Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
H1 Mavo 3 2022 samenvatting SE H1 bijvoeglijk naamwoord en ww -re
Chapitre 1
Connecté!
1 / 37
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Frans
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 3
In deze les zitten
37 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Chapitre 1
Connecté!
Slide 1 - Tekstslide
Sur la table....
* TES LIVRES:
Cahier d'activités A
(Livre d'activités voortaan)
* TON CAHIER
* TA TROUSSE
* TON ORDINATEUR
Slide 2 - Tekstslide
Parler français!
Slide 3 - Tekstslide
Ton meilleur ami / ta meilleure amie
Slide 4 - Tekstslide
Amitié:
* Qui est ton meilleur ami?
* Je le connais depuis six ans.
* J'ai rencontré Pascal au club de tennis.
* Parce qu'il me comprend bien et il est sportif.
Amitié:
* Mon meilleur ami, c'est Pascal.
* Tu as rencontré Pascale où?
* Et pourquoi c'est ton meilleur ami?
* D'accord.
Slide 5 - Tekstslide
Prends ton ordinateur!
Cherche LessonUp!
Slide 6 - Tekstslide
Prends ton cahier!
Il faut vérifier tes notes!
Il faut prendre des notes!
Slide 7 - Tekstslide
les adjectives!
De bijvoeglijke naamwoorden
Slide 8 - Tekstslide
Les adjectifs qualicatifs! De bijvoeglijke naamwoorden
De vormen:
1. Regelmatige bijvoeglijke naamwoorden: grand petit joli
2. Onregelmatige bijvoeglijke naamwoorden: beau/belle
De plaats:
Regel: de bijvoeglijke naamwoorden staan achter het zn
Uitzondering: behalve 12 stuks: rijmpje: bon grand petit etc.
Slide 9 - Tekstslide
Regelmatige vormen
Regelmatige vormen
grand grand
e
petit petit
e
joli
joli
e
grand
s
grand
es
petit
s
petit
es
joli
s
joli
es
groot/grote klein/kleine leuk/leuke
mooi/mooie
Slide 10 - Tekstslide
Onregelmatige vormen
Soms verandert er meer dan 1 letter:
beau belle vieux vieille bon bonne
beaux belles vieux vieilles bons bonnes
mooi/mooie oud/oude goed/goede
Deze leer je ook allemaal uit het hoofd: Fr-Nl en Nl-Fr
Slide 11 - Tekstslide
De plaats van het bijvoeglijk naamwoord
De regel is: In het Frans staat het bijvoeglijk naamwoord altijd
ACHTER
het zelfstandige naamwoord:
une maison
moderne
een modern huis
une route
dangereuse
een gevaarlijke weg
un garçon
intelligent
een intelligente jongen
deux filles
sportives
twee sportieve meisjes
Slide 12 - Tekstslide
Welke bijvoeglijke naamwoorden staan erachter?
intéressant, amusant, intelligent, content (blij/tevreden)
dangereux, malheureux, heureux (gelukkig)
chaud (warm), froid (koud), sportif
rouge, noir, vert, bleu, jaune, orange, blanc etc. (alle kleuren)
allemand, anglais, espagnol etc. (alle nationaliteiten)
Voorbeeld: une fille anglaise intelligente
Slide 13 - Tekstslide
Bijvoeglijk naamwoord (plaats)
De regel is: In het Frans staat het bijvoeglijk naamwoord altijd
ACHTER
het zelfstandige naamwoord:
MAAR NATUURLIJK ZIJN ER UITZONDERINGEN!!!!
Kijk mee!
Luister mee!
Slide 14 - Tekstslide
Welke 12 bijvoeglijke naamwoorden staan ervoor?
bon, grand, petit
premier, dernier, joli
jeune,
vieux, nouveau
mauvais, long, beau
Dit rijmpje moet je uit je hoofd leren: Fr-Nl en Nl-Fr
Slide 15 - Tekstslide
Wat is het rijmpje in het Frans van de bijvoeglijke naamwoorden die VOOR het zelfstandig naamwoord staan?:
Slide 16 - Woordweb
Welke 12 bijvoeglijke naamwoorden staan ervoor?
bon, grand, petit
premier, dernier, joli
jeune,
vieux, nouveau
mauvais, long, beau
Dit rijmpje moet je uit je hoofd leren: Fr-Nl en Nl-Fr
Slide 17 - Tekstslide
Regelmatige werkwoorden!
Het vervoegen van regelmatige werkwoorden, hoe zat dat ook alweer?
Slide 18 - Tekstslide
Regelmatige werkwoorden!
Er zijn 3 familie's regelmatige werkwoorden:
eindigend op: -er -ir
-re
Bijvoorbeeld: donner finir
vendre
Slide 19 - Tekstslide
Les verbes régulier: -er -ir -re!
aimer finir
vendre
écouter choisir
répondre
regarder réussir
attendre
parler réfléchir
perdre
donner rougir
entendre
rendre
Slide 20 - Tekstslide
Hakken en plakken
Hakken: je neemt het hele werkwoord en maakt de stam door meestal de twee laatste letters weg te hakken.
Plakken: check wat het onderwerp is en plak de juiste uitgang erachter.
Slide 21 - Tekstslide
Het vervoegen van regelmatige werkwoorden op -re
in de tegenwoordige tijd (de présent)
Répondre (antwoorden)
Attendre (wachten)
Entendre (horen)
Vendre (verkopen)
Perdre (verliezen)
Rendre (teruggeven) M3
Slide 22 - Tekstslide
Hakken en plakken
Stap 1:
neem het hele werkwoord: perd
re
Stap 2: maak de stam door:
-
re
eraf hakken: perd
Stap 3: check wat het onderwerp is: bijvb. : nous
Stap 4: plak de juiste uitgang erachter : nous perd
ons
Slide 23 - Tekstslide
Leer de uitgangen uit je hoofd!
Stap 4: De juiste uitgangen aan de stam vastplakken:
Je + s
Tu + s
Il/elle/on + -
Nous + ons
Vous + ez
Ils/elles + ent
Slide 24 - Tekstslide
Voorbeeld
Je perd
s
Tu perd
s
Il/elle/on perd
Nous perd
ons
Vous perd
ez
Ils/elles perd
ent
Slide 25 - Tekstslide
Zoek de juiste vertaling
vendre
répondre
attendre
perdre
entendre
horen
verkopen
antwoorden
wachten
verliezen
Slide 26 - Sleepvraag
Hakken en plakken
Jij verkoopt
vendre - re stam: vend
vend + es (onderwerp: tu)
vendes
Jij verkoopt = tu vends
Slide 27 - Tekstslide
Welke tijden moet je kennen?
Présent: vandaag
Passé Composé: gisteren
je répond
s
j'
ai
répond
u
tu attend
s
tu
as
attend
u
il / elle / on entend il / elle / on
a
entend
u
nous vend
ons
nous
avons
vend
u
vous perd
ez
vous
avez
perd
u
Ils / elles rend
ent
ils / elles
ont
rend
u
Slide 28 - Tekstslide
Samenvatting
Wat moet je leren en kennen en kunnen:
1. De vijf (zes) Franse regelmatige werkwoorden eindigend op -re.
2. De vertaling van deze werkwoorden.
3. Welke uitgangen er achter welke onderwerpen komen.
4. De uitgangen en de vertaling leer je uit je hoofd.
3. Hoe je ze moet vervoegen in zowel de présent als in de passé composé.
Slide 29 - Tekstslide
Vervoeg het werkwoord "entrendre" in de présent.
Slide 30 - Woordweb
Vervoeg het werkwoord "entendre" in de passé composé.
Slide 31 - Woordweb
Écris les six verbes connus qui finissent: -re
Slide 32 - Open vraag
répondre
A
antwoorden
B
vertalen
Slide 33 - Quizvraag
entendre
A
luisteren
B
horen
Slide 34 - Quizvraag
perdre
A
verliezen
B
winnen
Slide 35 - Quizvraag
ik verkoop
A
je vende
B
je vends
Slide 36 - Quizvraag
jij wacht
A
tu attendes
B
tu attends
Slide 37 - Quizvraag
Meer lessen zoals deze
H1 Havo 3 2024 24 oktober oefenen bijvoeglijk naamwoord en ww op -re
Oktober 2024
- Les met
49 slides
Frans
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 3
3 Havo chapitre 1 Poste, like, partage - voorbereiding toets
Oktober 2023
- Les met
20 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
GL 3H CH1 - voorbereiding toets
November 2024
- Les met
26 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
3 Havo chapitre 1 Poste, like, partage - voorbereiding toets
Oktober 2024
- Les met
26 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
H1 Havo 3 2024 3 november oefenen voor de toets h1 bijv nmw en -re
November 2024
- Les met
40 slides
Frans
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 3
H1 Havo 3 2024 dictée E H werkwoorden - re 21 oktober H3A
Oktober 2024
- Les met
43 slides
Frans
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 3
Vendre: Het vervoegen van de regelmatige werkwoorden op -re sept 2023
September 2023
- Les met
21 slides
Frans
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 3
H1, les G, nakijken les H, overhoren woorden les F
September 2024
- Les met
32 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 3