In deze les zitten 37 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 9 videos.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
Hoofdstuk 6 Geluid
Voorkennis
Lesdoelen
Uitleggen
Kleine lesafsluiting
Opgaven maken
Grote lesafsluiting
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Video
Hoofdstuk 6 Geluid
Paragraaf 6.1 Geluid maken en horen
~5 minuten lezen in stilte
uitleg lesstof
maken opgaven
nabespreken
exit ticket
Slide 3 - Tekstslide
Lezen tekst op blaadje
timer
5:00
Slide 4 - Tekstslide
Wat ga je vandaag leren
Welke 3 dingen je nodig hebt om geluid te maken
Hoe je geluid kunt horen
Hoe snel het geluid zich beweegt
Slide 5 - Tekstslide
Welke 3 dingen heb je nodig om geluid te maken?
Heeft altijd een bron nodig, iets dat de trilling veroorzaakt
Heeft iets nodig om deze trilling door te geven, een tussenstof of medium, bijvoorbeeld lucht of water
Heeft ook een ontvanger nodig, bv. je oren.
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Video
Luidspreker
In elke luidspreker zitten:
een magneet
een spoel
een conus
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Video
Tussen stof (medium)
Lucht
Vloeistoffen
Vaste stoffen
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Video
Slide 12 - Video
phet.colorado.edu
Slide 13 - Link
Wat ga je vandaag leren
Welke 3 dingen je nodig hebt om geluid te maken
Hoe je geluid kunt horen
Hoe snel het geluid zich beweegt
Slide 14 - Tekstslide
Van geluidsbron naar je oor
Slide 15 - Tekstslide
Wat ga je vandaag leren
Welke 3 dingen je nodig hebt om geluid te maken
Hoe je geluid kunt horen
Hoe snel het geluid zich beweegt
Slide 16 - Tekstslide
Slide 17 - Video
Geluidssnelheid
Geluid legt in lucht elke 3 seconde ongeveer 1 km af
Slide 18 - Tekstslide
Slide 19 - Video
Maak de opgaven op blaadje
timer
15:00
Slide 20 - Tekstslide
Maakt dit geluid?
Slide 21 - Tekstslide
Exit ticket: beantwoord deze 2 vragen
Welke 3 dingen heb je nodig om geluid te maken?
Hoe snel beweegt geluid zich door de lucht?
Slide 22 - Tekstslide
Pieter ziet een bliksemflits. Hij telt tot 12 seconden en dan hoort hij de donder. De geluidssnelheid is 340 m/s. Bereken de afstand tot het onweer.
A
ca 4 km
B
28 km
C
4080 m
Slide 23 - Quizvraag
Slide 24 - Tekstslide
Hoe heet het onderdeel van het oor, dat er voor zorgt dat geluid wordt omgezet in een elektrisch signaal (impuls)?
A
Hamer
B
Stijgbeugel
C
Aambeeld
D
Slakkenhuis
Slide 25 - Quizvraag
Slide 26 - Video
Slide 27 - Video
Geluidsgolven
Slide 28 - Tekstslide
Geluidssnelheid
Geluid heeft tijd nodig om zich te verplaatsen. Daar merk je in het dagelijks leven meestal niets van. Maar er zijn momenten dat dit goed te merken is. Denk maar eens aan het onweer. Je ziet de flits soms veel eerder dan dat je het geluid hoort. Dit komt omdat het licht veel sneller is dan het geluid. Hoe langer het duurt voordat je de donder hoort, hoe verder het onweer van je vandaan is.
Slide 29 - Tekstslide
Geluidssnelheid
De snelheid van het geluid is:
340 m/s =
ong. 1225 km/h
Dit is de geluidssnelheid in lucht bij 20 oC.
Slide 30 - Tekstslide
Horen
Wat gebeurt er in ons oor als we iets horen?
Wat weten we al over geluid?
Kun je dat toepassen op het horen?
Slide 31 - Tekstslide
Herhaling
trillingen
medium met de snelheid van het geluid
horen
Slide 32 - Tekstslide
Wat is ongeveer de snelheid van het geluid in km/h?