Droning DEEL I REGELGEVING EN TOEPASSINGEN

Deel I  Regelgeving en toepassingen
MODULE DRONING
Ontwikkeld door Nova College
2024
1 / 36
volgende
Slide 1: Tekstslide
BouwkundeMBOStudiejaar 4

In deze les zitten 36 slides, met interactieve quiz, tekstslides en 9 videos.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Deel I  Regelgeving en toepassingen
MODULE DRONING
Ontwikkeld door Nova College
2024

Slide 1 - Tekstslide

Waarom de module Droning?
Voor een (beginnend) beroepsbeoefenaar is het van belang dat hij kennis heeft welke typen drones er zijn en waarvoor deze specifiek ingezet kunnen worden. Hij moet zich bewust zijn van de wettelijke eisen en mogelijkheden  waar en hoe een drone ingezet kan worden. De nanomodules zorgen voor een basiskennis. Vervolgens kan de deelnemer bij de Dutch Drone Academie verdiepende trainingen volgen, examens doen en uiteindelijk een vliegbrevet halen.

Daarom is het belangrijk dat een ketenpartner:
- Technische basiskennis bezit van de drone (ook ten behoeve van de veiligheid)
- Heeft kennis van typen drones en soorten bijbehorende apparatuur
- Heeft kennis en besef van veiligheidsaspecten
- Heeft kennis van wet- en regelgeving met betrekking tot droning


Slide 2 - Tekstslide

Thema's Droning
Met behulp van interactieve lessen is het onderwerp Droning in de volgende 3 thema's verdeeld: 

Thema 1  Regelgeving en toepassingen            module DEEL I
Thema 2  Toepassingen en typen drones         module DEEL II
Thema 3  Geografie                                                     module DEEL III

Door het laagdrempelig karakter van de minimodules zijn deze flexibel aan te passen naar de behoefte van het bedrijf en dienen ze om basis skills te ontwikkelen en als teaser naar verdiepende vervolgtrainingen bij de DDA.

Slide 3 - Tekstslide

Overheid, met wie heb je te maken
Als je met een drone wilt vliegen krijg je met verschillende instanties te maken, namelijk:
- European Aviation and Safety Agency (EASA)
- International Civil Aviation Organisation (ICAO)
- Inspectie Leefomgeving en Transport (IL&T)
- Luchtverkeersleiding Nederland (LVNL)

In de volgende sheets wordt hier verder op ingegaan.

Slide 4 - Tekstslide

Overheid, met wie heb je te maken
European Aviation and Safety Agency (EASA)
Drones omvatten zowel grote luchtvaartuigen die qua omvang en complexiteit op normale vliegtuigen lijken, als zeer kleine luchtvaartuigen, die vaak als speelgoed worden gebruikt. Vooral het gebruik van kleine drones neemt in de Europese Unie steeds meer toe.

EASA heeft Europese regels ontwikkeld om ervoor te zorgen dat gebruikers van drones voor zowel recreatieve als professionele doeleinden duidelijk weten wat wel en wat niet is toegestaan. 

Slide 5 - Tekstslide

Overheid, met wie heb je te maken
International Civil Aviation Organisation (ICAO)
De ICAO heeft geen directie link met drones maar is wel heel belangrijk voor de internationale luchtvaart. 
De organisatie bevordert de planning en ontwikkeling van internationaal luchtverkeer om een veilige en ordelijke groei te verzekeren.

Slide 6 - Tekstslide

Overheid, met wie heb je te maken
Inspectie Leefomgeving en Transport (IL&T)
Voor het vliegen in de categorieën gemiddeld risico en hoog risico is er toestemming nodig van de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT). Ook houdt de ILT toezicht op het vliegen met drones en handhaaft zij als dit nodig is.

Gemiddeld risico = categorie specifiek
Hoog risico = categorie gecertificeerd

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Link

Voorvallen melden
Het Analysebureau Luchtvaartvoorvallen (ABL) van de Inspectie voor Leefomgeving en Transport (ILT) registreert voorvallen in de burgerluchtvaart. Het melden van voorvallen is niet alleen wettelijk verplicht, maar ook belangrijk voor het vergroten van de veiligheid in de luchtvaart. Dat geldt ook voor bepaalde voorvallen met drones. Voor het doen van een melding van een voorval met een drone bestaat een speciaal meldformulier.

Slide 9 - Tekstslide

Overheid, met wie heb je te maken
Luchtverkeersleiding Nederland (LVNL)
In Nederland wordt het vliegen met een drone gezien als een VFR-vlucht. Aan VFR-vluchten zijn bepaalde wettelijke eisen gesteld. Als je met je drone in een CTR vliegt, heb je daarom een een verklaring nodig van de torenverkeersleider. Ook moet je een vliegplan indienen en geldt de verplichting van tweezijdig radiocontact.

CTR staat voor Control Regions, ofwel gecontroleerde luchtruimgebieden. 
VFR staat voor Visual flight rules of Zichtvliegvoorschriften, zijn de voorschriften voor het vliegen "op zicht" in plaats van op instrumenten. 
(o.a. afhankelijk van weersomstandigheden)

Slide 10 - Tekstslide

Welke verantwoordelijkheden heeft een dronepiloot?

Slide 11 - Woordweb

Algemene verantwoordelijkheden 
van een drone piloot
- Goed getraind en opgeleid. In bezit zijn van certificaat via bijvoorbeeld Dutch Drone Academie, zie volgende sheet.
- Vooraf geografische informatie inwinnen. Via map.godrone, zie volgende sheet.
- Zorgdragen voor een veilig dronesysteem.
- Niet onder invloed zijn van medicijnen, alcohol of drugs.


Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Video

Slide 14 - Video

Slide 15 - Link

Slide 16 - Link

Verantwoordelijkheden van een drone piloot
Drones zijn er in allerlei soorten en maten. Ze worden op verschillende plekken en voor verschillende doelen gebruikt. Regels en eisen hangen af van de risico’s van een vlucht.
Drones zijn hiervoor ingedeeld in 3 categorieën.

- Open categorie (vluchten met een laag risico)
- Specifieke categorie (vluchten met een gemiddeld risico)
- Gecertificeerde categorie (vluchten met een hoog risico)

In de volgende sheets wordt dit verder uitgelegd.

Slide 17 - Tekstslide

Open categorie 
(vluchten met een laag risico)
Om met uw drone in de open categorie te mogen vliegen, moet je je tenminste houden aan alle volgende eisen:
- de drone weegt (bij het opstijgen) maximaal 25 kg;
- je vliegt tot maximaal 120 meter hoogte;
- je vervoert geen gevaarlijke stoffen;
- er is geen camera aanwezig;
- je laat niets uit de drone vallen;
- je heeft altijd zicht op de drone. Dit heet de visual line of sight (VLOS).
Als je niet voldoet aan al deze eisen, dan is uw dronevlucht geen vlucht met een laag risico en val je niet in de open categorie.

Slide 18 - Tekstslide

Specifieke categorie 
(vluchten met een gemiddeld risico)
Vluchten met een gemiddeld risico zijn risicovoller dan een vlucht met een laag risico (open categorie). Voor vluchten met een gemiddeld risico geldt bijvoorbeeld dat:

- er boven mensen gevlogen mag worden;
- vluchten in de buurt van luchtvaartterreinen zijn toegestaan;
- er met drones boven 25 kilo gevlogen mag worden;
- binnen de bewoonde omgeving gevlogen mag worden;
- er hoger dan 120 meter gevlogen mag worden;
- drones iets mogen laten vallen, bijvoorbeeld het besproeien van gewassen;
- er buiten het directe zicht gevlogen mag worden. Dit heet beyond visual line of sight (BVLOS).

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Video

Specifieke categorie 
(vluchten met een gemiddeld risico)
Regels voor piloten
Het vliegen met een drone met een gemiddeld risico is maatwerk. Als je een dronevlucht met een gemiddeld risico wilt maken, moet:
- de eigenaar van de drone (exploitant) zich registreren bij de RDW;
- de piloot minimaal een vaardigheidsbewijs hebben;
- de exploitant vooraf een risicoanalyse uitvoeren;
- de exploitant een vluchtvergunning van de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) hebben.



Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Link

Gecertificeerde categorie 
(vluchten met een hoog risico)
Dronevluchten met een hoog risico zijn risicovoller dan dronevluchten met een gemiddeld risico. 

Het Europees Agentschap voor de veiligheid van de luchtvaart (EASA) ontwikkelt nog regels voor deze categorie. Dit doet EASA in samenwerking met experts uit de Europese lidstaten. 

Tot er Europese regels zijn, verleent de nationale luchtvaartautoriteit een vergunning. Dit geldt voor drones die minder dan 150 kilo wegen als ze opstijgen.

Slide 23 - Tekstslide

Nieuwe Europese regels per 1 januari 2024
Cx- label
Per 1 januari 2024 wordt het gebruik van een drone met een Cx-label in de open categorie verplicht.


Voor een drone zonder Cx-label die 250 gram of meer weegt, gelden de regels van de subcategorie A3. Er dient dan meer afstand gehouden te worden van mensen, dieren en gebouwen.


Voor een drone zonder Cx-label die minder weegt dan 250 gram verandert er niets.

Zie site Rijksoverheid op de volgende sheet.


Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Link

Nieuwe Europese regels per 1 januari 2024
Vanaf 1 januari 2024 moeten alle drones met het Europese keurmerk C1, C2 of C3 en de specifieke categorie beschikken over Remote ID. Dit betekent dat ze op afstand voor iedereen zijn te herkennen.

Welke gegevens verstuurt Remote ID?
- exploitantnummer van de dronepiloot;
- serienummer van de drone. 
- locatie en hoogte van de drone, 
- locatie van de piloot of locatie waar de drone is opgestegen;
- afgelegde route en grondsnelheid van de drone;
- indicatie van de noodstatus van de drone;
- tijdstip waarop de berichten werden gegenereerd.



Slide 26 - Tekstslide

Toepassingen
- Kadaster, uitzetten a.d.h.v. coordinaten
- Inspectie met warmtebeeldcamera
- Inspectie silo's, riolering
- Volumemetingen
- Luchtfotografie
- Crowd control
- Gebouwinspecties

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Video

Slide 29 - Video

Slide 30 - Video

Slide 31 - Video

Slide 32 - Video

Slide 33 - Video

Type drones op het Nova College
DJI mini
DJI Mavic 2 Enterprise Dual (thermische)
DJI FPV drone
Ryze Tello drone 

Slide 34 - Tekstslide

Vliegen bij het 
Nova College
Drone simulator
Drone vliegen in binnentuin
Drone vliegen in het Innovatielab

Slide 35 - Tekstslide

VLIEGEN OP DE SIMULATOR EN OEFENEN MET DE BEWEGINGEN
AeroSIM drone simulator
licentie in usb stick
Drone simulator

Slide 36 - Tekstslide