2.5 Woorden - les 3

Welkom!
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 19 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Welkom!

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen?
-Dagopening
-25 minuten lezen in stilte
-Uitleg boekopdracht
-2.6 Kijken en Luisteren
-Huiswerk maandag

Slide 2 - Tekstslide

Dagopening

 De tijd tikt door

  • Kijk jij uit naar de tijd dat je volwassen zult zijn? 
  • Wat wil je dan per se doen of bereiken?

Slide 3 - Tekstslide

Stillezen

25 minuten

Slide 4 - Tekstslide

Boekopdracht
Boek van www.leesadviezen.nl
Mindmap bij het boek.

Slide 5 - Tekstslide

2.6 Kijken en Luisteren
In deze paragraaf leer je:
• wat een documentaire is;
• wat een discussieprogramma is;
• hoe je aantekeningen maakt terwijl je kijkt of luistert.

Slide 6 - Tekstslide

Documentaire / discussieprogramma

  1. Welke voorbeelden ken je?
  2. Stel, je valt midden in een programma. Hoe zie je dan dat je te maken hebt met een documentaire of een discussieprogramma?

Slide 7 - Tekstslide

Documentaires 
Een documentaire is een film waarin je informatie krijgt over zaken die echt gebeurd zijn. Typische thema’s voor documentaires zijn natuur, wetenschap, geschiedenis en maatschappelijke onderwerpen.

Voordat een documentairemaker begint met filmen, heeft hij
onderzoek gedaan naar het onderwerp, zodat hij weet met wie en waar er het best gefilmd kan worden. Het doel van een documentaire is meestal informeren. De informatie die je krijgt is meestal objectief.

Slide 8 - Tekstslide

Discussieprogramma
In een discussieprogramma discussiëren (ervarings)deskundigen over een bepaald onderwerp. De deelnemers aan het discussieprogramma worden aan het begin van het programma geïntroduceerd door de gastheer. Deze gastheer leidt de discussie en discussieert zelf niet mee.

Typische thema’s voor discussieprogramma’s zijn maatschappelijke problemen en politiek. Het doel van een discussieprogramma is jou een mening te laten vormen. Hier is de gegeven informatie meestal subjectief.

Slide 9 - Tekstslide

Documentaire / discussieprogramma

  1. Wat betekenen de woorden 'objectief' en 'subjectief'?
  2. Wat is het belangrijkste verschil tussen een documentaire over een maatschappelijk probleem en een discussieprogramma over hetzelfde onderwerp?
  3. Hoe zal een gastheer van een discussieprogramma een uitzending voorbereiden, denk je?

Slide 10 - Tekstslide

Huiswerk 13 januari
Maken 2.5 Woorden (online)
opdracht 15, Test jezelf

Slide 11 - Tekstslide

Opdracht 3
We bekijken een deel van een uitzending van een discussieprogramma.

  1. Wat is de stelling waarover gediscussieerd wordt?
  2. Bepaal voordat we kijken je mening over deze stelling.
  3. Noteer tijdens het kijken wie de gastheer of gastvrouw is en wie de deelnemers aan de discussie zijn.
  4. Wat is de rol van de gastheer of gastvrouw?

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Link

Opdracht 3
We bekijken een deel van een uitzending van een discussieprogramma.

  1. Wat is de stelling waarover gediscussieerd wordt?
  2. Bepaal voordat we kijken je mening over deze stelling.
  3. Noteer tijdens het kijken wie de gastheer of gastvrouw is en wie de deelnemers aan de discussie zijn.
  4. Wat is de rol van de gastheer of gastvrouw?

Slide 14 - Tekstslide

Opdracht 4
Meer vragen over het discussieprogramma.

  1. Welke argumenten voert de voorstander van de stelling aan?
  2. Welke argumenten voert de tegenstander van de stelling aan?
  3. Vind je dit een goede discussie? Geef twee redenen voor je mening.
  4. Is jouw mening na het zien van het fragment veranderd? Leg uit.

Slide 15 - Tekstslide

Aantekening maken
Bij een kijk- en luistertoets bekijk en beluister je fragmenten. Soms mag je pas daarna de te beantwoorden vragen lezen. Goede aantekeningen maken is dus belangrijk.
Let bij het maken van aantekeningen op:
• vraag- en probleemstellingen die genoemd worden;
• deelonderwerpen;
• signaalwoorden en verbanden die je bij de paragraaf ‘Lezen’ hebt geleerd;
• de beelden die je te zien krijgt.

Slide 16 - Tekstslide

Aantekening maken
Maak bij het schrijven van aantekeningen gebruik van:
• signaalwoorden en tekstverbanden;
• symbolen en tekens bijvoorbeeld om verbanden aan te geven;
• afkortingen.

-> Waarom is het handig om symbolen, tekens en afkortingen te gebruiken?
-> Kort de woorden op blz. 125 af.

Slide 17 - Tekstslide

Opdracht 6
  • Tweetallen
  • A doet boek dicht
  • B leest voor
  • A maakt aantekeningen

Slide 18 - Tekstslide

Doel


Ik kan Latijnse voor- en achtervoegsels correct gebruiken.

Slide 19 - Tekstslide