Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
werkwoordspelling
Oefenen met
werkwoordspelling
1 / 24
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
In deze les zitten
24 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslide
.
Lesduur is:
30 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Oefenen met
werkwoordspelling
Slide 1 - Tekstslide
Voor het spellen van de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd gebruik je 't ex-kofschip.
A
waar
B
niet waar
Slide 2 - Quizvraag
Voor het spellen van het voltooid deelwoord gebruik je 't ex-kofschip.
A
waar
B
niet waar
Slide 3 - Quizvraag
Voor het spellen van de persoonsvorm in de verleden tijd gebruik je 't ex-kofschip.
A
waar
B
niet waar
Slide 4 - Quizvraag
Een onvoltooid deelwoord spel je door een -d achter het hele werkwoord te plakken.
A
waar
B
niet waar
Slide 5 - Quizvraag
Als een werkwoord in de verleden tijd staat, is het altijd de persoonsvorm.
A
waar
B
niet waar
Slide 6 - Quizvraag
Aan het begin van een voltooid deelwoord staat altijd be-, ge- of ver-.
A
waar
B
niet waar
Slide 7 - Quizvraag
Nick, je bent nieuw in de klas, (hebben) je het naar je zin?
A
hebt
B
heb
C
heeft
D
hebben
Slide 8 - Quizvraag
Jerry (branden) zijn vingers gisteren.
A
brande
B
brandde
C
brandden
D
branden
Slide 9 - Quizvraag
Maar iedereen heeft weleens (falen).
A
gefaald
B
gefaalt
C
gefalen
Slide 10 - Quizvraag
Ook Tim en Mick hebben (beloven)
A
belooft
B
beloovt
C
beloofd
D
beloovd
Slide 11 - Quizvraag
Ook Tim en Mick hebben beloofd hun vingers niet meer te (branden).
A
brandden
B
brandde
C
brande
D
branden
Slide 12 - Quizvraag
(vinden) je deze les ook zo leuk?
A
vin
B
vint
C
vindt
D
vind
Slide 13 - Quizvraag
Mevrouw Schoenmaker (vinden) het hopelijk wel wat.
A
vind
B
vint
C
vindt
Slide 14 - Quizvraag
Afgelopen weken (besteden) we veel tijd aan werkwoordspelling
A
besteden
B
besteede
C
besteedden
D
besteeden
Slide 15 - Quizvraag
Heeft iedereen zijn naam op de toets (vermelden)?
A
vermeld
B
vermelt
C
vermeldt
Slide 16 - Quizvraag
Tijn (zetten) die van hem er op het laatste moment nog op.
A
zet
B
zetten
C
zette
D
zat
Slide 17 - Quizvraag
Sommige leerlingen (roken) stiekem in het park.
A
rookte
B
rookten
C
rookde
D
rookden
Slide 18 - Quizvraag
Taqi liep (fluiten) naar de bakker.
A
fluiten
B
fluitent
C
fluitend
D
gefloten
Slide 19 - Quizvraag
Maar ze zijn daarvoor flink (straffen).
A
gestraft
B
gestrafd
C
gestrafft
D
gestraffd
Slide 20 - Quizvraag
En nu (gebeuren) het gelukkig niet meer.
A
gebeurt
B
gebeurd
C
gebeurdt
Slide 21 - Quizvraag
En anders is het corveeën ook weer zo (gebeuren).
A
gebeurt
B
gebeurd
C
gebeurdt
Slide 22 - Quizvraag
Hopelijk hebben jullie van deze quiz wat (leren).
A
geleerd
B
geleert
C
geleerdt
Slide 23 - Quizvraag
Dan (beloven) dat veel voor de toets
A
beloovt
B
beloovd
C
beloofd
D
belooft
Slide 24 - Quizvraag
Meer lessen zoals deze
werkwoordspelling
Mei 2023
- Les met
18 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
werkwoordspelling
December 2022
- Les met
30 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
werkwoordspelling
Juni 2023
- Les met
37 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo g, t, mavo, havo
Leerjaar 1
werkwoordspelling
Juni 2023
- Les met
24 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
werkwoordspelling
December 2022
- Les met
30 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
Werkwoorden vervoegen
Januari 2020
- Les met
24 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
werkwoordspelling
Juni 2021
- Les met
23 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
werkwoordspelling
December 2021
- Les met
27 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1