Kennistest HF 5 3M1

Kennistest HF 5 
3M1 eco
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Kennistest HF 5 
3M1 eco

Slide 1 - Tekstslide

Noem 3 arbeidsmotieven (dus redenen om te werken)

Slide 2 - Open vraag

Als je het hebt over het geheel van vraag naar arbeid en aanbod van arbeid, dan bedoel je daarmee de…
A
arbeidsmarkt
B
beroepsbevolking
C
vacatures
D
werkgelegenheid

Slide 3 - Quizvraag

Wat staat er in een CAO?
A
Hoeveel belasting je over je loon moet betalen
B
Gezamenlijke afspraken over arbeidsvoorwaarden in een bedrijfstak
C
Daar staat in hoe vaak de vakbonden mogen staken

Slide 4 - Quizvraag

Sjors verdient een brutoloon van € 1.485 per maand. Daarop wordt € 108 belasting ingehouden. De sociale premies zijn 7,8% van zijn brutoloon.
Bereken het nettoloon dat Sjors per jaar ontvangt.

Slide 5 - Open vraag

Waarom kan een kapper die zwart werkt minder kosten dan iemand die wit werkt?

Slide 6 - Open vraag

industrie
onderwijs
landbouw
winkels
Primaire sector
Secundaire sector
Tertiaire sector
Quartaire sector

Slide 7 - Sleepvraag

Van welke bedrijfsvorm kan iedereen aandelen kopen?
A
eenmanszaak
B
VOF
C
BV
D
NV

Slide 8 - Quizvraag

Bij welke bedrijfsvorm is de eigenaar met zijn eigen privé geld verantwoordelijk voor de schulden?
A
Eenmanszaak
B
VOF
C
BV
D
NV

Slide 9 - Quizvraag

Wat is een voordeel van een BV in plaats van een eenmanszaak?
A
Hoeft geen belasting te betalen
B
Kan makkelijker beslissingen maken
C
Alle winst is dan gelijk voor de eigenaar
D
Kan makkelijker aan geld komen

Slide 10 - Quizvraag

Leg uit wie allemaal onder de beroepsbevolking vallen?

Slide 11 - Open vraag

Wat wordt bedoeld met arbeidsparticipatie?
A
Percentage mensen dat werkt
B
Percentage mensen dat tot beroepsbevolking hoort
C
Percentage mensen dat werk zoekt
D
Percentage mensen dat werkloos is

Slide 12 - Quizvraag

Thijmen verdiende 2.200 per maand. Hij is ontslagen en ziet dat zijn uitkering 70% van zijn loon is. Hoeveel is zijn uitkering?

Slide 13 - Open vraag

Leg uit wat structurele werkeloosheid is en geef een voorbeeld

Slide 14 - Open vraag

Anne is net afgestudeerd en is op zoek naar werk. Welke soort werkeloosheid is dit?
A
frictiewerkeloosheid
B
seizoenswerkeloosheid
C
Regionale werkeloosheid

Slide 15 - Quizvraag

In gelderland zijn een stuk meer mensen werkeloos dan in noord-holland. Hoe heet deze werkeloosheid?
A
frictiewerkeloosheid
B
seizoenswerkeloosheid
C
regionale werkeloosheid

Slide 16 - Quizvraag

Bram werkt in een strandtent. Die strandtent gaat in de winter dicht en dan heeft hij geen werk. Hoe heet deze werkeloosheid?
A
Frictiewerkeloosheid
B
Seizoenswerkeloosheid
C
Regionale werkeloosheid

Slide 17 - Quizvraag

Einde
Tijd over? Leren voor de toets!

Slide 18 - Tekstslide