Hard werken en zuinig leven naar een consumptiemaatschappij.
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3
In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Cultureel-mentale ontwikkelingen in
Nederland na 1945
Hard werken en zuinig leven naar een consumptiemaatschappij.
Slide 1 - Tekstslide
Leerdoel
Aan het eind van deze les kun je herkennen en uitleggen hoe het dagelijks leven in Nederland direct na de Tweede Wereldoorlog eruit zag.
Hoe de wederopbouw verliep. De economie zich ontwikkelt en de overheid steeds meer voor zijn burgers gaat zorgen.
Slide 2 - Tekstslide
Wat weet jij eigenlijk van de Wederopbouw van Nederland?
Slide 3 - Woordweb
Bevrijd!
De schade van de oorlog was groot
Het aantal slachtoffers was hoog, rond de 200.000
De infrastructuur was vernield
Veel machines waren door de Duitsers meegenomen
Honderdduizenden mannen waren in Duitsland tewerkgesteld tijdens de oorlog
De schade na het bombardement van Rotterdam in mei 1940 was groot, maar tijdens de vijf jaren van de Duitse Bezetting was er nog niet veel gedaan om de stad op te bouwen.
Slide 4 - Tekstslide
Wederopbouw
vanaf 1945
gebrek aan alles: voedsel, brandstof, geld
export lag stil
dreigende inflatie. Daarom bleven producten op de bon om te voorkomen dat de prijzen van producten die schaars zijn zouden stijgen
Slide 5 - Tekstslide
De Wederopbouw
Afspraken over lonen en prijzen: geleide loonpolitiek lonen blijven laag, om de export op gang te brengen en dus weer een industrieland te worden.
Harmoniemodel: samenwerken/de schouders eronder en niet zeuren!
Eerste industrialisatie nota: kleine bedrijven gaan samenwerken ⇒ kosten lager ⇒ prijzen lager ⇒ export stijgt
Hulpvanuit VS: Marshallplan
Ontstaan van eenverzorgingsstaat
Het Amerikaanse Marshallplan had twee belangrijke doelen:
Zorgen dat Europa weer wordt hersteld, zodat Amerika ook weer producten kan verkopen aan de Europeanen.
Laten zien wie hun échte bondgenoot is: kies voor het kapitalisme van ons, en niet het communisme van de Sovjet-Unie!
Slide 6 - Tekstslide
Het gezin van de jaren 50.
Het leven van de meeste mensen speelde zich af in het gezin.
De rollen waren duidelijk: vader, moeder en (veel) kinderen
Vader was de baas, moeder de huisvrouw, kinderen gehoorzaam
Echtscheidingen kwamen maar weinig voor (vrouwen hadden vaak geen eigen inkomen)
Het leven was zuinig en vrije tijd werd thuis doorgebracht
Slide 7 - Tekstslide
Verzuiling
De verdeling van de Nederlandse samenleving in 4 groepen (zuilen): protestanten, katholieken, liberalen, socialisten
Eigenlijk werd het van je verwacht dat je alleen omging met mensen binnen je eigen zuil
Er was veel sociale controle: familie, vrienden en de buurt controleerden of je je wel aan de 'regels' van de zuil hield.
Slide 8 - Tekstslide
Liberalen
Nachtwakersstaat: taak van de overheid is zorgen voor orde en veiligheid.
Economie helemaal vrij laten
Sociale wetten kosten teveel geld is ook niet de taak van de overheid.
Rechts in de politiek
Slide 9 - Tekstslide
Confessionelen
Confessie=geloof (Protestant/Rooms-katholiek)
Ongelijkheid is er omdat God het zo wil.
Goede christenen helpen elkaar in goede en slechte tijden.
Werkgevers en werknemers moeten samen overleggen als er iets is.
De gereformeerde voorman Abraham Kuyper (1837-1920) is een belangrijke persoon uit de Nederlandse geschiedenis. Hij richtte de eerste Nederlandse politieke partij op, de Antirevolutionaire Partij. Hij was predikant, hoogleraar, journalist, Kamerlid en minister-president.
Slide 10 - Tekstslide
Elke zuil had zijn eigen krant, omroep, winkels sportclubs etc.
Mensen leven in hun eigen zuil.
Slide 11 - Tekstslide
Video
Clipphanger:
Wat is verzuiling?
Slide 12 - Tekstslide
0
Slide 13 - Video
verzuiling is
A
verdeling van de samenleving in verschillende groepen
B
verdeling van de samenleving in verschillende groepen op basis van geloof.
C
verdeling van de samenleving in verschillende groepen op basis van geloof en politieke voorkeur.
D
verdeling van de samenleving in verschillende groepen op basis van politieke voorkeur.
Slide 14 - Quizvraag
Hieronder staan vier stromingen die aan het eind van de 19e en aan het begin van de 20e eeuw een belangrijke rol speelden.
➤Geef van elke afbeelding aan bij welke stroming deze hoort. Sleep hiervoor de stroming naar de afbeelding.
Let op: er blijft één stroming over.
katholicisme
protestantisme
socialisme
liberalisme
Slide 15 - Sleepvraag
Politieke partijen die in hun programma uitgaan van het geloof.
A
Feministen
B
Socialisten
C
Confessionelen
D
Liberalen
Slide 16 - Quizvraag
Politieke stroming die vrijheid belangrijk vindt.
A
Feministen
B
Socialisten
C
Confessionelen
D
Liberalen
Slide 17 - Quizvraag
Kenmerkend voor de jaren '50 in Nederland was...
A
Genieten van het leven na de Tweede Wereldoorlog, het ontstaan van een consumptiemaatschappij
B
Groei van de welvaart, veel mensen hebben schaffen een auto aan.
C
Hard werken, sparen, zuinig zijn, emigratie
D
er ontstaat een multiculturele samenleving
Slide 18 - Quizvraag
In de jaren 1950 kwamen de Nederlanders op grote schaal in opstand tegen de lange werktijden en lage lonen van die tijd.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 19 - Quizvraag
De welvaart stijgt vanaf 1953
Geleide loonpolitiek wordt losgelaten (eerst deels, daarna volledig in 1963)
Er komt een loongolf: een stijging van lonen, soms wel met 10%
Uitkeringen zijn gekoppeld aan lonen, dus ook deze stijgen mee.
Door de ontdekking gasveld in Slochteren (1959) kunnen de hogere lonen makkelijker worden gefinancierd: het gas wordt aan het buitenland verkocht.
Nederland wordt een consumptiemaatschappij
Slide 20 - Tekstslide
Slide 21 - Video
Amerikanisering
Amerika is het land waar iedereen naar kijkt hoe efficient te produceren maar ook naar de consumptiegoederen.
De invloed van Amerika in Europa neemt niet alleen politiek toe: na de oorlog komen ook bedrijven als Coca Cola en Levi Strauss naar Nederland.
Hierdoor nemen ook in het dagelijks leven, zoals bijvoorbeeld in de kleding of de muziek, veel Nederlanders Amerikaanse gebruiken over.
Dit heeft amerikanisering.
De Amerikaanse acteur James Dean wordt vaak genoemd als rolmodel voor de opstandige tiener: vetkuif, spijkerbroek en roken. Niet alleen de Amerikaanse jeugd nam zijn uiterlijk (en gedrag) over.
Ook de Nederlandse jongeren, die zijn films in kleur in de bioscoop konden bekijken, vonden hem 'stoer'. De ouders spraken er, uiteraard, schande van!
Lang heeft James Dean niet van zijn succes kunnen genieten: op 24-jarige leeftijd kwam hij bij een auto-ongeluk om het leven.
Slide 22 - Tekstslide
Met z'n allen voor de buis
Televisies bestaan al voor de oorlog, maar pas na de oorlog worden ze betaalbaar en komen ze ook steeds vaker voor in Nederland
Met de televisie kunnen mensen zien wat er in andere delen van de wereld gebeuren
Uiteraard mocht je alleen kijken naar de programma's die bij de omroep van je eigen zuil hoorde....
De eerste televisie-uitzendingen waren in zwartwit. Ook werd er maar een paar uur per dag uitgezonden, en niet zoals nu, 24 per dag.
Als je de programma's van toen bekijkt zal je vooral merken dat alles veel minder flitsend en snel was. Vermoedelijk zou je het zelfs vreselijk traag vinden!
In de achtergrond van deze slide zie je het jeugdprogramma Dappere Dodo (1955-1964). Dit was de eerste kinderserie op de Nederlandse televisie en werd uitgezonden door de KRO.
Slide 23 - Tekstslide
Mobiliteit en vrije tijd
Door de toenemende welvaart krijgen steeds meer gezinnen in de jaren 50 en 60 een auto
Hierdoor neemt de mobiliteit toe
Mensen trekken er vaker op uit en kunnen op vakantie gaan.
Meestal is dat kamperenin het eigen land, maar ook steeds meer mensen gaan met het vliegtuig op vakantie.
Slide 24 - Tekstslide
Een auto, vakantie en een sigaar...
...wat een luxe!
Slide 25 - Tekstslide
Rol van de overheid verandert
Crisis jaren 30 is niet vanzelf overgegaan
Mensen hadden vóór de oorlog vertrouwen verloren in democratie en voor niet-democratische stromingen gekozen
Er was erg veel ellende in de oorlog geweest
Niemand wilde terug naar de crisis jaren en de armoede, daarom moesten er voorzieningen komen voor mensen die niet in hun eigen levensonderhoud konden voorzien.