Spelling: gebiedende wijs

10 minuten lezen
timer
10:00
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 14 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

10 minuten lezen
timer
10:00

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Weekplanning
Spelling: gebiedende wijs

Formuleren: variatie in woordgebruik

Werken aan boektoets
Vandaag

Les 2, week 39

Les 3, week 39

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vandaag 
  1. Uitleg boektoets
  2. Huiswerk nakijken
  3. Spelling: gebiedende wijs
  4. Huiswerk

Slide 3 - Tekstslide

Het lijdend voorwerp vind je door te vragen: 
WIE (OF WAT) + WERKWOORDELIJK GEZEGDE + ONDERWERP
Let op: 
Niet elke zin heeft een lijdend voorwerp: geen goed antwoord op de vraag? Geen lijdend voorwerp!
Lijdend voorwerp begint nooit met een voorzetsel! 
Uitleg boektoets
Wat komt er allemaal voorbij in de boektoets?

  • De algemene gegevens van het boek
  • Een korte samenvatting van het boek met daarin de hoofdzaken
  • Je mening: wat vond jij van het boek?
  • Een aantal vragen over het boek.
  • Verwerkingsopdracht

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Algemene gegevens
  • Titel
  • Auteur (schrijver)
  • Als er tekeningen in het boek staan: de illustrator (tekenaar)
  • Het eerste jaar van de uitgave

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Samenvatting
Hier geef je je jouw mening over het boek wat je hebt gelezen. Gebruik hiervoor minimaal 3 beoordelingswoorden en noem bij elk beoordelingswoord twee argumenten om je mening te verduidelijken. Je mening bestaat uit minimaal 100 woorden.
Voorbeelden van beoordelingswoorden:



• Waardevol
• Mooi
• Ontroerend
• Snel
• Positief
• Waardeloos
• Lelijk
• Niet ontroerend
• Traag
• Negatief

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verwerkingsopdracht:
Anti-pestplan
Verwerkingsopdracht
De omslag (kaft) is erg belangrijk voor een boek. Wanneer de omslag er niet uitziet, wil niemand het boek lezen. Aan jou de taak om een nieuwe omslag te ontwerpen die mensen uitnodigt om het boekt te lezen. Je omslag moet voldoen aan de volgende eisen:

• Vouw een A4-papier dubbel (wit of gekleurd); je hebt nu een voor- en achterkant van je omslag
 • De titel en auteur moeten vermeld worden
 • Op de achterkant schrijf je een flaptekst van minimaal 50 en maximaal 100 woorden. In de flaptekst vertel je iets over de inhoud van het boek, zonder het einde te verklappen. Potentiële lezers moeten geïnteresseerd raken en het boek willen lezen, zonder te weten hoe het afloopt.
 • Op de achterkant geef je ook informatie over de auteur. Minimaal 25 en maximaal 50 woorden.
 • Het verdere ontwerp van de kaft is vrij: je mag het op de computer maken, maar ook met de hand. Zorg voor plaatjes, foto's of tekeningen op de voor- en achterkant en voorkom grote, lege, witte ruimtes. Gebruik niet de afbeeldingen die uit het boek zelf komen, maar verzin/maak zelf iets! Be creative😊
 • Zorg ervoor dat de omslag te maken heeft met de inhoud van je boek.
 

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Huiswerk nakijken
Waar? 
Bladzijde 92 tot en met 93

Waarover?
Voorbeelden gebruiken

Welke opdracht?
1 tot en met 3

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

mogelijke antwoorden:
  • 1 aardbevingen, vulkaanuitbarstingen, overstromingen, tsunami’s
  • 2 leeuwen, tijgers, panters, beren, nijlpaarden, olifanten;
  • stokstaartjes, maki’s, aapjes, naakte molratten
  • 3 appen, facebooken, filmpjes kijken
  • 4 wiskunde, natuurkunde, scheikunde; handvaardigheid, tekenen, muziek, techniek

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

mogelijke antwoorden:
  • 1 Als iemand ergens extreem bang voor is, kan het zijn dat hij een fobie heeft. Iemand die heel bang is om de deur uit te gaan, lijdt bijvoorbeeld aan agorafobie, ook wel pleinvrees genoemd. Anderen durven niet met de lift, omdat ze lijden aan claustrofobie.
  • 2 Veel pubers mogen hun zakgeld niet alleen maar uitgeven aan leuke dingen, maar moeten er ook andere zaken mee betalen. Zo moeten velen cadeautjes voor verjaardagen en sinterklaas zelf betalen. Ook een telefoonabonnement of extra beltegoed betalen de meeste pubers uit eigen zak.


Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoelen
Je leert:
  • hoe je gebiedende wijs van een werkwoord spelt;
  • wanneer je gebruik maakt van de gebiedende wijs.

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Gebiedende wijs
Wat is het en wanneer gebruik je het?



Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wanneer gebruik je de 
ik-vorm

  • Bij ik 
  • Bij je of jij achter de persoonsvorm
  • Bij de gebiedende wijs 
Wanneer gebruik je de
ik-vorm + t ?

  • Bij je of jij voor de persoonsvorm 
  • Bij hij, zij of het

Uitzondering: onregelmatige werkwoorden 
(zes stuks - geen ik-vorm + t bij hij/zij/het) 

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Huiswerk 
Waar? 
Bladzijde 36 tot en met 37

Waarover?
Gebiedende wijs

Welke opdracht?
1, 2, 3 en 5

Is dit huiswerk voor de volgende keer?
Ja

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies