D-Toets

1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 6 videos.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

5.3 Hoeken meten

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

Bij welk plaatje ligt de geo goed?
A
B
C
A
Bij A
B
Bij B
C
Bij C

Slide 4 - Quizvraag


A
25 graden
B
55 graden
C
95 graden
D
105 graden

Slide 5 - Quizvraag


A
41 graden
B
117 graden
C
248 graden
D
302 graden

Slide 6 - Quizvraag

5.3 hoeken meten (extra)
Dit is de uitdaging. Dit komt niet op de toets. Je mag dit overslaan en doorgaan naar 5.4

De volgende 2 filmpjes gaan over 

  • rekenen met een gestrekte hoek
  • rekenen met overstaande hoeken

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Video

Welke hoeken zijn samen 180 graden?
A
A1+A2
B
A1+A3
C
A2+A4
D
A2+A3

Slide 9 - Quizvraag

Slide 10 - Video

Welke hoeken zijn evengroot?
A
A1+A2
B
A1+A3
C
A2+A4
D
A2+A3

Slide 11 - Quizvraag

5.4 Hoeken tekenen

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Video

Slide 14 - Video

Bij welk plaatje ligt de geo goed?
A
B
C
A
Bij A
B
Bij B
C
Bij C

Slide 15 - Quizvraag

5.5 Kijklijnen en kijkhoek

Slide 16 - Tekstslide

5.5 Kijklijnen en kijkhoek
  • Marloes kijkt door de deur, hoeveel klasgenoten ziet ze?

Slide 17 - Tekstslide

Kijklijnen en kijkhoek
De kijklijnen van Marloes teken je vanaf het middelpunt van haar ogen, langs de zijkant van de deur. 
De hoek tussen de lijnen is haar kijkhoek.

Ze ziet dus 6 en een halve klasgenoot

Slide 18 - Tekstslide


Welke kijkhoek is het grootst?
A
David
B
Maas

Slide 19 - Quizvraag

Als ik je door een raam naar buiten kijkt zie je alles binnen jouw kijkhoek. Wat gebeurd er met de kijkhoek als ik dichter bij het raam ga staan?
A
De kijkhoek blijft gelijk
B
De kijkhoek wordt kleiner
C
De kijkhoek wordt groter
D
Ik heb geen kijkhoek meer

Slide 20 - Quizvraag

Wie heeft een grotere kijkhoek,
persoon A of persoon B?
A
Persoon A
B
Persoon B

Slide 21 - Quizvraag

5.6 hoekensom driehoek
In een driehoek is de som van de hoeken 180 graden

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Video

Alle hoeken samen van een driehoek zijn:
A
90 graden
B
180 graden
C
360 graden
D
45 graden

Slide 24 - Quizvraag

Hoe groot is hoek C?
A
210 graden
B
55 graden
C
30 graden
D
Kun je zo niet berekenen, driehoek is niet rechthoekig.

Slide 25 - Quizvraag

In een driehoek is een hoek 40 graden en een andere hoek is 65 graden. Hoe groot is de derde hoek?
A
95 graden
B
55 graden
C
75 graden
D
85 graden

Slide 26 - Quizvraag

In een driehoek is :
Hoek A 90 graden
Hoek B 60 graden
Hoe groot is hoek C?
A
0
B
30
C
60
D
90

Slide 27 - Quizvraag

Driehoek ABC is rechthoekig. hoek C is de rechte hoek, hoek A = 38 graden, bereken hoek B
A
52
B
71
C
Dit kan je niet berekenen

Slide 28 - Quizvraag