Thema 9 Paragraaf 3 Het ruggenmerg
1 / 14
Lesduur is: 45 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Heeft elke zenuwcel een cellichaam?
A
Ja
B
Nee
Slide 3 - Quizvraag
Welke uitspraak is juist?
A
Alleen gemengde zenuwcellen sluiten aan op het centrale zenuwstelsel.
B
Bewegingszenuwen kunnen uitlopers bevatten van gevoelszenuwcellen.
C
De uitlopers van zenuwcellen liggen in een bundel bij elkaar.
Slide 4 - Quizvraag
Onderzoekers kunnen meten of er door een zenuw impulsen worden voortgeleid. Een impuls is altijd even sterk. Wel varieert het aantal impulsen dat per milliseconde wordt voortgeleid.
Yassin hoort een ambulance voorbijkomen. Even is het geluid van de sirene heel dichtbij.
Wat zal er met het aantal impulsen in de gehoorzenuw van Yassin gebeuren wanneer de ambulance van Yassin wegrijdt?
Yassin hoort een ambulance voorbijkomen. Even is het geluid van de sirene heel dichtbij.
Wat zal er met het aantal impulsen in de gehoorzenuw van Yassin gebeuren wanneer de ambulance van Yassin wegrijdt?
A
Het aantal impulsen zal afnemen.
B
Het aantal impulsen zal gelijk blijven.
C
Het aantal impulsen zal toenemen.
Slide 5 - Quizvraag
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Tekstslide
Hoe heet de verdikking waarin de cellichamen van gevoelszenuwcellen bij elkaar liggen?
Slide 12 - Open vraag
In de afbeelding zijn enkele borstwervels en een deel van het ruggenmerg met zenuwen schematisch getekend. Enkele delen zijn met een letter aangegeven.
Wat is de functie van deel P?
Wat is de functie van deel P?
A
Beschermen en stevigheid geven.
B
Impulsen geleiden.
C
Prikkels opvangen.
D
Schokken opvangen.
Slide 13 - Quizvraag
In de afbeelding is het ruggenmerg met zenuwen schematisch getekend.
Geeft D de buikzijde of de rugzijde aan?
Geeft D de buikzijde of de rugzijde aan?
A
Buikzijde.
B
Rugzijde.
