NL2-50-PREX

opdracht 1: Schema reiskosten en uitstoot Co2
U ziet een overzicht uit de consumentengids. De reiskosten en reistijden van vliegtuigen en treinen worden vergeleken. Ook wordt de uitstoot van CO2 vergeleken. Bekijk het overzicht goed en beantwoord daarna de vragen.
1 / 39
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 3

In deze les zitten 39 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

opdracht 1: Schema reiskosten en uitstoot Co2
U ziet een overzicht uit de consumentengids. De reiskosten en reistijden van vliegtuigen en treinen worden vergeleken. Ook wordt de uitstoot van CO2 vergeleken. Bekijk het overzicht goed en beantwoord daarna de vragen.

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Wat kost een treinreis in het hoogseizoen van Assen naar Parijs Gare du Nord?

Slide 3 - Open vraag

U wilt in het laagseizoen naar Berlijn. u wilt zo kort mogelijk reizen. Gaat u met de trein of met het vliegtuig?

Slide 4 - Open vraag

Bij welke vliegreis wordt de meeste C02 uitgestoten? noem de vertrek- en de aankomstplaats.

Slide 5 - Open vraag

u wilt er een paar dagen zo goedkoop mogelijk tussen uit. U hebt geen haast.
naar welke stad moet u dan gaan?

Slide 6 - Open vraag

u wilt er een paar dagen zo goedkoop mogelijk tussen uit. U hebt geen haast.
neemt u de trein of het vliegtuig?

Slide 7 - Open vraag

Slide 8 - Tekstslide

het weer heeft invloed op je portemonnee. geef hiervan een voorbeeld.

Slide 9 - Open vraag

het weerkan je gezondheid schaden. Geef twee voorbeelden.

Slide 10 - Open vraag

het weer heeft volgens de tekst ook invloed op het gedrag van kinderen. Leg dat uit met een voorbeeld,

Slide 11 - Open vraag

welke titel past het best bij de hele tekst?
A
meedogenloze wind
B
weer beïnvloedt ons hele leven
C
wind bepaalt gedrag
D
slecht weer bevordert krankzinnigheid.

Slide 12 - Quizvraag

opdracht 3: informatie zoeken
lees de tekst goed en beantwoord daarna de vragen die bij deze opdracht horen. 

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

op welke drie manieren kunt u volgens de tekst naar Engeland reizen.

Slide 15 - Open vraag

mag u op elke camping net zo lang blijven, als u wilt? leg uw antwoord uit.

Slide 16 - Open vraag

Mag je zomaar overal kamperen? leg uw antwoord uit.

Slide 17 - Open vraag

Wat zul je niet op alle campings in Engeland aantreffen?

Slide 18 - Open vraag

opdracht 4: Formulier invullen
U leest op internet informatie over een filmkamp voor jongeren. Jongeren kunnen een week op kamp en gaan daar samen met leeftijdgenoten een film maken. Ze worden begeleid door een professionele regisseur. Naast het werken aan de film is er ook ruimte voor gezellige en ontspannende activiteiten. Zo'n filmkamp lijkt u een goed idee. U besluit zich aan te melden voor de week van 28 juli - 3 augustus. U neemt uw fiets mee. U hebt een allergie voor kippeneiwit. Als u kippenvlees eet, wordt u ziek. Daar moet bij het eten wel rekening mee gehouden worden. 

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

wat vul je in op plek 1.

Slide 21 - Open vraag

wat vul je in op plek 2

Slide 22 - Open vraag

wat vul je in op plek 3

Slide 23 - Open vraag

wat vul je in op plek 4

Slide 24 - Open vraag

wat vul je in op plek 5

Slide 25 - Open vraag

wat vul je in op plek 6

Slide 26 - Open vraag

wat vul je in op plek 7

Slide 27 - Open vraag

wat vul je in op plek 8

Slide 28 - Open vraag

wat vul je in op plek 9

Slide 29 - Open vraag

wat vul je in op plek 10

Slide 30 - Open vraag

wat vul je in op plek 11

Slide 31 - Open vraag

Slide 32 - Tekstslide

welke tijden vul je in op maandag?

Slide 33 - Open vraag

welke tijden vul je in op dinsdag?

Slide 34 - Open vraag

welke tijden vul je in op woensdag?

Slide 35 - Open vraag

welke tijden vul je in op donderdag?

Slide 36 - Open vraag

welke tijden vul je in op vrijdag?

Slide 37 - Open vraag

Slide 38 - Tekstslide

schrijf hier je verhaal.

Slide 39 - Open vraag