Hoofdstuk 1.1 - Stofeigenschappen deel 2

Welkom
Welkom
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Welkom
Welkom

Slide 1 - Tekstslide

Plan van de les
Bespreken + Herhalen vorige les
Uitleg over gevaarlijke stoffen
Zelfstandig maken vervolg H1.1

Slide 2 - Tekstslide

Stofeigenschappen
Stofeigenschappen kun je zelf niet aanpassen. Ze zijn specifiek voor die stof.

Slide 3 - Tekstslide

Welke is geen stofeigenschap?
A
Fase (bij kamertemperatuur)
B
Geur
C
Smelpunt
D
Massa

Slide 4 - Quizvraag

Welke is geen stofeigenschap?
A
Kookpunt
B
Vorm
C
Smeltpunt
D
Brandbaarheid

Slide 5 - Quizvraag

Stofeigenschappen:

  • Brandbaarheid
  • Geur
  • Kleur
  • Smaak
  • Fase (bij kamertemperatuur)
  • Kookpunt
  • Smeltpunt
  • Oplosbaarheid in water

Geen stofeigenschappen:

  • Temperatuur
  • Vorm
  • Massa
  • Volume

Slide 6 - Tekstslide

Waarom is massa geen stofeigenschap?

Slide 7 - Open vraag

Als we kijken naar een boom, en een tak. Beide van hout. 
De boom weegt zoveel ton en een tak maar een aantal gram. Maar ze zijn wel beide van hout. Massa is dus geen stofeigenschap.

Slide 8 - Tekstslide

Wat is de formule van de dichtheid?

Slide 9 - Open vraag

Hoeveel is 1,03 kg in gram?
A
1030 gram
B
103,0 gram
C
10,30 gram
D
0,0103 gram

Slide 10 - Quizvraag

Hoeveel is 50 mg in gram?
A
5 gram
B
0,05 gram
C
500 gram
D
0,5 gram

Slide 11 - Quizvraag

Metrisch stelsel
Neem dit schema over in je aantekeningen!

Slide 12 - Tekstslide

Metrisch stelsel
Neem dit schema over in je aantekeningen!
De centrale eenheden:

Massa: gram
Lengte: meter
Volume: liter of m3


Slide 13 - Tekstslide

Metrisch stelsel
Neem dit schema over in je aantekeningen!
gaat in stapjes: 
delen door 10
gaat in stapjes: 
    keer 10

Slide 14 - Tekstslide

Bereken de dichtheid in g/cm3 van een onbekende stof met een massa van 20 milligram een een volume van 0,02 cm3

Slide 15 - Open vraag

Stoffen en veiligheid
In huis heb je vast stoffen zoals spiritus, wasbenzine, chloor, ammonia en allerlei medicijnen. Wat hebben deze stoffen gemeen?

Slide 16 - Tekstslide

Ze zijn gevaarlijk
Dit kan je zien aan de waarschuwingen op de verpakking, je ziet dan pictogrammen. Of te wel gevarensymbolen.

Slide 17 - Tekstslide

Stoffen kunnen gevaarlijk zijn bijvoorbeeld:
  • Als je de stof inademt
  • Als je de stof inslikt
  • Als je de stof op je huid, in je ogen of op je kleren krijgt
  • Als je er met vuur bij komt
  • Als je de stof met een andere stof mengt

Slide 18 - Tekstslide

Gevarensymbolen
1. Corrosief: kan materialen, ogen en huid ernstig aantasten
2. Explosief: kan door een vonk of schok ontploffen
3. Licht ontvlambaar: kan heel gemakkelijk in brand vliegen
4. Giftig: kan je ernstig ziek maken/dodelijk zijn
5. Brandbevorderend: kan brandbare stoffen heviger laten branden
6. Schadelijk: kan ogen en huid irriteren

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Welk gevarensymbool zie je hier?
A
Corrosief
B
Explosief
C
Licht ontvlambaar
D
Brandbevorderend

Slide 21 - Quizvraag

Welk gevarensymbool zie je hier?
A
Corrosief
B
Explosief
C
Licht ontvlambaar
D
Giftig

Slide 22 - Quizvraag

Welk gevarensymbool zie je hier?
A
Giftig
B
Explosief
C
Licht ontvlambaar
D
Brandbevorderend

Slide 23 - Quizvraag

Welk gevarensymbool zie je hier?
A
Corrosief
B
Explosief
C
Licht ontvlambaar
D
Giftig

Slide 24 - Quizvraag

Welk gevarensymbool zie je hier?
A
Corrosief
B
Explosief
C
Licht ontvlambaar
D
Giftig

Slide 25 - Quizvraag

Welk gevarensymbool zie je hier?
A
Corrosief
B
Schadelijk
C
Licht ontvlambaar
D
Giftig

Slide 26 - Quizvraag

Werken bij gevaarlijke stoffen
We gaan een filmpje kijken over incidentbestrijding van gevaarlijke stoffen.

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Video

Toepassen van H1.1
Maak nu de vragen van H1.1 verder af
Vraag 4 tm 10 + 12
Hoe?
Zelfstandig werken en in stilte (10 minuten)
Rustig overleggen (10 minuten)

Klaar? 
Lees 1.2 en maak vraag 1 tm 3

Slide 29 - Tekstslide

Volgende les
Fasen en faseovergangen

Slide 30 - Tekstslide