tekst 2 Hoe groot is de aarde?
Weet je wat ik wel eens denk?
Dat de aarde het hoofd van een reus is.
Zijn ogen zijn zeeën Zijn wangen zijn heuvels
Zijn rimpels ravijnen Zijn mond is een grot
en zijn neus is een berg met spelonken zo diep als de zee Modelen: Dat woord ken ik niet.
Ik lees de zin ervoor en de zin zelf nog een keer: ‘zijn neus is een berg / met spelonken zo diep als de zee.’ Een berg is hoog en een spelonk is iets dieps in die berg: een gat dus! Een gat in een berg noem je ook wel een grot. Spelonken zijn dus grotten.
Zijn haren zijn bossen met bomen en struiken en paden om langs te verdwalen
Wij zien hem niet Hij is te groot
Hij ziet ons niet Wij zijn te klein
Maar hij voelt ons wel
Bijvoorbeeld als we kuilen graven in het bos
Want wij zijn geen mensen
Wij zijn luizen op het hoofd van een reus