2 - Voltooid deelwoord, tegenwoordig deelwoord en Engelse werkwoorden

Werkwoordspelling

1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Werkwoordspelling

Slide 1 - Tekstslide

Programma
- Herhaling
- Voltooid deelwoord
- Tegenwoordig deelwoord
- Engelse werkwoorden

Slide 2 - Tekstslide

Herhaling
enkelvoud PV TT
ik-vorm
ik-vorm+t

-ik-vorm lijkt op de stam
meervoud PV TT
lijkt altijd op het
 hele werkwoord

Slide 3 - Tekstslide

Zet de persoonsvorm in de t.t.:
Hij (bekennen) het eerlijk.

Slide 4 - Open vraag

.
Herhaling PV VT 

enkelvoud          of        meervoud 
                                            eindigt altijd op ...-en
Drie soorten:
1. sterke ww          (die moet je leren)
2. zwakke ww ......  =>  -te(n) 
3. zwakke  ww       => -de(n)

Slide 5 - Tekstslide

.
Zwakke werkwoorden waarvan de stam eindigt op
een medeklinker die in 't kofschip X zit, gaan als smurfen.

Slide 6 - Tekstslide

.

Slide 7 - Tekstslide

.
    Mag ik de verleden tijd met -te(n)
     vervoegen? Ja, als de stam eindigt op een medeklinker uit
     't kofschip X.
                              Zoniet, dan gebruik ik -de(n).

Slide 8 - Tekstslide

'T KoFSCHiP eX
Ik (wachten v.t.)

Stap 1. Hele werkwoord -en = wacht
Stap 2. Staat de laatste letter in 'T X KFSCHP?
Stap 3. Ja? -te          - of -         Nee? -de
Stap 4. Ja. Dus: Ik wachtte

Slide 9 - Tekstslide

Vul de pv vt in:
Toen mijn ouders (trouwen), hebben ze een groot feest gegeven.

Slide 10 - Open vraag

Voltooid deelwoord
Begint altijd met ge- be- ver- her- of ont-
Staat nooit als enige werkwoord in een zin.


Ik ben naar school geweest.

Ik heb de balans opgemaakt.



Slide 11 - Tekstslide

voltooid deelwoord   
.
sterke werkwoorden
veranderen van klank
zwakke werkwoorden
ge+stam+t/d
Er zijn geen regels voor het vervoegen van sterke werkwoorden. 
Je moet ze onthouden. 

Zij hebben gelopen.
De kast is verkocht.
Dat hebben wij vermeden. 
Ik ben verrast. 

woorden met ver- her- ont- be- of -er krijgen geen ge- extra ervoor
Bij het voltooid deelwoord gebruik je het 't ex-kofschip 
om zeker te weten of je een t of een d moet schrijven. 
Vaak wordt het voorvoegsel ge- voor de stam van het werkwoord geplaatst en komt er een d of t achter. 
veel werkwoorden die beginnen met be-, er-, ge-, her-, ont- of ver-: bewonen - bewoond, erkennen - erkend, gebeuren - gebeurd, herinneren - herinnerd, ontdekken - ontdekt, verdelen - verdeeld
In een zin met een voltooid deelwoord 
is de persoonsvorm een hulpwerkwoord. 
Wij hebben de tas gevonden. 
Ik ben verrast. 

Slide 12 - Tekstslide

Een voltooid deelwoord mag je langer maken
om te horen waar het op eindigt
Ik heb gewerkt – gewerkte
Mijn horloge is ontvreemd - ontvreemde

Als je het niet hoort, gebruik je ‘t ex kofschip
Ik ben gisteren verhuis? – verhuiste/verhuisde
Verhuizen –en = verhuiz  z = niet in ‘t ex kofschip  verhuisd

Verlengproef
Maak het voltooid deelwoord langer om te horen
waar het op eindigt. 

Ik heb gewerkt – gewerkte

Weet je het niet? Denk aan de pv in de vt.

De laatste letter van het voltooid deelwoord past bij de
pv verleden tijd.           -te(n)     of      -de(n)

Slide 13 - Tekstslide

Voltooid deelwoord
Verleng het woord:
gestorte => gestort
gestalde => gestald

Check eventueel de pv
in de verleden tijd (met 't kofschip X).
Ik stortte. Ik heb gestort.
Ik stalde. Ik heb gestald.
Tegenwoordig deelwoord = onvoltooid deelwoord

Nog niet klaar

Rennend belde ik op.
Lachend keek ik hem aan.

Slide 14 - Tekstslide

Er is iets in Zwolle (gebeuren).

Slide 15 - Open vraag

Vul het juiste woord in:
In Zwolle zijn drie grote bronzen beelden (roven)

Slide 16 - Open vraag

Gebeurt/gebeurd
Er is iets in Zwolle gebeurd --> Voltooid deelwoord

Wat gebeurt er in London? --> Tegenwoordige tijd --> stam + t

Slide 17 - Tekstslide

V.d. bijvoeglijk gebruikt
Zegt iets over het zelfstandig naamwoord

 
Staat altijd voor het zelfstandig naamwoord

De geverfde muur is rood.
De gelakte tafel glanst.

Slide 18 - Tekstslide

bij een v.d. bijvoeglijk gebruikt:
Schrijfwijze is altijd zo kort mogelijk!
(zonder dat de uitspraak verandert)


De gestrande olietanker ligt vast.

De vergrote foto is mooi.
De geplette tomaat is plat.

Slide 19 - Tekstslide

Tegenwoordig deelwoord
Eindigt altijd op een D

Giechelend komen de meiden het klaslokaal binnen.

Bijvoeglijk --> Het dravende paard, bokt hoog

Slide 20 - Tekstslide

Tegenwoordig deelwoord = onvoltooid deelwoord

Nog niet klaar

Rennend belde ik op.
Lachend keek ik hem aan.


                                              Dat eindigt altijd op een d!

Slide 21 - Tekstslide

Engelse werkwoorden 


leenwoorden

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Mijn neef (coachen) lange tijd het elftal waarin ik heb (voetballen).

Slide 24 - Open vraag

Mees (deleten) gisteren per ongeluk zijn verslag.

Slide 25 - Open vraag

Deleten - en = delet

Staat de laatste letter in het 'T eX KoFSCHiP? 

Ja! Dus --> Mees deletete (stam + te)
                   Je hebt een extra -e- nodig om de uitspraak te houden.

Slide 26 - Tekstslide

Vul het tegenwoordig deelwoord in: De kat eet (smakken) haar kauwstaafje met kipsmaak op

Slide 27 - Open vraag

Aan de slag
Werkwoordspelling theorie en korte oefening:
- Voltooid deelwoord
- Bijvoeglijk gebruikt voltooid deelwoord en tegenwoordig deelwoord
- Engelse werkwoorden

Slide 28 - Tekstslide