Kijk er nu nog eens naar...
...
(vinden) je moeder het niet vervelend dat je broer gaat emigreren?
Hij ... (beantwoorden) je vraag als hij uit de vergadering komt.
Mijn broertje ... (gamen) de hele dag als hij daartoe de kans krijgt.
Hoe oud ... (worden) je volgende week?
Ik ... (deleten) de bestanden, anders is het geen verrassing meer.
Hopelijk ... (veroveren) Max Verstappen dit jaar de titel.
Hij ... (verheugen) zich op de wedstrijd van het weekend.