Integer handelen
1 / 16
Lesduur is: 60 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Wat betekent 'ethisch'?
A
Iets zakelijk benaderen
B
Een geloofsovertuiging
C
Normen over wat goed en slecht is
D
Oneerlijk
Slide 2 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Ethisch handelen is:
A
Eigen waarden en normen als basis.
B
Doen wat sociaal gewenst is.
C
Cultuurbepaald.
D
Antwoord A,B en C.
Slide 3 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Wat hoort NIET bij integer zijn?
A
Je fouten in orde maken
B
vragen of iemand koffie komt drinken bij je
C
een aanbod afslaan om je om te kopen
D
passend taalgebruik
Slide 4 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Wat kies je wanneer je integer handelt?
A
Gemak boven moed en norm boven leuk
B
Makkelijk boven waarden en norm boven leuk
C
Juist boven snel en norm boven leuk
D
Gemak boven moed en makkelijk boven waarden
Slide 5 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Denk jij dat je zelf integer bent?
A
Ja
B
Nee
C
Gedeeltelijk
D
Ligt aan de situatie
Slide 6 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Als iemand je wat vertelt in vertrouwen en je vertelt dit niet door dan ben je integer. Integer is:
A
een norm
B
een waarde
Slide 7 - Quizvraag
Niet iedereen kan integer handelen. Dit heeft vooral te maken met bijgebrachte normen en waarden tijdens de opvoeding, maar ook met de morele ontwikkeling. Integer handelen is een goede karaktereigenschap die iedereen zou moeten hebben. In bepaalde branches of beroepen is het zelfs een onmisbare karaktereigenschap.
Denk hierbij aan de functie van hulpverlener, directeur, zorgmedewerker of andere beroepen waarbij je met anderen in contact komt of een grote verantwoordelijkheid hebt.
Normen en waarden zijn cultuurkenmerken. Wat zijn normen?
A
Gedragsregels.
B
Opvattingen over wat belangrijk is.
C
Straffen.
D
Beloningen.
Slide 8 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Op een schaal van 0-100; hoe integer ben jij?
Slide 9 - Poll
Deze slide heeft geen instructies
Integer zijn is een negatieve blik op het leven hebben
A
waar
B
niet waar
Slide 10 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Wanneer ben je integer?
A
Als je opkomt voor jezelf
B
Als je de schuld legt bij een ander
C
Als je iemand niet mag
D
Als je eerlijk en betrouwbaar bent
Slide 11 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
hoort bij:
eerlijkheid
gelijkheid
iemand doden mag niet
liegen mag niet
rechtvaardigheid
stelen mag niet
Normen of waarden?
waarden
waarden
waarden
normen
normen
normen
Slide 12 - Sleepvraag
Deze slide heeft geen instructies
Normen en waarden ... Waarden en normen
Dit vind je belangrijk.
Regel voor gedrag.
Waarde
Norm
Slide 13 - Sleepvraag
Deze slide heeft geen instructies
Vrijheid is een waarde.
Vrijheid is een waarde.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 14 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Wanneer je een waarde belangrijker vindt dan een andere waarde, dan heb je:
A
een probleem
B
een hiërarchie van waarden
C
een ethisch dilemma
D
een innerlijk conflict
Slide 15 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Er zijn geen normen en waarden in Nederland.
Slide 16 - Poll
Deze slide heeft geen instructies
