
1.3 + 1.4

Fijn weekend!

Slide 7 - Tekstslide

Leren over het gebruik van kernconcepten (1)
Examenhulp - kernconceptenboekje! (p.1)
  • Kernconcepten zijn opgedeeld in elementen (vinkjes)
    Deze elementen kun je / moet je over het algemeen als geheel gebruiken
  • Sommigen onderderverdeeld in sub-elementen (bolletjes)
    Van sub-elementen kies je er over het algemeen één en werk je uit

Slide 8 - Tekstslide

Vorming (HC)
  1. Je legt uit wie er een identiteit verwerft / verwerven
  2. Je legt uit welke identiteit wordt verworven (bijv. een NL'se identiteit, een sportieve identiteit, een gamer identiteit, etc.)
  3. Extra: het kan sterk zijn om uit te leggen hoe die identiteit wordt verworven

Annika emigreert naar Zweden. Zij doet daar een inburgeringscursus. Hierdoor verwerft zij een Zweedse identiteit. Er is dus sprake van vorming. 

Let op: het woord identiteit moet in je antwoord zitten!

Slide 9 - Tekstslide

Identiteit (KC)
  1. Je kiest één van de drie stukken van het eerste element (zie kernconceptenboekje) en leg uit welk beeld dat is (bijv. iemand die het beeld uitdraagt dat hij sportief is).
  2. Je legt uit waar het beeld vandaan komt, oftewel van welke groep het is afgeleid. Je hebt dan twee keuzes: de groep waar iemand bij hoort / de groep waar je juist niet bijhoort.

Het kernconcept identiteit past bij de situatie van Corné, omdat hij het beeld uitdraagt dat hij veel waarde hecht aan gelijke behandeling van mensen. Dit blijkt uit het feit dat hij op zijn sociale media vaak berichten deelt waarin geprotesteerd wordt tegen homofobie. Dit beeld heeft hij afgeleid van het feit dat hij deel uitmaakt van (de groep) 'De roze Regahs'. De roze reigers is een groep supporters van voetbalclub ADO die zichzelf als '100% voor ADO Den haag, 100% tegen homofobie. 

Slide 10 - Tekstslide

Socialisatie (KC)
  1. Je legt uit wat er wordt overgedragen (en verworven) in de bron. (Bijv. Er wordt een manier van kleden / een taal / tradities / goed of slecht gedrag / een muzieksmaak of waarde overgedragen). + evt. bij welke cultuurgroep / samenleving dit hoort
  2. Je legt uit hoe deze socialisatie plaatsvindt. Je hebt dat drie keuzes: opvoeding, opleiding of de restcategorie 'andere vormen van omgang met anderen. (Bijv. door opvoeding in een gezin / door school als opleiding / reclames als andere omgang met anderen). 

Ahmet wordt gesocialiseerd omdat de waarde 'respect' op hem wordt overgedragen. Binnen de islamitische cultuur waar hij toe behoort is de waarde respect erg belangrijk. Ahmet probeert altijd respectvol met iedereen om te gaan. Hij heeft de waarde respect dus verworven. Deze socialisatie vindt bij Ahmet vooral plaats door zijn islamitische opvoeding. 

Slide 11 - Tekstslide

Dus... Hoe maak ik een opgave met kernconcepten?

Stap 1: Schrijf de omschrijving van het kernconcept op.


Stap 2: Bedenk welk onderdeel van de omschrijving van het kernconcept je kunt toepassen op de bron.


Stap 3: Schrijf op welk onderdeel van de omschrijving van het kernconcept je herkent en schrijf op hoe je dat onderdeel herkent in de tekst van de bron.

Slide 12 - Tekstslide

2021-1 : Digitale nomaden
tekst 2 , vraag 2
(identiteit)

Slide 13 - Open vraag

Identiteit is: Het beeld ... van uitmaakt. 
Uit alinea 5 blijkt dat er tienduizenden mensen lid zijn van facebookgroepen met de naam ‘digital nomads’ erin. Hieruit valt af te leiden dat zij zichzelf zien als een digitale nomade en dit beeld door lid te zijn van de facebookgroep ook uitdragen naar anderen. ‘Digital nomad’ is dus een identiteit.

  1. Je kiest één van de drie stukken van het eerste element (zie kernconceptenboekje) en leg uit welk beeld dat is ( =het beeld dat zij zichzelf zien als digitale nomade en dit uitdragen naar anderen d.m.v. de facebookgroep)
  2. Je legt uit waar het beeld vandaan komt, oftewel van welke groep het is afgeleid. 
    (= afgeleid van de groep digital nomads waar zij deel van uitmaken)

Slide 14 - Tekstslide

Oefenen op thema
1.1 - Identiteit
1.2 - Socialisatie
Opdracht 4 (solliciteren) p. 10 
Opdracht 10 (stereotype reclames) p.15
(vraag 1 t/m 4)
Examenopgave
(dementievriendelijke samenleving)
Examenopgave (internalisatie)
Examenopgave
(digitale nomaden)
Examenopgave (socialisatie + vorming)
Zelftesten d.m.v. flashcards 
Aandachtig doorlezen 1.1 / 1.2
timer
30:00

Slide 15 - Tekstslide